Canada Puur: de Inuit

De Hudsonbaai, een grote binnenzee in het noorden van Canada, is van oudsher het leef­gebied van de Inuit (spreek uit: ienwiet?). IJsberen, zeehonden, ­walrussen en walvissen bepalen hun bestaan. Maar de klimaatverandering maakt alles anders.

Op het strand van Inukjuaq ontmoet ik de tachtigjarige Nalaq. Hij vertelt over de spoed­cursus ‘Moderne ­Tijden’ die de Inuit de laatste vijftig jaar hebben doorgemaakt. Van de Eskimo’s (‘rauwvlees­eters’) die bewapend met harpoenen en kajaks uit vissen en ­jagen gingen en in iglo’s sliepen, naar de ­Inuit (‘mensen’), zoals ze nu worden genoemd. Jagen doen ze tegenwoordig met geweren en gemotoriseerde boten; ze surfen op ­internet en kampen met drugsproblemen.
Niet alleen de mensen, ook de zomers aan de Hudsonbaai zijn veranderd. De binnenzee is normaal gesproken tussen juli en oktober bevaarbaar, maar nu komen de zomers eerder en beginnen de winters later. Ook groeit en smelt het ijs niet meer in hetzelfde tempo als vroeger. Dat heeft grote gevolgen voor de flora en fauna in de ‘­Arctic’ – en dus ook voor de Inuit.

Enorme afstanden
“Tien jaar geleden trokken hier door de baai van Inukjuaq nog grote groepen beloega’s (witte walvisachtigen, red.)”, vertelt Nalaq. “We vingen wat we nodig hadden. Nu komen ze bijna niet meer. Beloega’s schuilen onder het ijs, maar dat ligt steeds verder weg, waardoor we enorme afstanden moeten reizen. Bovendien moeten we rekening houden met de door de Canadese overheid opgelegde jachtquota. We mogen nog maar acht beloega’s per seizoen doden”.
Een illegaal geslachte beloega op een strand in de buurt is een stille getuige van het spanningsveld tussen de oude en nieuwe tijd.

Cape Dorset
Als de zodiac mij dropt op het strand van Cape Dorset zijn daar twee jongens aan het stoeien. Het lijkt even op een moderne versie van ­ijsberen jagen, maar als de jochies opstaan en mij om een sigaret vragen, is het duidelijk dat de ­verschillen tussen nu en toen al diep geworteld zijn.
De Inuit in Cape Dorset zijn niet meer afhankelijk van de jacht voor hun dagelijkse maaltijd. De lokale supermarkt is westers en van alle gemakken voorzien. Maar de vele quads op de parkeerplaats laten zien dat deze machines in koudere seizoenen hard nodig zijn.
Op straat kan ik mooi even mijn taallessen ­Inuktitut – de taal van de ­Inuit in Canada – ­oefenen. “Canada liarumanira lauqsi manngit tunga”, probeer ik (“Ik heb nooit gezegd dat ik naar Canada wilde”). Een lastige taal, maar aan de goedlachse reacties te zien wordt mijn poging op prijs gesteld. “At-su-nai” (“Tot ziens”) gaat me beter af.

IJsberen met een strafblad
In Churchill, de belangrijkste haven aan de Hudsonbaai, staat een ijsberengevangenis. Dat zit zo. Het afval van Churchill kan door de permafrost niet worden begraven, want de bodem is ook in de zomer bevroren. Verbranden, zou je denken. Maar de schoorstenen brachten de afvalgeuren hoog in de lucht en hongerige ijsberen uit de wijde omtrek kwamen toegestroomd. Een andere oplossing was nodig. Een oude barak werd de opslagplek voor het afval én er kwam een duidelijk beleid voor hongerige ijs­beren. Rond Churchill worden nu ijsbeervallen uitgezet; teams met verdovingsgeweren rukken gemiddeld 180 keer per jaar uit om gevangen dieren in de ijsberengevangenis op te sluiten. Daar brengen ze drie onprettige dagen door. Vervolgens worden ze onder een helikopter gehangen en tachtig kilometer buiten Churchill losgelaten. IJsberen zijn intelligent; ze leren al snel dat opnieuw gevangenisstraf dreigt als ze het dorp weer binnenkomen. Om recidivisten extra te ontmoedigen, krijgen ze een langere eenzame opsluiting. Aan de rand van Churchill staan borden die bewoners en bezoekers waarschuwen niet buiten het dorp te komen. De voetafdrukken van ijsberen in het zand bewijzen dat je dit beter serieus kunt nemen.

Zingende beloega’s
Als in het voorjaar het ijs in de Hudsonbaai en in de Straat Hudson openbreekt, ontstaat een ware voedselexplosie. De grote hoeveelheden vis trekken zeevogels, zeehonden, robben, walrussen en walvissen aan. Vlak bij Churchill leidt dat ieder jaar tot een bijzonder spek­takel. Duizenden beloega’s jagen wekenlang in groepen op scholen vis. Hun melkwitte ruggen steken bleek af tegen het donkere water. Erboven vliegen grote zwermen sterns, die het ook op de vis hebben voorzien en kamikaze­duiken in het water uitvoeren.
Missing media-item.
Vanaf een boot hangen we een microfoon in het water. Uit de luidspreker klinkt het wonderlijke getjilp, geklik en gefluit dat verklaart waarom beloega’s de ‘kanaries van de zee’ worden genoemd. De dieren maken gebruik van echo om voedsel te vinden en om met elkaar te communiceren.
Veel beloega’s hebben grijsbruine kalfjes bij zich die op de rug van hun moeder meeliften of vlak naast haar meezwemmen. Pas na de pubertijd krijgen zij hun witte kleur.  
Toch gaat het niet goed met de beloega’s. Sinds pakweg vijftien jaar neemt hun aantal af. Ze worden door de snelgroeiende Inuitbevolking zwaar bejaagd. En met één kalf per drie jaar herstelt de soort zich moeilijk. In 1986 is daarom het eerste Nunavik Beluga Management Plan opgezet. Jachtquota en beperking van toegestane jachttechnieken moeten ervoor zorgen dat deze bedreigde diersoort zich kan blijven handhaven. Hun aantal wordt nu geschat op zestig- tot tachtigduizend. Nog wel.

Hudsonbaai praktisch
De gebieden rond de Hudsonbaai (Nunavut, Nunavik, Labrador en de Northwest Territories) vormen samen Arctisch Canada. Deze noordelijke gebieden kennen slechts een korte zomer. Planten moeten in circa twee maanden ontluiken, bloeien én zich uitzaaien. Ook de meeste broedvogels moeten in deze korte tijd hun kuikens zien groot te brengen.

Missing media-item.



Klimaat
Ondanks het feit dat de Hudsonbaai en Straat Hudson in het arctische deel van Canada liggen, is de temperatuur in juli en augustus rond de 20°C. Het gebied ligt iets noordelijker dan Nederland, waardoor ’s zomers de dagen langer zijn dan in Nederland.

Churchill
‘The Polar bear capital of the world’  is een dorp met nog geen duizend inwoners in het noorden van de dunbevolkte provincie Manitoba. De beste reistijd voor een bezoek aan Churchill is oktober en november. Het dorp wordt omgeven door eindeloze toendra’s en taiga­wouden waar zich in oktober en november bijna duizend ijsberen verzamelen. Zij wachten tot het ijs in de baai dik genoeg is om er op hun favoriete hapje, de zeehond, te kunnen jagen. Ook zijn er in de nabijheid van Churchill ruim tweehonderd verschillende soorten vogels, zeehonden, walvissen, elanden, ­kariboes, bruine en zwarte beren, vossen en poolvossen te zien.
Wilt u Churchill bezoeken? Dat wordt een reis van acht uur vliegen naar Toronto, daarna twee uur vliegen naar Winnipeg, en vervolgens nog eens tweeënhalf uur vliegen naar de eindbestemming.

Verblijf

Het hotelaanbod in Churchill is niet al te groot, maar de Lazy Bear Lodge is een prima keuze. Het hotel is volledig opgetrokken uit hout. Haardvuren, schone kamers en een gezellig restaurant maken het een goed toevluchtsoord.
Een goede voorbereiding op een trip naar de ijsvlakte is een ontbijt in de lokale hangout Gypsey’s. Hier komen zowel toeristen als de lokale bevolking. Hét onderwerp van gesprek is het spotten van ijsberen.

Reisorganisatie

Beluga Adventures is gespe­cia­liseerd in reizen naar de Noord- en Zuidpool en het waarnemen van walvissen en andere zee­zoog­dieren.
Informatie: Van Byemont­singel 3, 3195 TA Pernis. ☎ 010-295 01 26 of www.beluga.nu.

In het oktober 2008 nummer vanPlus Magazine ook de prachtfoto's van Maarten Udema bij dit artikel.

Auteur 
Bron 
  • PM