Vriendschap tussen mens en cultuur

Getty Images

Een vriendschap met iemand uit een andere cultuur kan je leven verrijken, zo getuigen zowel deze Pluslezers als hun vrienden.

Saskia van den Brom (53) ontmoette de uit Ivoorkust afkomstige Annie Schiltmans-Emmanuel ­Eykerman (68) tien jaar geleden in het Toon Hermans Huis. Saskia kwam daar op bezoek bij een vriendin, Annie was daar om zelf aan te sterken.

Saskia: “Annie is zo’n vrolijk mens, daar word ik helemaal blij van. Dat voelde ik meteen toen ik haar voor het eerst zag in het Toon Hermans Huis. Met kerst wilde ik advocaat voor iedereen in het Toon Hermans Huis maken. ‘Oh, ik hou ook zo van koken’, riep Annie meteen. Ze vroeg of ik haar kon leren advocaat te maken. Zodoende is ze bij mij thuisgekomen en daar is onze vriendschap pas echt ontstaan.

We koken graag samen; ik heb van haar ­geklaarde boter leren maken, dat is typisch iets uit de tropen. Zij geeft me altijd zelf samen­gestelde muesli en kruidenmelanges. Maar wat we vooral graag doen is beeldbellen. Dat doen we zeker drie keer in de week, misschien wel vaker. Het is net alsof je bij elkaar op visite bent.

Van de buitenkant kunnen we niet meer verschillen, zij zo donker en ik zo wit, maar van binnen lijken we enorm op elkaar. Wij zijn zielsverwanten, kunnen overal om schater­lachen en denken vrijwel overal hetzelfde over. Ik vind het zo onnozel dat mensen naar huidskleur kijken, ik zie het allang niet meer. Het valt me pas op als mensen reageren wanneer wij samen ergens zijn. Annie blijft daarboven staan, maar ik pik het niet en zeg er wat van.”

Annie: “Mijn eerste hobby is koken, de tweede is praten. Zo heb ik destijds de taal geleerd en zo hebben Saskia en ik elkaar ook gevonden. Bij de eerste ontmoeting in het Toon Hermans Huis klikte het gewoon. Dat maak ik niet zo snel mee. Saskia houdt van lachen en lekkere dingen ­maken. Leeftijd en kleur spelen daarin geen rol. We noemen elkaar vaak gekscherend Duo ­Penotti. Ik ben een open boek en hou van rechttoe rechtaan. Saskia is precies zo; ze is heel open en eerlijk. We weten wat we aan elkaar hebben. Saskia is een van de weinige mensen bij wie je op de raarste tijden kunt binnenvallen. Van huis uit heb ik geleerd dat iedereen welkom is, ook al kom je onder etenstijd. Bij mij is er altijd genoeg eten en hoef je niet af te spreken om langs te ­komen. In Nederland is dat niet vanzelfsprekend en daarom vind ik het ook zo bijzonder dat Saskia dat wel heeft. We wonen niet dicht bij elkaar in de buurt, maar we beeldbellen wel vaak. Als er ook maar iets is, hangen we aan de telefoon en kunnen we uren praten. Verder maken we graag samen iets lekkers klaar. Ik hou van puur natuur; dat is voor mij heel logisch, maar voor Saskia was dat nieuw. Zo leren we van elkaar. Goede vriendschappen zijn op een hand te tellen. Saskia hoop ik nog lang als vriendin mee te maken.”

Erik Bosch (82) ontmoette de uit Afghanistan ­gevluchte Omar Qurishi (47) ruim 25 jaar geleden in een opvangcentrum voor asielzoekers in Den Haag. Erik gaf daar als vrijwilliger taalles.

Omar: “Mijn eerste herinnering aan Erik is dat hij aan het begin van de eerste taalles een zakdoek uit zijn broekzak haalde en ons vertelde hoe dat in het Nederlands heette. Dat intrigeerde mij. Na afloop bleef ik in het lokaal achter en raakten we aan de praat. Al snel ontstond de gewoonte dat we na de les samen een wandeling maakten. Erik was altijd oprecht in mij geïnteresseerd en toonde respect voor mij. Hij vertelde me op zijn beurt ook uitgebreid over zijn leven en wat hem bezighield. We bleven met elkaar wandelen, ook toen ik naar ­Heerenveen verhuisde. We delen de passie voor oude kerken en gebouwen.

Onze vriendschap is mij zeer dierbaar. Aan de ene kant voelt het als vader-zoonrelatie, maar aan de andere kant is het een diepe vriendschap waarin we alles kunnen bespreken. Ook nu nog maant hij me regelmatig aan om minder hooi op mijn vork te nemen. Ik ben een ondernemend persoon en heb naast mijn baan en gezin allerlei andere activiteiten die tijd en energie kosten. Erik kent me heel goed en mag me ongevraagd feedback geven. Door corona konden we elkaar lange tijd niet meer ontmoeten. We bellen elkaar wel wekelijks en hebben dan gelijk een uitvoerig gesprek. Hij stuurt me ook elke week een volgeschreven ansichtkaart. De meeste heb ik bewaard en lees ik regelmatig terug. Mijn kinderen hebben lang gedacht dat Erik hun grootvader was, zo nauw verweven is hij met ons leven. Hij, zijn vrouw en zijn kinderen voelen als familie.”

Erik: “Honderden leerlingen heb ik voorbij zien ­komen; Omar is de enige die ik bij ons thuis heb uitgenodigd. Dat was nadat hij was overgeplaatst naar Heerenveen. Eerst correspondeerden we met elkaar. Daarna drong mijn vrouw erop aan hem uit te nodigen voor een paaslunch bij ons thuis. Het was geen moment onwennig aan die volle tafel. Omar is goed en vrolijk gezelschap en paste naadloos bij onze drie kinderen. Al moest hij er aan wennen dat mijn kinderen zorgeloos kritiek op hun vader konden uiten. Maar hij is wendbaar en totaal niet rechtlijnig. Sindsdien werd ons contact intensiever. We bleven schrijven en bellen en eens in de twee maanden zocht ik hem op in Amsterdam, waar hij studeerde. We maakten lange wandelingen door de stad en aten na afloop op zijn studentenkamer. Later is zijn vrouw overgekomen en leerde ik haar ook kennen.

Mooi om te zien hoe zij zich in korte tijd ontwikkelde. In eerste instantie droeg ze een hoofddoek, gaf me geen hand en bleef in de keuken zitten. Inmiddels zijn we on kissing terms en is ze een volkomen West-Europese vrouw. In veel opzichten zijn we door onze achtergrond elkaars tegenpolen. Dat levert geen conflict maar stof tot boeiende gesprekken op. In het begin van onze vriendschap had ik meer de touwtjes in handen; dat veranderde al snel in een gelijkwaardige relatie. Omar heeft enorm veel bereikt door snel de taal te leren, hard te werken en te studeren. Hij en zijn gezin zijn een echte aanwinst voor onze maatschappij.” 

Hoe vind je nieuwe vrienden? Wij geven drie tips op www.plusonline.nl/vrienden-maken