Eigen bijdrage WMO mag wel lager dan €17,50

Jaap Roelants
Karine Hoenderdos

Voor de WMO moet ik een maandelijkse eigen bijdrage betalen van €17,50 . In mijn gemeente wordt dat bedrag alleen gerekend voor de zware WMO. Voor lichtere hulp is het tarief €8,50 per maand. Kan een gemeente dat zelf bepalen?

De letters WMO staan voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Die wet maakt het mogelijk dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen.  Via de WMO kunnen mensen huishoudelijke hulp krijgen, hun woning laten aanpassen, of het vervoer voor een dagje uit regelen. De diensten moet je in je eigen gemeente aanvragen.
 Met ingang van dit jaar is de eigen bijdrage voor deze regelingen vastgesteld op €17,50  voor iedereen. Eerder was de eigen bijdrage afhankelijk van inkomen en vermogen, wat heel veel rompslomp met zich meebracht.

Bovendien zijn er al zo veel inkomensafhankelijke regelingen, dat mensen die er steeds ‘net boven zitten’, eigenlijk slecht uit zijn.
 Maar de eigen bijdrage is een maximum, géén minimum. De gemeente mag een lagere eigen bijdrage vragen aan mensen die nog niet zoveel steun nodig hebben, bijvoorbeeld alleen een hulp, die een paar ochtenden per week komt. Dat gebeurt bij u. Maar elke gemeente heeft deze speling.


Maar toch is er een aantal gemeentes dat al de huishoudelijke hulp de afgelopen jaren buiten de WMO heeft  gehouden. Ze betaalden  deze kosten uit een ander potje. Daarmee omzeilen ze nu het nieuwe lage eigen risico van €17,50. Mensen vinden dat onredelijk. 
De VNG is  het overkoepelend orgaan van alle gemeenten in Nederland.  De VNG zegt dat de gemeenten die de huishoudelijk hulp uit een ander potje betaalden dan de  WMO, een overgangsjaar hebben. Dat betekent dat ze zich dit jaar nog niet hoeven te houden aan de nieuwe lage eigen bijdrage. Maar met  ingang van volgend jaar mag dit niet meer. Dan geldt het abonnementstarief van €17,50 per vier weken voor alle gemeenten, dus ook voor degenen die  huishoudelijk hulp nu uit aan ander potje dan die van de WMO betalen.

Auteur