Zo maakt u de auto klaar voor de winter

Buitenkant

• Een stevige was- en waxbeurt voordat Koning Winter zijn opwachting maakt is geen over­bodige luxe. Een goede waslaag beschermt de lak (en lichtmetalen velgen) tegen pekel en andere ­narigheid.
• Smeer de raam- en deurrubbers (en de rubbers rond de kofferbak) goed in met iets vets, om te voor­komen dat de portieren vastvriezen tijdens die eerste vriesnacht van het seizoen. Er zijn speciale sticks verkrijgbaar; siliconenspray of een laagje talkpoeder werken ook prima. Herhaal het behandelen van de rubbers sowieso regelmatig. 
• Dreigt het te gaan vriezen, sneeuwen of ijsregenen? Zet dan de ruitenwissers omhoog. Als dat niet kan: schuif een beschermend stuk kunststof of een speciale beschermingsdeken tussen de voorruit en de wissers (vergeet ook de achterruitenwisser niet). Gebruik geen dun textiel, dat kan net zo hard vastvriezen. Ook geen karton of kranten, tenzij je naast ijs ook vastgekoekte papierresten van de voorruit wilt krabben. Gebruik de ruitenwissers nooit als de bladen toch zijn vastgevroren aan de voorruit; het rubber zal erdoor beschadigd raken. Bovendien wil je bij winters weer en een laagstaande zon geen strepen op ooghoogte op de voorruit. 
• Zorg ervoor dat je altijd een busje slotenspray bij je hebt, mochten de sloten dichtgevroren zijn, en antivriesspray is ook een aanrader. En ‘bij je hebt’ bedoelen we letterlijk, want de attributen die je nodig hebt om je auto in te komen bij vriesweer, moet je niet in de auto achterlaten. Ook niet in de kofferbak.

Binnenkant

Vaak veroorzaakt de eerste winterse sneeuwbui één of meerdere recordfiles op de Nederlandse snel­wegen. Dat komt gelukkig niet vaak voor, maar je zult maar net in zo’n situatie terechtkomen. Zorg er daarom voor dat er altijd een noodpakket in de auto ligt met minstens een deken, iets te drinken, een warme jas, handschoenen en andere warme kleding. En een oplader of – beter nog – een powerbank voor je telefoon. Ook essentieel bij autopech in winterse omstandigheden, want een auto waarvan de motor het niet meer doet, heeft ook geen verwarming.

Techniek

• De ANWB Wegenwacht rukt vaak in het begin van de winter uit om auto’s met lege accu’s op weg te helpen. Accu’s die het nog prima doen bij 5 graden, kunnen het ineens opgeven als het gaat vriezen, ­helemaal als de auto niet dagelijks wordt gebruikt. Laat de accu dus vóór de winterkou doormeten. 
• Doe hetzelfde met de motorolie. Sommige varianten zijn in de winter beter dan andere. Zo’n controle kan mooi bij het wisselen van zomer- naar winterbanden – ook die zijn aan te raden. Het is een prijzige investering, maar wel de veiligste. Maak je minder kilometers, dan zijn vierseizoenenbanden de moeite van het overwegen waard. Ook die doen het beter bij lagere temperaturen en natte wegomstandigheden en bieden een kortere remweg.
• Ook de ruitenwisserbladen verdienen een controlemoment, net als de ruitensproeiervloeistof. Zit er roze vloeistof in het reservoir? Dat is de zomermix. Voor de winter is ruitensproeiervloeistof blauw van kleur en die heb je nodig tijdens de wintermaanden. 
• Als het vriest, gebruik dan nooit de handrem. Die werkt namelijk op mechanische wijze op de achterwielen en als de handrem vastvriest, zit er ook geen beweging in de achterremmen. Zie dan je vers ­gekrabde auto maar in beweging te krijgen. Parkeer de auto dus in de eerste versnelling. Dit geldt dan weer niet voor een elektrische parkeerrem. 
• Het is een hardnekkig fenomeen: mensen die eerst de auto starten en dan de ruiten gaan krabben. Dat is niet aan te raden, al was het maar omdat lang stationair lopen slecht is voor een brandstofmotor en extra slijtage en brandstofverbruik veroorzaakt. Het is ook vaak minder leuk voor de buren trouwens. Bovendien is de tijdwinst te verwaarlozen. Krab eerst de ruiten goed schoon (allemaal!), start dan pas de motor en zet het luchtverversingssysteem op ontwasemen. Of investeer in een standkachel, dan verdwijnt ijs en sneeuw nog voordat je in de auto stapt – al neemt het brandstofverbruik toe. Elektrische auto’s en winterkou
• Voor elektrische auto’s gelden grotendeels dezelfde aandachtspunten als hierboven. Waarbij het advies om winterbanden te overwegen eigenlijk nog iets zwaarder geldt; elektrische auto’s zijn zwaarder dan hun brandstofaangedreven evenknieën en dat heeft effect op het weggedrag. 
• Let op: een elektrisch voertuig heeft naast het accu­pakket dat voor de aandrijfenergie zorgt ook een gewone 12V-accu voor alle elektrische functies in de auto. Die kan dus net zo goed leeg raken als die van een benzine- of hybride auto. Goed om te weten en dus om voorafgaand aan de winter te laten checken.  
• In sommige gevallen kan de laadkabel vastvriezen aan de auto of de laadpaal. Zorg daarom dat er geen vocht langs de kabel naar of in de stekker kan lopen. Probeer de stekkeraansluiting droog te houden en hang de laadkabel in een zogeheten ‘druppellus’: een naar beneden gerichte lus als een halve maan. Mocht de kabel toch vastvriezen: er is een mechanische ontgrendeling. Hoe en waar die te gebruiken staat in het onderhoudsboekje van de auto. Probeer nooit een vastgevroren kabel zelf los te wrikken of met heet water of warme lucht los te peuteren. Kom je er niet uit, bel dan een professional. 
• Veel elektrische auto’s hebben een elektrisch ­verwarmingssysteem of warmtepomp die ervoor zorgt dat de auto op een vooraf ingestelde tijd kan voorverwarmen. Is zo’n voorziening aanwezig, laat het voorverwarmen dan starten wanneer de auto nog aan de laadpaal gekoppeld staat. Dan gebruikt de auto de stroom uit de lader en niet die van de accu. Voorverwarmen is goed voor de accu (je houdt meer rijbereik over), maar zeker ook fijn ­omdat het ervoor zorgt dat de autoramen sneeuw- en ijsvrij zijn voor vertrek. Bovendien is het interieur lekker warm. 
• Ga je op pad, gebruik dan vooral de stoelverwarming om warm te blijven. Dat verbruikt minder stroom dan de kachel en is goed voor het optimaal behouden van actieradius. Des te belangrijker ­omdat elektrische auto’s tijdens koude omstandigheden sowieso fors aan actieradius inboeten – ­accu’s presteren nu eenmaal slechter bij vrieskou. Houd dus rekening met een aanzienlijk kleiner ­rij­bereik als je op pad gaat.

Rijtraining

Het is voor geen enkele automobilist een overbodige luxe om te investeren in een rijtraining of slipcursus. Al was het maar om eens te ervaren wat een auto doet als de banden grip verliezen op een laagje water, ijs of (natte) sneeuw en het zaakje begint te glijden. Zo’n cursus is heus niet bedoeld voor iedereen die het leuk vindt op wild-sportieve wijze dwars over een rotonde te driften. 

De training helpt je het gedrag van een auto – en, niet minder belangrijk, de eventueel aanwezige elektronische rijhulpmiddelen – bij extreme omstandigheden te leren kennen en geeft je de kennis en vaardigheden om daarmee om te gaan. Je kunt zo’n cursus onder meer volgen bij de ANWB, Rijvaardigheidscentrum Lelystad/Verkeersveiligheid Groep Nederland en lokale aanbieders (zoek op ‘rijvaardigheidstraining’ of ‘slipcusus’).