Terreur van de 'halsbandparkiet' funest voor fruitoogst

Getty Images

Hij ziet er zo lief uit, de halsbandparkiet. Een groene uitheemse vogel, die helaas wat minder leuk gedrag vertoont. In de stad maken ze herrie, poepen ze alles onder en vernielen ze bomen. Ook boeren ondervinden op dit moment veel hinder van deze vliegende plaag.

De Noord-Hollandse fruitteelt heeft ernstig te lijden onder de groene halsbandparkiet, zegt Cees Masteling, kringvoorzitter van de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO). „Als ze zo nu en dan een peer eten, maalt niemand erom. Maar ze pikken van elke peer één stukje af, en vliegen dan door naar de volgende en nemen weer één hapje. Zo’n aangepikte peer is vervolgens een doelwit van ziektekiemen en ongedierte en daarnaast wil de consument geen gehavende peer kopen. Als je als teler ’s ochtends je land opkomt en je ziet duizend parkieten opstijgen en elke parkiet heeft vijf peren aangepikt. Je kan zo vijfduizend peren weggooien en dat gaat dan flink in de cijfers lopen.”

Ook ander fruit wordt door de vogels opgegeten, maar vooral de peer is erg populair. Het probleem speelt vooral in de Noord-Hollandse Beemster, waar de vogels vanuit Amsterdam makkelijk kunnen komen. „,Het probleem wordt echt onderschat”, volgens Masteling. ''Het is een heel productief beestje; ze mogen graag eitjes leggen en daardoor waaiert de populatie uit.”

Sinds 1990 is er een toename van maar liefst 2800% in de halsbandparkietenpopulatie. De laatste tien jaar jaarlijks met 6,5% gemiddeld. In Breda werden eerder deze maand zelfs raadsvragen gesteld over de verspreiding van de dieren, en al in 2014 werd in een rapport van het Centrum voor Landbouw en Milieu gevreesd dat de halsbandparkiet de Betuwe zou gaan bereiken.

Wilfred Reinhold, voorzitter van Platform Invasieve Exoten: „De problemen met deze vogel spreiden zich steeds verder uit over Nederland”, vertelt hij. „Toen deze dieren hier net kwamen in de jaren zestig, zaten ze vooral in de Randstad maar ze gaan steeds verder. Er zijn weinig natuurlijke vijanden, want ze zijn met zoveel dat roofvogels er niet tegenaan kunnen eten.”

Dé manier om de vogel weg te krijgen, is om dat soort eten voor hem onbereikbaar te maken. „Kleine kooitjes rondom het voedsel, zodat ze er niet bij kunnen. Als íédereen dat doet, neemt de populatie op termijn af. Maar dat gaat nog wel even duren.”

Bron: Telegraaf

Auteur