Neuropsycholoog Erik Scherder: ‘Altijd jezelf blijven uitdagen!’

‘Met het idee van ‘50+’ moeten we echt afrekenen’

Erik Scherder
Linelle Deunk

Hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder neemt de trap naar de vijfde verdieping en telefoneert lopend door de gangen van de VU. Tijdens het interview staat hij regelmatig op, maar onrustig is het niet. Scherder oogt geconcentreerd en gedreven. “Als je opgeeft, gaat je brein je niet helpen.”

Hoeveel heeft u vandaag al bewogen?

“Ik heb een half uur naar mijn werk gefietst. Ik ben naar een ander gebouw van de universiteit gelopen om de zaal te bekijken waar we college gaan houden. Ik heb koffie gehaald. En de vergadering van negen tot tien heb ik deels staand gedaan. Ik onderbreek het zitten omdat het essentieel is. Met mijn studenten doe ik het ook. In die grote zalen waar de hoorcolleges plaatsvinden zit iedereen met zijn laptop achter een heel klein klaptafeltje. Nou, je kunt je voorstellen wat er gebeurt als je na een half uur iedereen wilt laten staan om te bewegen: al die laptops kletteren van het klaptafeltje op de grond. Dat wordt niks. Toen heb ik geprobeerd hoe ver je kon gaan staan zonder dat dat tafeltje omhoog hoefde. En ja hoor: de perfecte squat. Dus dat doen we nu. Na een half uur komt iedereen los van de stoel en dan kijk ik wat voor woord er op het bord staat. Bijvoorbeeld: pariëtaalkwab. Dan ballen driehonderd studenten hun vuisten, steken hun armen naar voren en schrijven in de lucht: p a r i e t a a l k w a b. Heel langzaam. Hilariteit alom, natuurlijk, maar het moet! En het moet ook minimaal drie minuten duren hè.”

We proberen dit even uit en het is best zwaar. Moet het echt drie minuten?

“Ja, pas dan word je insulinegevoeliger. Je vermindert het risico op obesitas – overgewicht –, op hart- en vaatziekten en op ouderdomsdiabetes. Vroeger kregen mensen dit soort suikerziekte, type 2, op hun 70ste. Tegenwoordig krijgen twintigers het al. Onze kinderen groeien niet meer op met bewegen als normaal onderdeel van hun dag. Schermtijd, dat is normaal geworden.”

Kinderen zouden ook allemaal squats moeten gaan doen op school?

“Ja! Ik wil heel graag dat de overheid weer voor iedere basisschool muziek en kunst en bewegen verplicht stelt. Ik ken docenten die de kinderen laten rondrennen en ondertussen de tafels laten oefenen. Hebben ze nog gerekend ook! En daarna is de hele klas rustiger. Hoe dat kan? De hersenschors is geactiveerd door het bewegen en dat is ook het deel van de hersenen dat de remming regelt. Juist door het bewegen zitten ze daarna minder te wiebelen en beter op te letten.”

Bent u al in gesprek met de minister?

“Was het maar waar. Kijk, er is op dit ­moment een pandemie aan de gang waar je niets over hoort, maar die de Wereld­gezondheidsorganisatie al in 2012 heeft ­geconstateerd en die nog steeds jaarlijks voor 5,3 miljoen doden zorgt. Dat is de ­pandemie van het stilzitten. Stilzitten is net zo schadelijk voor de bloedvaten als ­corona. Dus ik vraag aan de overheid: hoeveel pandemieën heeft u nog nodig? Men wil er niet aan. Men wil niet betuttelen! Maar ik ben strijdvaardig en geef niet op. Tussen haakjes, jullie moeten echt af van de naam van jullie blad. (Hij bedoelt Plus Magazine, daar verscheen dit artikel eerder in.)

Pardon?

“We moeten echt afrekenen met het hele idee van ‘50+’. Als je je dat eigen maakt, dat je vanaf dat moment oud bent, dan geef je het op. En als je opgeeft, gaat je brein je niet helpen! Dat zoekt altijd de meest efficiënte weg, de weg van de minste weerstand. Je moet dus nooit gaan leven naar je leeftijd. Altijd ­jezelf blijven uitdagen! Maar wat doen we? We ­digitaliseren alles. Nee! Doe het zelf! Zelfs het deksel van de prullenbak gaat tegenwoordig automatisch omhoog. Vreselijk! Wat doen we nog meer? Op de kleinkinderen passen. En als het moeilijk wordt, geven we ze weer terug aan de ouders. Niet doen! Neem ook eens een nacht voor je rekening. Van een nachtje slecht slapen krijg je niks.”

Doet u dat ook?

“Zeker! Wij hadden laatst ons kleinkind te ­logeren. Het werd ziek ’s nachts. Nou, dan moet je eruit, bedden verschonen enzovoorts. Dat is uitstekend! Zo blijf je de aftakeling voor. Die begint overigens helemaal niet bij 50, maar echt bij 30. Vanaf dat moment vermindert de hoeveelheid myeline, de witte stof in je hersenen. Die stof zorgt voor verbindingen in het brein. Als je oud wilt worden én jong wilt blijven, moet je die hoeveelheid witte stof op peil houden. En daarvoor moet je zorgen dat je mentaal uitgedaagd blijft.”

U houdt zich op dit moment bezig met optimisme. Waarom is optimisme belangrijk voor het brein?

“Ik maak momenteel een serie uitzendingen voor de EO over optimisme. Optimisme geeft je perspectief. Je gaat op pad met het gevoel dat het goed zal aflopen. Optimisme kun je trainen, bijvoorbeeld door iedere dag een lijstje te maken van wat je goed gedaan hebt. Zo overwin je de neiging van je brein om op het negatieve te focussen. Wie positief in het leven staat, is beter opgewassen tegen pijn, stressbestendiger en veerkrachtiger.

Optimisme is iets anders dan hoop. Hoop hebben mensen, die een doel hebben. Je hebt er wél invloed op, maar je moet er moeite voor doen. Daar is weer die uitdaging die het brein nodig heeft. Het doel ligt misschien ver weg, maar iedere stap die lukt stemt vrolijk.

Voor de uitzendingen bezocht ik een Toon-tuin. Dat zijn tuinen, aangelegd in opdracht van Toon Hermans, waar mensen met ­kanker in de laatste fase nog actief kunnen zijn. Ik zag daar tegenop. Een van deze mensen had nog maar enkele maanden te leven. Anderen hopen op nog een paar jaar. Wat moet ik die mensen nou vragen over hoop, dacht ik. Maar wat blijkt: ook zij hebben hoop. Iemand wilde de kleinkinderen nog wat langer meemaken. Het werken in de tuin gaf hem een betere conditie. Dat verhoogde de kans dat zijn stamceltransplantatie zou aanslaan. En dat gaf weer hoop dat hij zijn doel zou halen.”

Neigt dat niet naar ‘denk je gezond’?

“Kijk, met optimisme en hoop genees je geen kanker. Je stemming wordt er wel beter van. De mensen in die tuin dachten: die kanker is mij overkomen, maar ik heb nog steeds een beetje regie over mijn leven.”

Hoe vertaalt u dit naar uw eigen leven? U hebt een dochter met een chronische ziekte, de ziekte van Crohn.

“Ja, dat is heel verdrietig. Zij en wij kijken toch: wat kunnen we nog doen? Zij is regelmatig geopereerd en dat is lang niet altijd succesvol geweest. We berusten in de situatie zoals hij is, maar het is een actieve berusting. We kijken voortdurend: hoe kunnen we de kwaliteit van haar leven wat beter maken? Zij wil bijvoorbeeld graag haar studie nog afmaken. Hoe gaan we dat mogelijk maken? Iedere twee weken moet ze een infuus. Af en toe heeft ze daar helemaal geen zin in. Nou, dan houden we even rust.”

Waar hoopt u zelf op?

“Ik hoop heel erg dat het Erik Scherder-huis een succes wordt. De naam vind ik vreselijk – van mij had dat niet gehoeven – maar het huis zelf is hard nodig. Jonge mensen met een hersenbeschadiging kunnen er ­revalideren, het is niet makkelijk wat hen te doen staat. Ik geef er eens in de week les over hersenfuncties en verder ben ik er elke dag wel een paar uur mee bezig. Er moeten cursussen komen, er moeten fondsen geworven worden. Momenteel probeer ik te regelen dat een deelnemer wat later met haar studie kan beginnen, met behoud van vrijstellingen. Dit huis succesvol te maken is mijn doel, en dat houdt me uitgedaagd. Ik moet er moeite voor doen. En ik ben optimistisch. Ik hoop dat het gaat lukken.”

Erik Scherder (1 december 1951) begon zijn loopbaan met de opleiding tot fysiotherapeut. Daarna deed hij een studie psychologie met specialisatie neuropsychologie en promoveerde hij bij professor Dick Swaab. Vervolgens werd hij hoogleraar Bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen en hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De Open Universiteit kende hem een eredoctoraat toe. Daarnaast schreef Scherder verschillende boeken over het brein. In het najaar van 2023 verscheen Hoop, hart, hersenen, geschreven met hoogleraar cardiologie Leonard Hofstra. De tv-serie over optimisme en hoop van de EO verschijnt in het voorjaar van 2024. Erik Scherder is gehuwd en heeft drie kinderen.

Een versie van dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine van december 2023. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine