Hoera, de meester is terug

Fred Pronk (63) ging in 2006 met de vut, nadat hij ruim dertig jaar voor de klas had gestaan. Na drie maanden hield hij het niet meer uit.

Ik stond de huiskamer te witten, dat soort dingen ga je dan doen, en opeens had ik het helemaal gehad. Met mijn verfhanden pakte ik de telefoon en belde de eerste de beste school die ik in het telefoonboek tegenkwam. Bij de tweede – een vmbo-school – kon ik diezelfde middag nog langskomen.

Een week later ging ik weer aan de slag en stond ik weer voor twintig uur in de week voor de klas. Heerlijk. Dat was amper drie maanden nadat ik met de vut was gegaan.

Iedereen heeft natuurlijk een verschillend energieniveau. Dat van mij ligt toevallig bovengemiddeld hoog. Het enige waaraan ik merk dat ik ouder word, is dat ik ’s avonds wat minder lang doorga met correctiewerk. Ik werk niet meer tot 1 uur, maar tot 11 uur, zeg maar. Maar het werk blijft heerlijk. Ik zie mezelf zo nog wel doorgaan tot m’n 70ste. Het houdt me scherp en fit.

Ik ben gewend om zestig uur of meer per week te werken. Ik weet eigenlijk niet beter. Ik kom uit een middenstandsgezin, mijn vader had een viswinkel in Scheveningen. Bij toeval ben ik naar de kweekschool gegaan en in het basisonderwijs beland. Uiteindelijk werd ik directeur op die school. In de tussentijd studeerde ik Engels bij de LOI. Toen ik 23 was, haalde ik mijn MO-akte.

De LOI vroeg me daarna om ook voor hen te gaan werken. Jarenlang heb ik naast mijn baan ’s avonds lesgegeven in het volwassenonderwijs. Ook gaf ik gaf bijvoorbeeld cursussen in een chemische fabriek in Vlaardingen. Nog steeds doe ik voor de LOI correctiewerk. Al veertig jaar lang.

Lesgeven zit in je
Lesgeven past bij me. Ik heb het in me. En ik heb het geluk gehad dat anderen dat ook zagen. Zoals de hoofdonderwijzer van de school waarop ik begon na de kweekschool. Hij leerde me het vak. Wel vier, vijf keer per dag liep hij even mijn klas binnen en gaf me tips.

En toen ik halverwege mijn LOI-opleiding was, nam ik bijles van een oude lerares Engels omdat ik voelde dat ik nog iets miste. Ook zij leerde me iets heel belangrijks, namelijk om bij het lesgeven boven de methode te staan. Dan kun je altijd en overal lesgeven, en overleef je alle onderwijshervormingen.

De bagage die ik heb, is niet te vergelijken met wat ze nu leren op de lerarenopleidingen. Die opleidingen zijn zo uitgekleed, het niveau is zo gedaald. De parate feitenkennis van jonge leraren is een stuk minder dan vroeger. En ook voor didactiek is op de opleiding minder aandacht.
Tegelijkertijd is het lesgeven alleen maar moeilijker geworden. De samenleving is minder eenduidig, veel ouders hebben opvoedproblemen, allochtone kinderen kwamen erbij. In iedere klas zitten tegenwoordig wel een paar probleemkinderen. Niet voor niets vallen zoveel docenten uit.

Op de vingers getikt
Van 1981 tot 2006 gaf ik les op het Mon­driaancollege in Leiden. Ik heb alle onderwijshervormingen over me heen gehad: de basisvorming, de tweefasenstructuur, het ­studiehuis.

Ik heb het volgehouden omdat ik dat andere werk ernaast had. En ik ben altijd stug blijven lesgeven op mijn eigen manier. Al ben ik daar wel af en toe voor op m’n vingers getikt. Het is ook voorgekomen dat de inspecteur werd omgeleid, omdat hij niet mocht zien hoe Pronk daar les stond te geven: klassikaal, ­ouderwets.

Bij toeval kwam ik vorig jaar in contact met de Teach-In Group. Een innovatieve jonge club die docenten uitzendt naar scholen die hulp nodig hebben. We zijn onderwijsdokters, zeg maar. We werken als interim-docent of -coach op scholen die wegens ziekte of andere oorzaken vacatures hebben openstaan. Ik moest een heel traject doorlopen voordat ik via hen mocht werken. Ik kreeg bijvoorbeeld een assessment waarbij ik voor een klas leerlingen stond die geïnstrueerd was om het me zo moeilijk mogelijk te maken. Achter in de klas keken ze hoe ik het oppakte. Daarna werd ik uitgezonden.

Het werken voor deze organisatie is ontzettend leuk. Ze eisen een hoog niveau en houden de resultaten voortdurend in de gaten. Maar het leukste is dat ik nu zelf mijn voorwaarden kan stellen. Ik kom alleen als ik klassikaal mag lesgeven. Op míjn manier. Dat vertel ik zo’n school als ik kom kennismaken. En vooralsnog gaan ze daar gretig op in.

Ik word direct betaald door de school waar ik werk. Dat salaris is hoger dan via de onderwijs-cao. Maar dat is geen probleem, want vanwege mijn betrekking bij de LOI ligt mijn bijverdienmarge van de vut hoger dan normaal.

Vier scholen tegelijk

Vorig jaar werd ik opeens gebeld door een school in Hilligersberg. Die wilden me meteen hebben. Dat werk heb ik een tijd gecombineerd met een school in Gouda. Maar op een gegeven moment werkte ik op vier scholen. Ik had vier tassen in mijn auto en ik moest werken met vier verschillende manieren om cijfers in te voeren. Dat werd me toch echt teveel.

Sinds dit schooljaar heb ik twee scholen. Natuurlijk volg ik de methodes die daar gebruikt worden, maar wel op mijn manier. Vertalen doen ze tegenwoordig niet meer en grammatica is een vies woord geworden. Maar ik let wél extra op uitspraak en op grammatica. Ik geef die kinderen een schrift en komen we een probleempje tegen, dan leg ik het uit en noteren ze dat. In het begin kijken ze me wel even vreemd aan. Maar ik leg ook uit dat je eigenlijk niets aan een taal hebt als je geen goede uitspraak hebt, en als je geen parate kennis hebt van de grammatica. En natuurlijk zijn er basisregels. Ze moeten bijvoorbeeld stil zijn als de leraar praat.

Mijn aanpak wordt gewaardeerd. Op verzoek van de rector zitten op die school in Hilligersberg tijdens mijn lessen nu af en toe beginnende leraren achter in de klas, om bij mij de kunst af te kijken.

Wijsgrijs
Een tijdje terug kreeg ik via het pensioenfonds een brief over Wijsgrijs, een initiatief om vuttende leraren weer af en toe voor de klas te krijgen. Ik heb daar zelf geen tijd voor, maar het is goed dat ervaren leerkrachten weer ingezet worden.

Maar je moet er wel aan toe zijn. Mensen die niet willen moet je vooral met rust laten. Dat ligt voor iedereen verschillend. Ik moet er niet aan denken om tien keer per dag de hond uit te laten, of mijn tijd te vullen met fietstochtjes. Mijn vrouw staat ook nog één dag per week bij de kleuters. We hebben genoeg vakantie. Van de zomer zijn we naar de Noordkaap geweest. En daarna had ik weer helemaal zin om voor de klas te staan.”

www.teachingroup.nl
www.wijsgrijsinhetonderwijs.nl

Wilt u Fred een vraag stellen?

Bron 
  • Plus Magazine