“Bewegen helpt juist bij artrose”

Meer bewegen kan bij 40 tot 50 procent van de patiënten een operatie uitstellen

Vrouw traint met gewichtjes
Getty Images

Het klinkt logisch: wanneer het kraakbeen in een gewricht afneemt, zet je er gewoon een nieuw gewricht in. Maar volgens orthopedisch chirurg Ivo Buchholz is opereren een laatste redmiddel bij artrose. “Er is ontzettend veel winst te behalen met een gericht beweegplan.”

Veel patiënten van orthopedisch chirurg Ivo Buchholz, verbonden aan Bergman Clinics en gespecialiseerd in heupen en knieën, hebben pijnklachten door artrose. “Een belangrijk onderdeel van mijn werk is dan om mensen te overtuigen om meer te gaan bewegen. Vaak kunnen ze dat niet meer goed door de pijn, of ze durven niet meer, bang om de boel verder te beschadigen. Maar verder beschadigen kan eigenlijk niet. Beweging, op de juiste manier, helpt juist goed bij artroseklachten.”

Wat maakt bewegen zo belangrijk bij artrose?

“Het begint met een verslechtering van het kraakbeen in een gewricht. Dat wordt dunner, zachter en brokkeliger. Dit leidt tot wrijving tussen de botten, wat voor pijn en verminderde bewegelijkheid kan zorgen. Het kraakbeen wordt gevoed door een gewrichtsvloeistof, een soort gel die door het kapsel wordt gemaakt. Die vloeistof wordt het gewricht in gezogen door afwisselende bewegingen, bijvoorbeeld als je wandelt of fietst. Bij artrose ontstaat een soort ontstekingsreactie en die veroorzaakt ook verandering in de voedingsvloeistof. Als je daarnaast minder gaat bewegen, komen er nóg minder voedingsstoffen bij het kraakbeen.”

Beschadig je het kraakbeen niet door te veel te bewegen?

“Dat gebeurt zelden. Ja, misschien als je aan topsport hebt gedaan. Profvoetballers hebben bijna allemaal artrose aan het einde van hun carrière, vaak door de belasting én door knieblessures waar ze niet goed van hersteld zijn. Ook kan het voorkomen bij mensen die voor hun werk zwaar moeten tillen, zoals in de bouw. Maar dat zie je door de strengere wetgeving eigenlijk niet meer. Mensen met een ‘gewone baan’ krijgen geen versleten knieën door bewegen. Ook niet als ze vaak hebben hardgelopen of werk hadden waarbij ze veel moesten staan of lopen.”

Hoe kan artrose dan ontstaan?

“Leeftijd speelt een rol; als je ouder wordt, wordt het kraakbeen zachter. Een andere factor is erfelijkheid. Wanneer artrose in de familie voorkomt, loop je een groter risico. Eerdere gewrichtsblessures kunnen ook een oorzaak zijn, en ik zie heel veel mensen die in het verleden een kruisbandoperatie hebben gehad of mensen bij wie de meniscus op de ‘ouderwetse’ manier verwijderd is. Tegenwoordig zijn we veel terughoudender met meniscusoperaties omdat deze het kraakbeen beïnvloeden. Verder speelt overgewicht een belangrijke rol. Vroeger dachten we dat dit was omdat de extra kilo’s een belasting vormen voor de kniegewrichten. Dat idee is door onderzoek onderuitgehaald, want mensen met overgewicht hebben ook vaker artrose aan hun handen, en daar drukt extra lichaamsgewicht niet op. We weten nu dat ongezond buikvet ontstekingsstofjes aanmaakt die de gewrichten aanvallen. Ook zorgen de vetcellen voor een ontstekingsreactie die slecht is voor het kraakbeen. Dat is nóg een reden om te bewegen: wanneer mensen met artrose afvallen, verminderen de klachten.”

Waar letten jullie op als het om bewegen gaat?

“Mensen komen met verschillende stadia van artrose bij ons. Soms hebben ze via de huisarts en een fysiotherapeut (kinesist) al een aantal fasen doorlopen van wat wij ‘stepped care’ noemen. Dat is een stapsgewijze aanpak waarbij eerst wordt gekeken naar leefstijladviezen en oefeningen die je thuis kunt doen. Wij kijken altijd wat er al gedaan is en hoe ernstig de beperkingen zijn in het bewegen. Door de pijn gaan patiënten automatisch minder bewegen, maar daar kan de artrose uiteindelijk erger van worden. Samen met de patiënt kijken we naar de belasting van de gewrichten en de belastbaarheid. Het is de kunst om die weer in balans te brengen. Vooral met fysiotherapie zoeken we het evenwicht tussen belasting en belastbaarheid, om daarna op te bouwen en sterker te worden.”

Hoe kom je erachter wat iemand aankan?

“We stellen vragen over wanneer iemand stopt met bewegen. Is dat al voordat de pijn begint? Het mag namelijk na de training best even gevoelig zijn. De vuistregel is: als je lichaam ’s nachts kan herstellen en je de volgende dag geen pijn meer hebt, ben je op het goede niveau aan het trainen. Je moet niet altijd onder de limiet blijven trainen, dan kom je niet verder. Het is zoeken naar de beste manier, samen met de fysiotherapeut.”

Bewegen veel patiënten te weinig?

“Een groot aantal van hen is al met alles gestopt. Met sporten, met fietsen, met langere stukken wandelen. Dat komt niet alleen door de pijn, het is ook onzekerheid. Wat kan ik nog, wat mag ik, maak ik iets kapot als het pijn gaat doen? Ik zeg vaak tegen mensen met een versleten knie of heup: ‘Je kunt niks kapot maken, het is al kapot. Het gaat niet veel slechter worden.’ We willen hen weer het vertrouwen geven dat ze mógen bewegen, dat het geen kwaad kan. Je moet daarbij stapsgewijs werken en de tijd nemen. Wat ook belangrijk is, is niet uitgaan van de piek van de klachten, want daar zit een cyclische beweging in. Het kan een hele tijd goed gaan en dan heftig terugkomen. Als je bij die eerste piek, hoe slecht iemand zich dan ook voelt, zegt: we gaan opereren, krijg je geen goede uitkomst.”

Wat zegt de wetenschap over het effect van bewegen bij artrose?

“Een grootschalig Deens onderzoek laat zien dat meer bewegen bij 40 tot 50 procent van de patiënten kan zorgen dat een operatie wordt uitgesteld. Mensen voelen zich beter, redden zich beter in het dagelijks leven. De pijn wordt hanteerbaar. De fysieke voordelen zijn dat mensen meer uithoudingsvermogen en energie krijgen. De belastbaarheid wordt verhoogd, ze krijgen sterkere spieren. Het gewricht kan beter bewogen worden, er komen meer voedingsstoffen vrij. Dit kan lukken wanneer je het goed aanpakt, met de juiste begeleiding.”

Gebeurt het weleens dat mensen zichzelf toch overbelasten?

“Ja, ik sprak vanmorgen een mevrouw met forse slijtage. Zij was nog steeds een fanatieke fietser en reed graag lange stukken met haar zoon. Dan kijken we samen: kan trapondersteuning helpen? Dat klinkt misschien alsof je iets verliest, maar zo blijf je in ieder geval wel bewegen, alleen met wat minder kracht op de gewrichten. Als je erg veel last krijgt, kun je misschien toch beter op een andere manier gaan sporten. Het is soms moeilijk om mensen daarvan te overtuigen. We zien best veel hardlopers hier, mensen die het heerlijk vinden om drie keer per week tien kilometer te rennen. Dan moet je zeggen: breng het terug naar vijf kilometer, of ga fietsen. Ik wil niemand zijn sport afnemen, maar soms is het verstandiger om iets aan te passen. Als je eerst een stap terugneemt, kijk je daarna of je het weer kunt opbouwen.”

Zijn injecties in het kraakbeen een optie?

“In de zogeheten stepped care komt die stap na aanpassingen in je leefstijl, meer bewegen, behandeling met diclofenac, een middel dat ontstekingen remt, en fysiotherapie. Als dat allemaal niet voldoende helpt, zijn corticosteroïde-injecties een optie. Die geven tijdelijke verlichting van een aantal weken tot maanden, waarbij de ontstekingsreactie in het kapsel tot rust wordt gebracht. Als er een enorme ontsteking is, kunnen de voedingsstoffen namelijk het kraakbeen niet bereiken. Wanneer de ontstekingen weer tot rust zijn gekomen, kun je met bewegen de belastbaarheid  gaan opbouwen. De laatste jaren geven we ook injecties met hyaluronzuur, een kraakbeenvoedingsstof. Wetenschappelijk gezien is daar wisselend bewijs voor. Maar als je er met een pragmatische blik naar kijkt, zie je dat 70 procent er plezier van heeft. Dat maakt het de moeite van het proberen waard.”

Wanneer is een operatie wel een optie?

“Als je echt alle stappen hebt doorlopen en toch nog elke nacht wakker wordt van de pijn. Of als je nog maar een kwartiertje of maximaal een half uur kunt lopen of fietsen zonder dat het veel pijn gaat doen. Het is een oplossing als je niet meer goed reageert op de conservatieve behandelingen, maar alleen dan. Ook met een prothese moet je op een gegeven moment die spierkracht weer gaan verbeteren. Dan moet je toch dat trainingstraject door.”

Dus ook na een operatie blijft bewegen belangrijk?

“Na zes tot acht weken herstel kun je weer stukken lopen en fietsen. Als je dan genoeg beweegt, hebben andere gewrichten daar ook baat bij. Het gebeurt regelmatig dat mensen bij me komen met twee knieën die pijn doen. Voor de operatie twijfel ik dan: zal ik eerst links of eerst rechts doen, omdat ze er even erg aan toe zijn. Maar doordat de patiënt na de operatie meer gaat bewegen, is een tweede operatie vaak niet meer nodig. Ook daarbij zien we dus positieve effecten als mensen zelf aan de bak gaan.”

Dr. Ivo Buchholzis sinds 2001 orthopedisch chirurg. Hij werkt bij Bergman Clinics en is gespecialiseerd in prothesiologie van heup en knie.

Een andere versie van dit artikel verscheen eerder in Plus Gezond november 2025. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai.

Auteur 
Bron 
  • Plus Gezond