Opnieuw beginnen na borstkanker; mijn ervaringen in Oeganda

Nadat Wilma Buhrs (57) borstkanker had overwonnen, wilde ze iets teruggeven aan de wereld. In de sloppenwijken van Kampala, Oeganda, vond ze haar lotsbestemming.

Het verhaal van Wilma Buhrs

Voor ik kanker kreeg was ik alleen maar met later bezig. In mijn wereldje was dat heel vanzelfsprekend. Veel draaide om uiterlijk vertoon en geld. Dat werd allemaal anders toen ik op een ochtend de douche uitstapte en tijdens het afdrogen een klein knobbeltje in mijn borst voelde. Voor de zekerheid ging ik naar de dokter, maar echt bezorgd was ik niet. Des te groter was de schok toen het borstkanker bleek te zijn. Op drie verschillende plekken zelfs. Ik had geen andere keus dan mijn borst te laten amputeren.

Maandenlang verkeerde ik in een shock. Ik dacht, las en droomde alleen nog maar over kanker. Want hoe verwerk je het verlies van een borst? En wat vertel je je kind? Wat betekent een borstamputatie voor je seksleven? Wanneer kun je weer aan het werk? Ik zocht contact met lotgenoten en kreeg met vier vrouwen een bijzondere band, zij hebben me echt door het eerste jaar gesleept.

Een nieuwe visie

Na ongeveer een jaar begon ik langzaam weer oog te krijgen voor de wereld om me heen. Maar het was mijn wereld niet meer. De dingen waar mijn vriendinnen en collega's zich druk over maakten de laatste mode, een nog groter huis, een nieuwe auto deden me niets meer. Ik voelde me heel erg verloren, een vreemde in mijn eigen leven. Maar er kwam tegelijkertijd een gevoel van haast over me. Want wie weet hoe lang ik nog te leven heb? Ik besloot alleen nog die dingen te doen, die me nu gelukkig maken. "Later" schrapte ik uit vocabulaire. Vage vriendschappen, die meer energie kostten dan ze opbrengen, heb ik beindigd. En mijn baan, toch al niet echt leuk, heb ik opgezegd. Zonder een idee te hebben wat ik dan wel wilde. Maar ik was ervan overtuigd dat het antwoord vanzelf zou komen.

In 2000 werd ons gevraagd of we Vincent, een Oegandese jongen van 16 die met zijn muziekgroep naar Nederland kwam, een paar weken in huis wilden nemen. Zonder nadenken zei ik ja. Het leek me een leuke manier om een helpende hand te bieden. Vincent raakte iets heel dieps in me. Met zijn traditionele instrumenten toverde hij muziek en warmte in huis. Wat had ik dat lang gemist! In zijn aanwezigheid kon ik me voor het eerst in lange tijd weer echt kon ontspannen. Hij ontdooide mijn hart. Toen hij na zes weken weer naar Oeganda vertrok, voelde het alsof ik mijn tweede zoon uitzwaaide. Het was geen vaarwel, maar een nieuw begin.

Een relativerende ervaring

Een jaar later zocht ik hem op, in de sloppenwijken van Kampala. Ik weet niet wat ik verwacht had, maar zeker niet dat piepkleine plaggenhutje, gemaakt van koeienpoep. Vincent woonde daar met zijn oma en vijf andere kinderen. Verwarming of licht was er niet. Overdag bedelden ze om eten. 's Nachts sliepen als lepeltjes op de grond om elkaar warm te houden. Maar ondanks hun armoedige leven waren ze opgewekt, zorgzaam. Voor elkaar en voor mij. Ik had nooit meer zonder schuldgevoel kerst kunnen vieren als ik niet iets voor hen was gaan doen. Dat werd de Stichting Help Uganda.

Mijn aanwezigheid in Kampala voelde vanaf de eerste dag vanzelfsprekend: alsof ik mijn lotsbestemming had gevonden. Natuurlijk kreeg ik terug in Nederland te horen dat mijn stichting verspilling van tijd en geld zou zijn. Zelfs mijn man stond niet te springen hij heeft veel moeite met de liever lui dan moe-mentaliteit van de Afrikanen. Maar voor mij was het duidelijk: dit is de rol die God me gegeven had en niets of niemand kon me daar vanaf brengen. God heeft mij geholpen om beter te worden. Nu wil ik hetzelfde voor anderen doen.

Mijn stichting steunt projecten: een kindertehuis, een medisch centrum, tandartsenhulp aan kinderen, een lepraziekenhuis en een invalidenschool. Regelmatig krijg ik aanvragen voor nieuwe projecten, maar hier laat ik het bij. Het moet emotioneel en fysiek wel behapbaar blijven.

Het lot slaat opnieuw toe

In 2006 kreeg ik opnieuw borstkanker. Ook mijn tweede borst moest worden geamputeerd. Een maand na de operatie zat ik alweer in het vliegtuig naar Oeganda. Door mijn wond kon ik niet veel doen, maar alleen al door daar te zijn voelde ik me beter. De bezorgdheid, de aanraking, de troost van de mensen: het was een warm bad. Ik mocht me kwetsbaar opstellen, hoefde niet weg te lopen voor de pijn. Ik kon er helemaal mezelf zijn. Een beter medicijn is er niet.

Het contrast tussen het leven hier en daar is enorm. Toch voel ik me niet schuldig over mijn relatieve rijkdom ik heb simpelweg het geluk gehad dat ik in het welvarende Nederland ben geboren. Maar ik wil de mensen hier wel laten zien dat er meer is om je druk over te maken dan alleen de ecotaks of de benzineprijzen. Dat doe ik door geld en spullen in te zamelen voor mijn stichting en door lezingen te houden op scholen en in kerken.

Ik krijg vaak de vraag of mijn projecten geen druppel op een gloeiende plaat zijn. Nou, je zult maar net onder die ene druppel staan! Kijk naar Vincent: met onze hulp heeft hij in Nederland een computercursus gevolgd. Nu heeft hij een goede baan in een ziekenhuis in Kampala. Hij is bezig een huis voor zichzelf te bouwen en hij onderhoudt zijn familie. Bovendien helpt hij op zijn beurt weer andere kinderen, door hun scholing te betalen. Zo wordt die ene druppel langzaam een plas en uiteindelijk een heel meer.

Een positieve kijk

Oeganda heeft me meer goeds gebracht dan ik ooit had kunnen dromen. Niet alleen voelt het geweldig iets terug te doen voor mijn medemens, het heeft me na de kanker ook het broodnodige zelfvertrouwen gegeven. Vijftien jaar geleden had ik niet gedacht dat ik de kracht zou hebben om in mijn eentje door Afrika te reizen, of om geld in te zamelen voor mijn stichting. Als ik niet ziek was geworden, was ik daar misschien nooit achtergekomen.

Onlangs heeft Vincent een zoontje gekregen, Trevor, dat onze achternaam draagt. Een grotere beloning kan ik me niet wensen. Als ik straks met Trevor in mijn armen sta, ben ik de meest trotse oma van heel Oeganda.

 

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine