Hoe kies ik een digitale camera?

Het aanbod van digitale camera’s is enorm groot. We worden overstelpt met ogenschijnlijk lucratieve aanbiedingen. Wat moet u weten voordat u toehapt?

Digitale fotocamera’s zijn er in twee soorten: compact en spiegelreflex. Compacte camera’s zijn, zoals de naam al zegt, klein en handzaam: ze passen makkelijk in een jaszak. Een compacte digitale camera is ideaal voor betaalbaar huis-, tuin- en keukengebruik. Dit type camera’s heeft een vaste lens. De belangrijkste instellingen regelt u met één knop (bent u binnenshuis, op het strand, maakt u een portret), daarna is het alleen nog een kwestie van afdrukken. Scherpstellen, flitsen: alles gaat ­automatisch. Wie echt heel graag wil, kan zaken als belichting en contrast ook met de hand instellen. Met de meeste compacte camera’s kun je in- en uitzoomen. Maar de techniek waarmee dat ­gebeurt – en dus het resultaat – verschilt (zie kader).

De foto’s worden opgeslagen op een geheugenkaartje. U kunt ze meteen bekijken, weggooien, of ze overzetten naar uw computer. Daarop kunt u het beeld bewerken en de foto’s eventueel zelf afdrukken.

Spiegelreflexcamera’s

Een digitale spiegelreflexcamera (dslr) is groot en stevig. Dit type ­camera’s is vooral bedoeld voor foto-hobbyisten en (semi)-professionals. U kunt de lenzen verwisselen en alles tot in detail met de hand instellen. De kwaliteit van de foto’s is groter dan bij compacte camera’s, maar daar betaalt u ook voor. De goedkoopste compacte ­camera hebt u al voor onder de €100, de goedkoopste spiegelreflex (zonder lens) kost minstens €250. Bij sommige merken bent u dit bedrag alleen al kwijt voor een lens. Ook kunt u allerlei accessoires toevoegen, zoals filters en losse flitsers.

Bij een spiegelreflex­camera ziet u via de zoeker het beeld direct vanuit de lens (via spiegels); u weet dus precies wat u op de foto krijgt. Sommige camera’s hebben ook een lcd-scherm waarop u het resultaat meteen kunt beoordelen.

Modellen en prijzen vergelijken:
www.kieskeurig.nl
www.prijsvergelijk.nl
www.kelkoo.nl

Wat u moet weten over:


Lens
De belangrijkste onderdelen van de camera zijn de lens en de beeldsensor (hierop wordt het licht om­gezet in ­digitaal beeld). Duurdere ­camera’s hebben meestal betere ­lenzen en een grotere sensor, en dat betekent: mooiere foto’s.

Pixels
Dit zijn de beeldpunten waaruit de foto is opgebouwd. Hoe meer pixels de camera biedt, hoe scherper de foto. Maar er kleeft ook een nadeel aan veel pixels: hoe meer pixels, hoe meer geheugen u nodig hebt om uw foto’s op te slaan. Inmiddels zijn er camera’s van meer dan 10 megapixels (10 miljoen pixels). Dat is lichtelijk overdreven voor de gemiddelde hobbyist. Een camera met 5 tot 10 mega­pixels is voor de gemiddelde liefhebber al meer dan voldoende. Alleen als u een foto op groot formaat wilt afdrukken, is een groter aantal megapixels echt belangrijk: bij een te laag aantal pixels kan het beeld blokkerig worden.

Zoom
Wilt u het onderwerp op de foto dichterbij halen? Dat kan met de zoom. Kies liefst voor een camera met optische zoom, dat geeft een beter resultaat dan digitale zoom. Bij optische zoom wordt met de lens gezoomd en daarbij gaat geen beeldkwaliteit verloren. Bij digitale zoom wordt een deel van het blikveld ‘uitvergroot’ en dat geeft vaak matige resultaten. Een optische zoom van 3 tot 6x is prima. Bij een hogere zoomwaarde kan een beeldstabilisator handig zijn. Deze zorgt ervoor dat trillingen worden gecompenseerd.

Lcd-scherm
Sommige camera’s hebben niet alleen een zoeker, maar ook een lcd-scherm. Deze kunt u ­gebruiken als zoeker of er de gemaakte foto’s op bekijken. Een ­kantelbaar lcd-scherm is handig: daarmee fotografeert u makkelijk vanuit iedere hoek.

Vertraging
De tijd tussen afdrukken en foto schieten kan bij sommige ­digitale camera’s oplopen tot 2 seconden. Dat betekent in de praktijk dat u belangrijke momenten net zult missen. Een sluitervertraging van minder dan een halve seconde is daarom aan te raden.

Geheugenkaart
Foto’s worden opgeslagen op een geheugenkaart. De capaciteit wordt uitgedrukt in megabyte (MB) of gigabyte (GB). Als u een camera hebt van 5 megapixels passen er ongeveer 350 foto’s op een geheugenkaart van 1 GB. Hoe meer megapixels, hoe minder foto’s er op een kaart passen. Het is verstandig om minstens één extra, grotere geheugenkaart aan te schaffen.

Accu
De stroomvoorziening van de camera wordt verzorgd door een oplaadbare accu. NiMH-accu’s zijn een goede keuze. Neem er meerdere, ­zodat u altijd een extra opgeladen accu bij de hand hebt.

JPG
Foto’s worden meestal gecomprimeerd (samengeperst) opgeslagen, bijvoorbeeld als JPG-bestand. Dit bespaart geheugenruimte. Het vermindert ook (een beetje) de kwaliteit van de foto’s, maar als hobbyist zie je het verschil niet.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine