Naar leeftijd vragen mag, oud vervangen door jong niet...

Wanneer mag een werkgever onderscheid maken naar leeftijd en wanneer niet? Uit de uitspraken van de Commissie Gelijke Behandeling blijkt waar de grens ligt.

Ongeveer een derde van de uitspraken van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) ging vorig jaar over leeftijd: 72 van de 223. Dat blijkt uit de Oordelenbundel 2007 van de Commissie, die onlangs verscheen. Daarin worden alle vonnissen van de CGB in 2007 besproken.

Van de uitspraken inzake leeftijdsdiscriminatie gingen er 25 over werving en selectie. Op één geval na ging het steeds om mensen die het oordeel van de Commissie vroegen omdat zij naar hun eigen mening te oud waren bevonden in een sollicitatieprocedure.

Hoewel het al enige jaren verboden is ongemotiveerd leeftijdsgrenzen te stellen, waren er in 2007 nog twee werkgevers die zich er op beriepen de regels niet te kennen. Dat werd natuurlijk niet geaccepteerd. Ook indirecte leeftijdsgrenzen zijn verboden. Tevens geldt dat een maximum ‘werkervaringseis’ een rechtvaardiging nodig heeft. Anders is het een verkapte manier om ouderen uit te sluiten.

Naar schatting een derde van de klachten over leeftijdsdiscriminatie werd gehonoreerd. Zo viste een klager achter het net die het cv terug kreeg met daarin de leeftijd onderstreept. De CGB vond die aanwijzing te dun.

Snelle afwijzing

Ook als tijdens een sollicitatiegesprek naar de leeftijd wordt gevraagd, is dat nog geen bewijs van leeftijdsdiscriminatie. En een snelle afwijzing betekent evenmin dat de sollicitant vanwege de leeftijd is afgewezen. Datzelfde is het geval als er een jongere kandidaat is aangenomen. In zulke gevallen blijkt vaak dat de werkgever goede argumenten heeft waaruit blijkt dat de oudere kandidaat om andere redenen niet de meest geschikte kandidaat was.

In enkele gevallen keurde de CGB het stellen van een leeftijdseis goed, bijvoorbeeld als de leeftijdsopbouw en continuïteit van de organisatie dat vragen. Een 62-jarige werd daarom terecht afgewezen voor een functie waarin beginners worden opgeleid. Ook het feit dat iemand bij eventueel ontslag een onevenredig hoge uitkering zou krijgen, bleek een rechtvaardiging om een oudere niet aan te nemen.

Uit een ander oordeel blijkt dat een werkgever wél de fout ingaat als hij iemand ontslaat omdat het bedrijf streeft naar verjonging. Volgens de CGB mag dat nooit ten koste gaan van het zittende personeel.

Vrijwilligerswerk

De Commissie boog zich ook over vrijwilligersovereenkomsten, enkele keren bij 65-plussers. Een organisatie had een grens van 80 jaar in de overeenkomst met nieuwe vrijwilligers staan. Een bestaande vrijwilliger moest echter ook stoppen bij het bereiken van die leeftijd. Onterecht, vond de CGB. Het argument dat een verzekering voor 80-jarigen ‘te duur’ zou zijn, ging niet op. Tegen een kleine verhoging zijn vrijwilligers tot hun 90ste te verzekeren.
Opmerkelijk is dat de oordelen van de CGB in het algemeen geaccepteerd worden door beide partijen. Daardoor hoeft de rechter zich nauwelijks nog uit te spreken over leeftijdsdiscriminatie.

Trend: minder klachten
Het aantal klachten bij de Commissie Gelijke Behandeling daalt, na jarenlang te zijn gestegen. De trend boog om in 2007 en zet dit jaar door. Volgens een woordvoerder komt dit doordat er minder ‘ongegronde’ zaken worden voorgelegd. Blijkbaar weten steeds meer mensen waarover de Commissie wel en niet oordeelt.

In 2003 kreeg de Commissie 339 klachten binnen. Dat liep op naar 428 in 2004, 621 in 2005 en 694 in 2006. In 2007 waren dat er 515.
Overigens loont een gang naar de Commissie wel degelijk. In 207 stelde de Commissie in 36 procent van de gevallen de klager in het gelijk, en oordeelde men dat er ‘strijdigheid was met de wet’.

Commissie Gelijke Behandeling (CGB), Postbus 16001, 3500 DA Utrecht (Tel. 030–888 38 88, www.cgb.nl).

Auteur