Alles over pindakaas

Van herkomst tot gezondheidseffecten

Getty Images

Met of zonder stukjes. Naturel of met karamel zeezout, kokos of dadels. Pindakaas is niet meer van de boterham weg te denken. Maar waar komt pindakaas eigenlijk vandaan? En is pindakaas gezond?

De pinda wordt ook wel aardnoot, grondnoot, olienoot en apennoot genoemd. Anders dan de naam doet vermoeden, is de pinda eigenlijk geen noot maar een peulvrucht. De peul is de langwerpige schil die om de pinda heen zit. Omdat de pinda qua eigenschappen en samenstelling op noten lijkt, wordt de pinda in de gezondheidsrichtlijnen toch tot de noten gerekend.

Pindaplant

De éénjarige pindaplant groeit het best onder invloed van (sub)tropische omstandigheden. Verder doet de pindaplant het ook prima in een potje op de vensterbank. De pinda komt oorspronkelijk uit Peru. Landen waar veel pinda’s verbouwd worden, zijn: Zuid-Afrika, Noord-Amerika, Argentinië, Brazilië, Israël, Egypte, India, Indonesië en China. Naast Frankrijk, Engeland en Duitsland is Nederland één van de grootgebruikers van pindakaas.

Uit de pinda (kiem) groeit onder invloed van water, licht, warmte en voedsel een pindaplant (Arachis hypogaea). In het Grieks betekent Arachis “onkruid” en hypogaea “ondergrondse kamer”. De pindaplant kan ongeveer dertig centimeter hoog worden. Na enkele maanden komen er gele bloemen in de plant, welke binnen twaalf uur bevrucht moeten worden. Na de bevruchting groeien er stengels (van ongeveer zestien centimeter) naar beneden. De punten van deze stengels boren zichzelf (vier tot zeven centimeter) de grond in. Binnen één maand groeien hier twee of drie nieuwe pinda’s aan. Als de plant bovengronds afsterft, is dit het teken dat de pinda’s ondergronds rijp zijn. Na de oogst worden de pinda’s gedroogd..

Stukje geschiedenis

De eerste echte pindakaas werd rond 1890 in Midwest Amerika (de Verenigde Staten) gemaakt. Echter, ruim daarvoor werden er al pindaproducten gemaakt die veel op pindakaas leken. Bijna drieduizend jaar geleden, maalden Zuid-Amerikaanse indianen pinda’s tot een kleverige pasta. Het was nog niet zo smeerbaar als de pindakaas die wij kennen. Bovendien werd deze pasta gemengd met cacao. Ook West-Afrikanen gebruiken pinda’s al vijfhonderd jaar. Van latere tijden, rond 1960, is bekend dat zij geroosterde pinda’s maalden en vervolgens mengden met honing en rode peper. In Zuid-Amerika werden rond 1865 pinda’s gehakt of gemalen en vervolgens gegeten met zout. Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) dineerden de soldaten met pindapap. In het begin van de zestiende eeuw brachten de Spaanse en Portugese ontdekkingsreizigers de pinda naar Europa. In 1948 kwam pindakaas in Nederland op de markt. Dit was zeer welkom na de Tweede Wereldoorlog.  

Productieproces

Nederland haalt haar pindakaaspinda’s voornamelijk uit Argentinië. In de fabriek verwijderen de machines allereerst de vliesjes van de pinda’s. Daarna worden de pinda’s op vijfenzestig graden Celsius gebrand. Ongeveer tachtig tot vijfentachtig procent van het eindproduct (pindakaas) bestaat uit pinda’s. Er zitten ongeveer 585 pinda’s in één pindakaaspot. De rest bestaat uit toevoegingen: olie (onder andere palmolie), zout en suiker. Onder invloed van deze toevoegingen, en koeling, ontstaat er een stevige smeerbare pindakaas.

De naam pindakaas

In Amerika en Engeland is de gebruikte term voor pindaspread: 'peanut butter' . Echter, toen pindaspread in Nederland op de markt kwam, mocht het woord 'boter' niet gebruikt worden. Boter was namelijk een beschermde claim. Alleen op roomboter mocht 'boter' komen te staan, zodat er geen verwarring met margarine zou ontstaan. Als alternatief werd er gekozen voor 'kaas' (net zoals leverkaas, waar ook geen kaas in zit).

Voedingswaarde

Pinda’s bestaan voor de helft uit vet. Eén eetlepel pinda’s levert 126 kilocalorieën. Pindakaas bevat iets meer vet (ongeveer zestig procent). Pindakaas voor één snee brood levert 135 kilocalorieën. Het merendeel van dit vet is gezond enkelvoudig onverzadigd vet (voornamelijk oleic acid; oliezuur). Een kleiner deel bestaat uit gezond meervoudig onverzadigd vet (voornamelijk linoleic acid; linolzuur). Ongeveer vijftien procent is het ongezondere verzadigde vet. Verder bevatten pinda’s geen transvet en cholesterol. Een kwart van pinda’s bestaat uit eiwitten. Dit maakt pinda’s interessant voor sporters en vegetariërs. Pinda’s zijn volwaardige vleesvervangers, omdat ze voldoende eiwit, ijzer en vitamine B1 bevatten. De rest van de pinda bestaat uit koolhydraten en voedingsvezels. Verder leveren pinda’s belangrijke vitaminen, zoals: vitamine B1, vitamine B3, foliumzuur (folaat; vitamine B9) en vitamine E.

 

Pinda’s

(1 eetlepel; 20 gram)

Pindakaas

(voor 1 snee brood; 20 gram)

Energie (kcal)

126

135

Vet (gram)

10,3

11,4

Enkelvoudig onverzadigd vet (gram)

6,4

5,2

Meervoudig onverzadigd vet (gram)

1,9

3,6

Verzadigd vet (gram)

1,5

1,7

Transvet (gram)

0

0

Cholesterol (gram)

0

0

Eiwitten (gram)

5,0

4,5

Koolhydraten (gram)

2,6

2,7

Voedingsvezels (gram)

1,4

1,6


Gezondheidseffecten

Voornamelijk de onverzadigde vetzuren in pinda’s en pindakaas zijn gezond. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt namelijk dat de vervanging van verzadigde vetzuren door onverzadigde vetzuren het slechte LDL-cholesterolgehalte verlaagt en de kans op hart- en vaatziekten verkleint. Uit enkele wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat de consumptie van noten en pinda’s ook de kans op diabetes (suikerziekte) verkleint. Echter, niet alle onderzoeken hebben dit kunnen aantonen. Op dit gebied is er meer onderzoek nodig.

Naast pinda’s zitten er in de meeste soorten pindakaas ook nog toevoegingen (zie “Het productieproces van pindakaas”). Deze toevoegingen zijn niet gezond. Daarom staat alleen pindakaas dat voor honderd procent bestaat uit pinda’s in de richtlijnen van de Schijf van Vijf. Het advies is om dagelijks (afhankelijk van geslacht en leeftijd) vijftien tot vijfentwintig gram ongezouten noten (zoals pinda’s) of notenpasta/pindakaas  te eten. Tegenwoordig is in alle grote supermarkten honderd procent pindakaas te koop. Bovendien is honderd procent pindakaas ook gemakkelijk zelf te maken.
 
Of vet nu verzadigd of onverzadigd is: het levert meer kilocalorieën dan eiwitten en koolhydraten. Je hebt dagelijks gezonde vetten nodig. Maar pas op: als je door het eten van pinda’s meer kilocalorieën binnenkrijgt dan je per dag nodig hebt, zal je lichaamsgewicht stijgen.

Conclusie

Pinda’s groeien in (sub)tropische gebieden. In de zestiende eeuw kwam de pinda naar Europa en vanaf 1948 werd er in Nederland pindakaas geproduceerd. Ongeveer de helft van pindakaas bestaat uit onverzadigde vetten, welke de kans op slagaderverkalking en hart- en vaatziekten verkleinen. Aan veel soorten pindakaas is zout, suiker en palmvet toegevoegd. Daarom past alleen de honderd procent pindakaas (zonder toevoegingen) in een gezond voedingspatroon.

Bronnen:

Auteur