Thailand: Vredig stroomafwaarts

De grootste rivier van Thailand, Chao Phraya, verbindt tempels en paleizen, steden en plantages, de bergen en de zee. Herbert Paulzen vaart mee op langstaartboten en ziet Thailand op z’n puurst: vanaf het water.

In Sukhothai was het, jaren ­geleden, dat ik op weg naar de tempelruïnes een enorme plens water over me heen kreeg. En nog een, en nog een – en ik moest blijven lachen en vrolijk zijn, want het was songkran, het Thaise nieuwjaarsfeest waarbij water, als bron van alle leven en symbool van vernieuwing, de voornaamste rol speelt.
Geen rijstvelden zonder water, geen vis zonder water, geen festival zonder water, geen ritueel zonder water. Water is de basis van de Thaise cultuur. Water keert terug in symbolen, in het geloof en in koninklijke ceremonies.
De leveranciers van dat water zijn de rivieren. Vier blauwe aderen, luisterend naar de namen Ping, Wang, Yom en Nan, stromen vanaf de weelderige heuvels in Noord-Thailand naar het laagland. Ze verenigen zich tot één rivier, de Chao Phraya (ook wel de Menam genoemd), de grootste en belangrijkste rivier van Thailand, die breed en traag naar het zuiden stroomt maar die zich vlak voor de zee weer splitst.

Lotusbloemen

Het is dankzij dit rivierenstelsel dat de grote hoofdsteden van het rijk van Siam, zoals Thailand tot in de jaren dertig van de vorige eeuw werd genoemd, werden ­gesticht. De eerste twee, Sukhothai en Ayutthaya, werden in puin gelegd door vijanden. De ­derde hoofdstad, Thonburi, werd uiteindelijk opgezogen door een vissersplaatsje aan de overzijde van de rivier: Bangkok. Hoe zag Sukhothai eruit toen het nog de belangrijkste stad van Siam was? Als ik nu tussen de ruïnes van het oude stadscomplex wandel, moet ik mijn fantasie gebruiken. Alleen dan veranderen de afgebrokkelde stadsmuren, de halfvervallen ­chedi’s (torenachtige bouw­werken), de tempelresten, de verweerde Boeddhabeelden en de met ­lotusbloemen bedekte vijvers in de briljante grandeur en exotische schoonheid die de stad destijds, in 1238, moet hebben uitgestraald.

Raadselachtig

Sukhothai werd, in tegenstelling tot haar opvolgers, niet gesticht pal langs een rivier (hier de Yom, die later uitmondt in de Nan), maar enkele kilometers ervandaan.
Dat heeft historici altijd voor een raadsel geplaatst. Om namelijk tot een goed functionerende stad te komen, moesten er vruchtbare velden in de buurt zijn én er moest een efficiënte transport­route zijn. Dus waarom dáár? Misschien was het de invloed van de Khmer-bevolking, die in buurland Cambodja ook op die manier steden had gesticht: ver weg van een rivier, maar wel met die ­rivier verbonden door een uitgekiend systeem van irrigatiekanalen en vijvers.
Hoe het ook zij, vanaf het midden van de 13de eeuw groeide en bloeide hier een stad die de naam droeg ‘Groeiend Geluk’. Niemand weet waarom, maar tweehonderd jaar later werd de hoofdstad verplaatst naar het stroomafwaarts gelegen Ayutthaya. Ditmaal kwam de stad wel direct aan een rivier te liggen: de Lopburi, die zich eerder van de Chao Phraya heeft afgesplitst en zich hier weer bij hem voegt, aldus een eiland vormend.

De onoverwinnelijke stad

Ayutthaya, ‘De Onoverwinnelijke’, was de Siamese hoofdstad van 1350 tot 1767, een periode die je de Gouden Eeuw van Thailand zou kunnen noemen. Het rijk bracht verschillende dynastieën en 33 koningen voort, breidde zich uit tot ver in het huidige ­Myanmar (voorheen Birma), Cambodja en Laos, en bloeide economisch en cultureel als geen stad daarvoor. Eind 17de eeuw moeten er meer dan een miljoen mensen hebben gewoond.
Ook hier moet ik mijn fantasie gebruiken om me een voorstelling te maken van hoe Ayutthaya er toen moet hebben uitgezien. Een rijke stad vol tempels, kloosters en ­paleizen. Geen wonder dat oude vijanden er met jaloerse blikken naar keken.
Met name de Birmezen probeerden keer op keer de stad te veroveren. In 1767 lukte het dan eindelijk. Ayutthaya werd verwoest en geplunderd, de koninklijke familie werd ingerekend. Het ­Siamese rijk viel uiteen.
Tussen wat overbleef wandel ik vol verbazing en ontzag. Ik kijk naar serene Boeddhabeelden in liggende, staande en zittende poses. En stoor me aan het gedrag van bezoekers die zich kennelijk niet bewust zijn van de historische betekenis van dit immense complex.
Een generaal, Taksin, lukte het om weer een eenheid te smeden. Hij vestigde op de oevers van de Chao Phraya, niet ver van de monding van de rivier in de zee, een nieuwe hoofdstad: Thonburi. Taksin werd op zijn beurt vervangen door generaal Chakri, die zijn hoofdstad in 1782 verplaatste naar de andere oever. Zijn zoon Rama stichtte in 1809 de tot op de dag van vandaag heersende Chakri-dynastie. Niet meer dan een eenvoudig vissersdorpje was Bangkok toen. De huizen stonden op palen of vlotten, aangepast aan de seizoensoverstromingen.

Demonische wachters

Dát Bangkok bestaat niet meer. De stad is nu een moderne, drukke, versmogte metropool met 15 miljoen inwoners. Maar bij ieder bezoek loop ik met plezier en vreugde naar de verborgen parels en oasen van rust.
Eén daarvan is het Royal Grand Palace met Wat Phra Kaew, de belangrijkste tempel. Dit complex van gebouwen in uiteenlopende stijlen toont hoe Sukhothai en vooral Ayutthaya er moeten hebben uitgezien.
De audiëntie-hal, de pagoden en paviljoens: alles maakt een overweldigende indruk. De tempel wordt bewaakt door demonische wachters en mythologische fabel­wezens. En rondom staan vergulde stoepa’s en pagoden vol ­mozaïeken en blinkende spiegels. Op een gouden altaar, elf meter boven de knielende gelovigen, prijkt de 75 centimeter hoge smaragden Boeddha, Thailands belangrijkste heiligdom.

Heilige rivier
De Chao Phraya, de heilige rivier, is hier in Bangkok een drukbevaren en vervuilde transportroute. Talrijke kanalen verbinden hem met vele uithoeken van de metropool. Het web van kanalen verbindt de rivier ook met het groene platteland, met de rijstvelden en bananenplantages, orchideeën-kwekerijen en boerenmarkten. Altijd weer laat ik me met een ‘langstaartboot’ door die kanalen vervoeren. Er is geen betere manier om een indruk te krijgen van het gewone Thaise leven.
Ik zie hoe mensen zich wassen in het in mijn ogen zo vervuilde water. En hoe ze de kleine veranda’s van hun op palen gebouwde houten huisjes versieren met bloemen en geestenhuisjes.
Je waant je ver weg van wolkenkrabbers, smog en verkeersdrukte. Ook naar zee is niet ver meer. Maar voordat de rivier zich in de Golf van Thailand stort, passeert hij tempels en industriecomplexen en geeft hij ruim baan aan houten rijstboten en internationale vrachtschepen.
Ik eindig hier mijn tocht langs Thailands levensader in een visrestaurant, waar de vis uit het water van de zee en de Chao Phraya vers op tafel komt.

 

Thailand praktisch

Hoe kom je er?
KLM vliegt tweemaal daags direct op Bangkok. Retour vanaf €813.

Sukhothai
is vanuit Bangkok per bus te bereiken. De rit duurt circa 7 uur. Vertrekpunt: Northern busterminal Mo Chit. Hotels zijn vooral te vinden in New Sukhothai. De ruïnes van de oude hoofdstad zijn te zien in het Sukhothai Historical Park. De beste manier om ze te bezichtigen is per fiets, te huur buiten het park of in het hotel.

Ayutthaya
Vanuit hetzelfde busstation in Bangkok is ook Ayutthaya te bereiken; de rit duurt circa 1 uur. Alternatief: boek bij een reisbureau een boottoer. Er is geen regulier toeristen-scheepsverkeer tussen Bangkok en Ayutthaya. Overnachten kan in hotels, van heel goedkoop tot duur. Ook de ruïnes van Ayutthaya staan in een Historical Park. Ze zijn het best per fiets te bezichtigen.

Bangkok
Wie geen tijd heeft om veel van Bangkok te zien, moet in ieder geval naar Wat Phra Kaew en het Grand Palace, het aangenaamst te bereiken met een van de Express Boats die van pier naar pier over de Chao Phraya zigzaggen. Deze boten zijn over het algemeen erg vol. Comfortabeler en veel minder druk zijn de Tourist Boats; ze kosten ietsje meer, maar u krijgt er wel uitleg in het Engels. Met de boten zijn bijna alle belangrijke bezienswaardigheden te bereiken, waaronder de tempelcomplexen van Wat Pho en Wat Arun, alsmede China Town. Wie naast de rivier ook de kanalen van Thonburi wil zien, zal moeten onderhandelen met de bestuurders van de longtail boats (reken op 300 tot 500 bath voor een uur = 7 à 11 euro).

Tijdsverschil
In Thailand is het ’s zomers vijf uur later dan in Nederland.

Valuta

Eén euro is 45 bath (eind 2009).

Visum

Een visum is niet nodig voor een verblijf korter dan dertig dagen. Het paspoort moet tenminste zes maanden geldig zijn.

Vaccinaties
Een vaccinatie voor dtp en Hepatitis A wordt aanbevolen, maar is niet verplicht. Raadpleeg voor advies www.lcr.nl.

Reisgidsen
• Lonely Planet Thailand (Engels­talig), €25,95. • Marco Polo Thailand, €7,90. • Dominicus Reisgids Thailand, €19,95. • Insight Guides Thailand, €24,90. • ANWB Navigator Thailand, €23,95.

Informatie

Thais Verkeersbureau, T 0900-040 02 22 (€0,35 pm) of
www.thaisverkeersbureau.nl.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine