Dat smaakt naar meer

Kruidentuinen hebben de neiging een rommeltje te worden. De meeste kruiden zijn namelijk wel lekker, maar niet zo decoratief. ’t Zunnehöfken in Zelhem laat zien dat het ook anders kan.

Vier vakken: daar is de klassieke kruidentuin in verdeeld. Die vakken symboliseren aarde, vuur, lucht en water. In zo’n tuin vind je in de regel kruiden als wede, scharlei, meekrap en allerlei andere planten met oud-Hollandsche namen waarvan niemand weet wat je ermee zou moeten doen.

Veel kruidentuinen zijn dan ook eerder decoratief dan nuttig. Dat de meeste kruiden nauwelijks decoratief zijn, is daarbij een flinke handicap. Ze groeien in de regel ordeloos en hangen als dronken feestgangers over de gladgeschoren buxushaagjes. Zo verwordt de kruidentuin vaak tot een strak vorm­gegeven rommeltje.

Kweepeer als verboden vrucht

In kruidentuin ’t Zunnehöfken in het Gelderse Zelhem is dat probleem creatief opgelost. De tuin wordt door vrijwilligers onderhouden en onder de enthousiaste leiding van Janny Neijsen is de collectie aangevuld met planten die in de Bijbel voorkomen. De vormloosheid van de kruiden wordt gecompenseerd door bomen en struiken met een interessante structuur, zoals de judas­boom, de vijgenboom, de moerbei en de granaatappel.

Ook de ginkgo wordt als blikvanger gebruikt, hoewel die uit Japan komt en niet uit het Oude Testament. Mooi in al zijn eenvoud is een perk met een kweepeer (waarschijnlijk de verboden vrucht uit het paradijs) met onderbeplanting van mansoor. De Gelderse kruidentuin is niet alleen oogstrelend maar ook instructief. We zien er akkers zoals onze grootouders die kenden: roggeakkers vol klap­rozen, korenbloemen en bolderik. En in het ­kader van geneeskrachtige kruiden ontbreekt de opium­papaver niet. Cannabis heb ik niet gezien, maar misschien was die al door de plaatselijke jeugd geoogst. De tuin ligt aan de openbare weg en is gratis toegankelijk.

Missing media-item.

Valkuil in de kruidentuin

Kruidentuinen zijn arbeidsintensief, dus denk van tevoren even goed na of u eraan wilt beginnen. Veel ­tuinbladenmakers zijn nu eenmaal dol op foto­genieke tuinelementen, zonder zich af te vragen wat de gevolgen van hun leuke plaatjes kunnen zijn voor de on­ervaren tuinier. Ze zadelen ons op met onpraktische, maar op de foto leuk ogende ideeën. Maak eens een pad van loop­kamille. Bouw een middeleeuwse ­zodenbank. Leg een kruidentuintje aan rond een oude gemetselde waterput. Vul perkjes met decoratieve flauwekulkruiden als wijnruit, roomse kervel en ­karmozijnbes. Trap er niet in!

Pas als het te laat is, blijkt dat je van wijnruit pijnlijke brandblaren krijgt, dat de roomse kervel de rest van de tuin heeft overwoekerd en dat de karmozijnbes door de vogels wordt verspreid en drie straten verderop in een vreemde border ontkiemt. De waterput lekt, de loopkamille kan niet tegen belopen en die rustieke middeleeuwse zodenbank blijft na een regenbui een week lang nat.

Voor wie geen vrijwilligers met groene vingers in zijn vriendenkring heeft, heb ik maar één advies: geniet van kruidentuinen bij een ander, en plant alleen kruiden die echt van pas komen in de keuken. Dat kan ook best tussen de andere planten. Of, bij gebrek aan tuin, in potten op terras of balkon.

Elke dag verse pesto

Aan sommige kruiden kun je beter niet beginnen in de volle grond. Kruizemunt, appelmunt, pepermunt en andere munten zijn notoire woekeraars. Plant ze nooit in de tuin, ook niet met pot-en-al, ze zullen geheid ontsnappen. Hetzelfde geldt voor mierikswortel. Welke kruiden ik wel aanraad? Peterselie is een must. Koop plantjes op de markt, want peterselie kiemt traag. Zet ze niet in de volle zon en bescherm ze ’s winters tegen vorst, want peterselie is tweejarig. Krulpeterselie is decoratief als garnering, ongekrulde ‘platte’ peterselie heeft meer smaak.

Ook basilicum is niet makkelijk uit zaad op te kweken. Koop een potje zaailingen bij de supermarkt, haal de planten voorzichtig uit elkaar en plant ze afzonderlijk uit: veertig planten voor de prijs van één potje. Zo is de investering snel terugverdiend. Basilicum houdt van vocht vasthoudende, vruchtbare grond en van zon. Met twintig planten kunt u in de zomer iedere dag ­verse pesto maken – onvergelijkbaar veel lekkerder dan uit een potje. Probeer ook eens tomatensalade met ­basilicum en brokjes feta: alsof het doorlopend ­vakantie is.

Missing media-item.

Mooi en lekker: de bloempjes van rucola

Tijm neemt weinig plaats in en smaakt vers heel anders dan gedroogd. Eén struikje is genoeg. Koop altijd keukentijm, laat u geen kruiptijm of citroentijm aansmeren. Dit kruid houdt van de zon en heeft weinig water nodig. Rucola, ook een kruid, groeit net zo makkelijk als ­sterrenkers. Een maand na het zaaien kan er al worden ­geoogst. Zaai niet te veel tegelijk, maar een beetje om de paar weken. Niet alleen het blad, ook de bloemen zijn eetbaar, net als de bloemen van goudsbloem en Oost-Indische kers. Leuk in de sla voor een feestelijk etentje. Eerst de sla aanmaken, dan pas de bloemen strooien.

Ook de bloem van bieslook is eetbaar. Plant twee pollen bieslook en knip de ene pol af als de plant bloeit. Tot het blad weer is aangegroeid, na een week of drie, kan worden geoogst van de andere plant. Daarna wordt die afgeknipt, enzovoort. Zaai of plant ook eens Chinese bieslook. De blaadjes zijn afgeplat en hebben een ­milde knoflook- smaak.

Stap voor stap: Verveine stekken

De wetenschappelijke naam van verveine (citroenverbena) is Lippia citriodora. De plant komt oorspronkelijk uit Chili en doet het goed in de schaduw. De blaadjes worden gebruikt in allerlei mediterrane recepten, om thee van te zetten en om ijs van te maken. Het fijngewreven blad ruikt nog sterker naar citroen dan de citroen zelf, en die geur houdt muggen op afstand. Verveine is makkelijk zelf te stekken.
  • Stap 1  Wacht tot de plant goed aan de groei is. Dat is in juni.
  • Stap 2  Knip toppen van takken van zo’n vijftien centimeter lang.
  • Stap 3  Maak een stekmengsel door gelijke delen fijn grind en potgrond met elkaar te mengen.
  • Stap 4  Vul een bloempot (liefst van plastic) met de stekgrond. Druk die licht aan.
  • Stap 5  Knip de zachte topjes uit de stekken en kort elk blaadje tot de helft in; dit om te sterke verdamping tegen te gaan.
  • Stap 6  Duw de stekken ongeveer vijf centimeter diep in de pot. Langs de rand wortelen ze sneller dan in het midden.
  • Stap 7  Steek een label in de pot met het aantal stekken en de datum waarop de stekken zijn gemaakt. Het moment van stekken heeft veel invloed op het succes, en het is van belang dit te onthouden om uit te vinden wat de optimale stektijd is. Graaf de pot in op een ­schaduwrijke plaats in de tuin.
Bron 
  • Plus Magazine