Goed voornemen: meer bewegen

Drie Pluslezers, drie maal het goede voornemen om meer te gaan bewegen. Wilma, Rie en Wim hebben wel ieder hun eigen aanpak. Wat werkt? De komende maanden volgen we hun ervaringen!

Wilma: veel lopen, fietsen en zwemmen

“Ik gaf Franse les op een vmbo-school, maar vanaf begin dit jaar zit ik in de FPU, de vut voor het onderwijs. Heerlijk, want de laatste tijd merkte ik toch dat het lesgeven me steeds zwaarder ging vallen. Ik heb last van artrose in mijn nek. Bewegen is goed voor me, dat zegt mijn fysiotherapeut ook. Maar bij fitness kan ik, door mijn nekklachten, heel veel oefeningen niet doen. En leuk vind ik het ook niet. Nu ik niet meer werk, wil ik het écht anders gaan doen. Ik ben van plan meer te gaan bewegen: veel lopen, fietsen en zwemmen. Als ik een kwartier wandel, ben ik in de stad.

Vroeger pakte ik daarvoor de auto, nu ga ik dat niet meer doen. Voor boodschappen ga ik fietsen. En zwemmen lukt goed met mijn nek, als ik maar op mijn rug zwem. Voorlopig ga ik in mijn eentje sporten, want dan kan ik beter rekening houden met mijn nek. Eigenlijk jammer, want ik vind het wél leuk om in een groep bezig te zijn. Maar ach, in het zwembad had ik ook al contact met andere zwemmers.”
 

Rie: elke dinsdagmiddag naar de sportschool

“Ik heb al een tijdje diabetes en weet dat bewegen goed is voor mijn bloedsuiker. Daarom heb ik ooit een beweegcursus gevolgd, maar nadat die was afgelopen, heb ik er niets meer aan gedaan. Nu vind ik het tijd om het sporten weer op te pakken. Ik ben bij verschillende sportscholen een kijkje gaan nemen. De meeste vond ik niks, maar deze sportschool – van Sportplazaclub – sprak me aan.

Ik kreeg een uitgebreide proefles en goede uitleg. En de trainers zijn heel vriendelijk. Sinds kort sport ik elke dinsdagmiddag in een groepje senioren. Ik begin met fietsen, dan stap ik op de loopband, daarna doe ik spieroefeningen voor mijn knieën en oefeningen met zo’n grote bal. Allemaal onder begeleiding, heel prettig vind ik dat. Na een uur drinken we een kopje koffie in de kantine en daarna gaan we nog even zwemmen. Ik ben helemaal niet zo’n zwemster; ik was al bijna vergeten hoe het moest. De eerste keer was ik blij dat ik twee slagen achterelkaar kon doen. Maar laatst deed ik er al vijf!”
 

Wim: online afslank- en sportprogramma

“Na een flinke griep vorig jaar bleek dat ik was afgevallen; ik woog nog maar 85 kilo. ‘Ha, een beetje ruimte om meer te snoepen’, zei ik nog tegen mijn vrouw. Maar de eerstvolgende keer dat ik een broek ging kopen, had ik plotseling een maat groter nodig. Ineens vertrouwde ik mijn weegschaal niet meer.

Mijn dochter kocht een nieuwe voor ons en ja hoor: ik woog 95 kilo! Ik heb nog nooit van mijn leven zo de pest in gehad. Daar wilde ik wat aan doen.

Toen zag ik een advertentie van de Fitclub, een online afslank- en sportprogramma. Het zit goed in elkaar. Ik vul in hoeveel ik eet en beweeg, vervolgens krijg ik een persoonlijk advies. Daarin staat hoeveel beweging goed voor mij is, wat ik het beste kan eten en in welke hoeveelheden. Als ik dat zelf zou moeten uitzoeken, kost me dat veel tijd. Ik vind het een groot voordeel dat ik zelf bepaal wanneer ik ermee bezig ben en dat ik toch begeleiding krijg.

Ik doe nu elke dag een half uur tot drie kwartier aan nordic walking. En dat ga ik volhouden. Het is een soort verslaving, ik vind het absoluut geen opoffering.”

Auteur