Verslaafd aan het zoeken naar wat je mankeert

Ben je overmatig angstig over je gezondheid?

Getty Images

Zit je ook weleens uren achter de computer te zoeken naar wat je mankeert? En maken deze zoekresultaten je angstig, paniekerig en bang? Dan is de kans groot dat je cyberchondria hebt.

Cyberchondria komt van de woorden cyber en hypochondrie. Mensen die dit hebben zijn overmatig angstig over hun gezondheid, door de informatie die ze op het internet vinden. Maar liefst 90 procent van de Nederlanders gebruikt regelmatig zoekmachines zoals Google om gezondheidsinformatie te vinden. Een deel hiervan legt zichzelf een diagnose op, die niet van toepassing is.

Waar komt het vandaan?

In 2003 dook de term cyberchondria voor het eerst op in The Independent. Deze Britse krant beschreef hiermee ‘het excessieve gebruik van internetgezondheidssites om gezondheidsangst aan te wakkeren’. In 2008 werd er voor het eerst onderzoek gedaan naar dit verschijnsel, door Microsoft-medewerkers Ryen White en Eric Horvitz. Uit hun onderzoek blijkt dat bijna de helft van de ondervraagden zich overmatig zorgen gaat maken over de eigen gezondheid door het gebruik van het internet. Zorgen die in de meeste gevallen onnodig zijn.

In 2018 deed de Nederlandse Fam te Poel van de Vrije Universiteit Amsterdam onderzoek naar cyberchondria. Zij onderzocht ruim 5000 Nederlanders en hun online gewoontes als het gaat om gezondheidsinformatie. De communicatiewetenschapper kwam met dezelfde bevindingen als White en Horvitz: mensen die vaker online-informatie zoeken over de eigen gezondheid, voelen zich angstiger door de gevonden informatie. Ook blijkt dat deze mensen meer aandacht lijken te hebben voor informatie die, in veel gevallen onterecht, bevestigt dat er iets aan de hand is. 

Voor- en nadelen

Het zoeken van informatie op internet kan voor- en nadelen hebben. Het voordeel is dat er veel informatie op het internet staat en het een grote anonimiteit kent. Het nadeel is alleen wel dat het vaak niet duidelijk is of je de informatie kan vertrouwen. Daarnaast wordt het taalgebruik op internet niet aangepast op de kennis van de lezer en worden diagnoses opgesteld zonder rekening te houden met incidentie, prevalentie of relevante risicofactoren. 

Er zitten ook voor- en nadelen aan het stellen van eigen diagnoses. Zo is een voordeel dat de patiënt vaak uitgebreid kan vertellen wat hij ervaart en de dokter redelijk snel de diepte in kan gaan met de vragen. Een nadeel is wel dat een patiënt een set symptomen kan overdrijven ter ondersteuning van zijn zelfdiagnose. Hij kan tegengestelde symptomen minimaliseren of onderdrukken, wat nadelig is om een juiste diagnose te stellen.

Ook kan de patiënt zich overmatig druk gaan maken over zijn gezondheid, wat kan leiden tot (ernstige) stressklachten. Denk bijvoorbeeld aan een hoge bloeddruk en slapeloosheid. De angst om ernstig ziek te zijn kan veel leed veroorzaken bij mensen die geloven dat ze ongeneeslijk ziek zijn of een ernstige ziekte hebben. Het is voor hen vaak moeilijk om van dat idee af te komen.

Wat kan je doen?

Hoe ernstig cyberchondria ook klinkt, het hoeft je leven niet te bepalen. Met deze tips kan je de juiste hulp krijgen:

  • Sta open voor de deskundigheid van de dokter.
  • Probeer geen symptomen (bewust of onbewust) te imiteren, minimaliseren of onderdrukken.
  • Houdt een dagboek bij met symptomen die je ervaart.
  • Als je twijfelt aan de diagnose van de dokter, vraag een second opinion aan.
  • Zoek hulp bij een psycholoog om te praten over je angsten.
  • Te Poel: “je moet je bewust zijn van het feit dat veel online-informatie niet relevant is voor jouw persoonlijke situatie en zoek daarom met beleid en op betrouwbare websites.”

Betrouwbare websites

  • Websites van verenigingen, zoals de Depressievereniging.
  • Websites van fondsen zoals het Diabetesfonds.
  • Websites van stichtingen, zoals de Hartstichting.
  • Websites die geïnitieerd zijn door de Rijksoverheid zoals www.thuisarts.nl
  • Websites van ziekenhuizen, zoals UMC Utrecht.
  • www.gezondheidsnet.nl

Daarnaast kan je ook altijd aan de huisarts(assistent) vragen wat betrouwbare websites zijn. 

Auteur 
Bron 
  • VU medisch centrum