Lviv: puur, rauw, maagdelijk

Het Parijs van het oosten, Venetië zonder water, Florence in oervorm. Straks is het een tweede Praag. Nu is het nog ongerept: Lviv in Oekraïne.

De treincoupé hield het midden tussen een balkonloge in een Russisch theater en grootmoeders eenkamerappartement in een prehistorisch bejaarden­tehuis. Zo rook het ook. Naar stof en naar zolder. Er hingen gezellige sfeerlampjes die een omfloerst licht op de zitplaatsen wierpen. Eigenlijk zat je in een rijdende huiskamer die door een wit en ­desolaat landschap schoof.

Om half twee ’s middags was ik in Krakov in Polen op de trein naar Lviv gestapt. Hoewel de verwachte aankomsttijd ruim voor middernacht zou zijn, was een slaapcabine verplicht. De trein zou namelijk doorrijden naar Kiev en Odessa, helemaal aan de Zwarte Zee, en dan moest er immers geslapen worden.

Aan de grens, op een strook niemandsland, stond de trein drie uur lang mokkend, eenzaam en verlaten in de sneeuwstorm. Zou Dokter Zjivago ons op zijn dampende hengst komen redden? De wielen werden omgezet naar een andere spoorbreedte. Intussen werden de reisdocumenten en de bagage gecontroleerd. De reis duurde al met al zo’n negen uur.

Gladde kinderkopjes

Je verlaat de trein in een totaal andere wereld, waar je geen enkel gesprek meer kunt voeren. Waar je niet de weg kunt vragen, waar je niet de straatnamen kunt lezen, of de menukaart in het restaurant, of de prijslijst in het hotel, niks. Schoonheid heeft zijn prijs. Als je iets maagdelijks, iets puurs, iets rauws wilt ontdekken, moet je pijn lijden. Dat weet iedereen. Lviv, met zijn compacte centrum, is adembenemend mooi.

De unieke oude stad staat niet voor niks op de Unesco Werelderfgoedlijst, met zijn Rynok (marktplein), stadhuis, kerken, kloosters, pleinen, pleintjes, doorgangen en poorten. Niet alleen in het oude stadsdeel zie je kasseienstraten, ze zijn werkelijk overal. De auto’s glibberen over de gladde kinderkopjes, de schokbrekers hebben er allang de brui aan gegeven.

Stervormige fonteinen

De hoofdstraat is Svobody Prospect, met op de kop het Lviv Opera Ivan Franko. Met zijn barok- en renaissancerijkdom is dit gebouw een van de mooiste in zijn soort van Europa. Aan de Rynok kun je de toren van het stadhuis beklimmen via een krakende en zuchtende trap. Mensen die hoogtevrees hebben kunnen maar beter niet naar beneden kijken.

Eenmaal boven heb je een magistraal uitzicht over het oude centrum van Lviv. Je ziet de schitterende huizen van de Rynok, zoals het Zwarte Huis met de rijk geornamenteerde gevel, het Bandinelli Paleis in renaissancestijl dat gebouwd is in opdracht van een Florentijnse handelsman met dezelfde naam, het Korniakts Paleis dat toebehoorde aan een puissant rijke Griekse koopman, en nog veel meer indrukwekkende gevels. Verder zie je de vier stervormige fonteinen met beelden van de Griekse (half)goden Amphitrite, Diana, ­Neptunus en Adonis.

Vlakbij de Rynok is Virmenska Street, met de beroemde Armeense Kathedraal. Nog een tip om zowel de binnenstad als de periferie te bekijken, die heel interessant en mooi kan zijn: neem de tram. Elke lijn is goed. Ze waaieren uit vanuit het centrum en komen altijd bij het station uit, daarna hobbelen en bonken ze weer terug naar het centrum. Lijn zes is de enige die door saaie wijken rijdt.

U kunt ook een taxi nemen, maar zorg dat u wel van tevoren een prijs afspreekt, anders bent u aan de goden overgeleverd. En als de chauffeur beweert u niet te verstaan, schrijf dan het bedrag dat u wilt betalen op een papiertje. Als het om geld gaat, begrijpt elke chauffeur opeens alles.

Overal leeuwen

De stad is meer dan 750 jaar oud. Volgens de legendes zag de Roetheense vorst Danylo Romanovytsj – toen hij van een veldtocht huiswaarts keerde – een heuvel die in hoge mate geschikt leek om een stad op te bouwen. Hij noemde de stad in aanbouw naar zijn zoon Lev, wat in onze taal Leo betekent. Daarom wordt de stad ook Leopolis genoemd en zie je overal beelden van leeuwen.

Lviv wisselde door de geschiedenis nogal eens van eigenaar. Die bewogen geschiedenis heeft interessante sporen nagelaten. De Polen, Roethenen (Oekraïners), Russen, Duitsers, Joden en Armenen die er door de tijd huisden, hebben met elkaar het stadsbeeld bepaald. Je ziet een veelvoud van stijlen als gotiek, barok, classicisme, jugendstil en neo­stijlen die vreemd genoeg toch een uitgekiende eenheid en harmonie vormen. En alles is nog onaangetast, in originele staat en niet verziekt door megalomane Sovjetbouw.

Een tijdlang was de stad de hoofdstad van West-Oekraïne, daarna werd hij Pools, Russisch en in de tweede wereldoorlog ­nazi-Duits. Lviv werd bezet en geterroriseerd door de nazi’s, die tienduizenden Joden deporteerden en vermoordden. In de Janowskastraat was een concentratiekamp, het hoofdgebouw is nu een gevangenis waar je niet mag fotograferen.

Tweemaal kerstmis

Het was nieuwjaarsdag toen ik aankwam in Lviv. De televisie op de hotelkamer braakte een brei van Russische kerstliederen uit. Mijn conclusie was onmiddellijk dat ze daar achterlopen, ook met de kerst; maar de waarheid bleek anders.

Veel Oekraïners vieren kerst ­namelijk later dan bij ons. Het hangt ervan af bij welke kerk ze horen. De orthodoxe geloofsovertuigingen vieren op 7 en 8 januari hun eerste en tweede kerstdag. En uiteraard is het 6 januari kerstavond. Er zijn in Lviv kerken te over om dat te vieren. Nieuwjaar is overigens gewoon nieuwjaar, net als bij ons.

Ik logeerde in het George ­Hotel. Dat moet je zwaar en bulkend uitspreken, ongeveer als: ­Dzhorzh. Dit hotel is een oude dame met een hardvochtige Slavische ziel. Maar als zij je eenmaal in haar hart en armen heeft gesloten, wil je nooit meer weg. Geen stroperige beleefdheid, maar gewoon rechttoe rechtaan.

Ik heb alle drie de klassen in het hotel voor u uitgeprobeerd. Van toeristen­klasse met veldbedden op de ­kamer, hurk-wc en onvindbare douche op de gang, via medium-de-luxe tot super-de-luxe. De prijzen zijn allemaal voordelig, voor twee personen respectievelijk 45, 90 en 110 euro.

De bediening is heel curieus, met een kijvende feeks als chef en een terugscheldende meneer in zijn zondagse pak als onderbaas. Als je om een extra kopje koffie of thee bij het ontbijt vraagt, proberen de lakeien in het sprookjes­paleis je nog gauw even op te lichten. De ingeslapen ober rechtte onmiddellijk zijn rug en vaardigde een oekaze uit dat het kopje thee contant betaald moest worden en liet vervolgens het geld in zijn eigen zak verdwijnen. De schrik was groot toen hij niet kon wisselen en ik suggereerde het bedrag maar bij de receptie te gaan betalen. Probeer dan je lachen maar eens in te houden. U hoeft zich overigens geen zorgen te maken: het gaat over minuscule bedragen.

Ontwakende reuzen

Toen ik na zes dagen wegging, schrijnde het besef dat ik Lviv nog steeds niet goed had leren kennen. Op zondagochtend, om acht uur, in de taxi naar het ­station, zag ik eindelijk de stad in maagdelijke staat. Het had die nacht gesneeuwd, de straten waren verlaten, de lichten in de huizen brandden nog niet, het leek of ik in een vreemde film terecht was gekomen, een film die in de middeleeuwen speelde. In het duister en onder de sneeuw zag je de sleetsheid niet. De gebouwen staarden me aan: ontwakende reuzen die zich de slaap uit de ogen wrijven en zich opmaken voor/schrap zetten voor de januarikerst. Dát is Lviv, een stad die je grijpt en waar je naar terugverlangt.