Het blijft nog steeds schrikken aan de pomp, want 100 euro voor een volle tank is eerder regel dan uitzondering. Is het einde van deze scherpe stijging eindelijk in zicht?
In juni was een liter normaal het duurst: meer dan 2,50 euro per liter. Maar sindsdien lijkt er sprake van een trendbreuk, want we betalen nu rond de 2,42 euro per liter. Of deze daling doorzet is maar de vraag. Door de zomerperiode lijkt de vraag naar brandstoffen iets af te nemen. Als dat weer aantrekt kunnen de prijzen stijgen. De situatie in Oekraïne blijft onzeker en ook het ontbreken van de Russische olie, voelen we aan de pomp. Verschillende deskundigen, zoals Paul van Selms van United Consumers verwachten dat de prijs langzaam iets verder zal dalen naar dik twee euro per liter, als de markt weer wat stabieler wordt.
Minder belasting
Maar zelfs als de prijs voor ruwe olie daalt, zit er nog een addertje onder het gras. In de huidige benzineprijzen zit namelijk de accijnsverlaging van april 2022 al verwerkt. Daardoor blijft de schade enigszins beperkt en betalen we nu ruim 20 cent per liter minder.
Deze accijnsverlaging is in principe tijdelijk, dus wanneer de ‘normale’ benzineprijs weer daalt, bestaat de kans dat we aan de pomp alsnog de oude prijzen terugkrijgen doordat dit belastingvoordeel stopt.
LPG véél goedkoper
LPG rijders betalen veel meer wegenbelasting waardoor de vaste lasten van een auto op gas hoger zijn. Maar aan de pomp is het feest met zo’n tank in de auto: de prijs voor een liter LPG daalde sinds april van 1,12 euro naar 92 cent per liter. Het blad Autovisie rekende eerder uit of het voordelig is aan auto om te laten bouwen naar. Dat verschilt sterk per model en het aantal gereden kilometers, maar vanaf zo’n 20.000 tot 30.000 kilometer per jaar kan het al interessant zijn.