Nieuwe regels gastouders

De subsidieregels voor gastouderopvang zijn strenger geworden en de beloning lager. Toch kan het betaald oppassen nog steeds aantrekkelijk zijn. Zó pakt u het aan.

Hoe speel je het nog klaar?

Oppassen op de kleinkinderen doen we natuurlijk gratis en voor niets. En met veel plezier! Maar wat als het structurele afspraken worden, die op een soort oppasregeling gaan lijken, of als er op meerdere kinderen wordt gepast? Dan kunnen zowel ouders en grootouders zich gaan afvragen of daarvoor betaald zou moeten worden. Maar hoeveel is redelijk?

Met dank aan de subsidieregeling voor zogeheten ‘gastouders’ werd die vraag vijf jaar geleden makkelijk te beantwoorden. De fiscus verstrekte, onder voorwaarden, een vergoeding van €6,10 per uur voor de oppas aan huis. Dit bedrag hing dan wel af van het inkomen van de ouders van de kinderen en er waren nog wat formaliteiten nodig, zoals het aansluiten bij een gastouderbureau. Maar het verschafte in elk geval duidelijkheid aan grootouders en ouders. Wie het slim aanpakte, kon zo lekker bijverdienen als oppas. Tot wel een paar duizend euro per jaar. Toen dat eenmaal tot de massa doordrong schoten de gastouderbureaus als paddenstoelen uit de grond.

In de eerste helft van 2007 bijvoorbeeld, nam de opvang door gastouders met 72 procent toe en werden de eerste voorzichtige vragen in het parlement gesteld. Daarmee kwamen de eerste barstjes in de opvangsubsidie. Er waren geluiden dat grootouders eigenlijk helemaal niet betaald willen worden voor hun oppaswerk en het geld gewoon in de spaarpot van hun kleinkinderen storten. Ook zouden gastouders meer uren declareren dan ze aan het werk waren. De Belastingdienst kondigde aan beter te gaan controleren. Maar hoe doe je dat zonder een inspecteur bij de mensen thuis te plaatsen?
Ondanks alle bedenkingen groeide de gastouderopvang explosief: er worden 212.000 kinderen opgevangen door 80.000 gastouders. Dat is ongeveer een derde van alle kinderopvang, want in totaal worden 655.000 kinderen ergens ondergebracht. De rekening voor de Staat is opgelopen tot €2,7 miljard voor allerlei vormen van kinderopvang.

Staatssecretaris Sharon Dijksma zette daarom het mes in de gastouderregeling. Formele gastouderopvang wordt vanaf dit jaar dan ook alleen nog vergoed als de gastouder op één locatie ontvangt (en niet bij diverse kinderen thuis), bepaalde diploma’s heeft, bij een erkend bureau ingeschreven staat en meewerkt aan een inspectie door de GGD. De oppassubsidie is verlaagd van €6,10 naar €5 per uur.
Strenger dus en slechter betaald. Maar toch kan het betaald oppassen nog steeds aantrekkelijk zijn. Overweegt u te gaan of te blijven oppassen met aanspraak op een extraatje van de overheid? In vijf stappen leggen we uit wat u daarvoor nu moet doen.

Stap 1 Bereken wat het oplevert

Allereerst is het belangrijk of het aanvragen van subsidie wel zinvol is. Het ‘uurloon’ voor oppassen is gedaald van €6,10 tot €5 per kind. Maar die €5 is zeker niet het bedrag dat u als gastouder overhoudt. Het is een bruto bedrag, waar belasting over betaald moet worden. Als u zorg- of huurtoeslag hebt, is het oppassen of de inkomsten niet ten koste gaan van die tegemoetkomingen. Daarnaast bent u als gastouder een maandbedrag schuldig aan het gastouderbureau, waarbij u zich verplicht moet aansluiten.
Op de websites van een aantal grotere gastouderbureaus kunt u een ‘subsidiecheck’ doen. Door een aantal gegevens in te vullen ziet u wat u in grote lijnen netto overhoudt. In veel gevallen is dat niet meer dan €2,50 per uur.

Stap 2 Kies een gastouderbureau

Als u hebt besloten de gastoudersubsidie te willen ontvangen, dan moet u een erkend gastouderbureau opzoeken. Daarvan zijn er tientallen, die meestal landelijk werken. De grootste is Via Viela, waarbij ongeveer twintigduizend gastouders zijn aangesloten. De bureaus hebben consulenten die een persoonlijk gesprek aangaan met de gastouder en de ouders van de kinderen die opgevangen moeten worden. In het merendeel van de gevallen zijn dat de grootouders en hun kinderen. Het gesprek van de consulent gaat over drie hoofdzaken: de veiligheid van de locatie waar de kinderen worden opgevangen, de opleiding en de betrouwbaarheid van de gastouders en de financiële gevolgen van het ontvangen van de subsidie.

Stap 3 Pas de woning aan

Afgesproken moet worden waar de kinderen opgevangen moeten worden. In de praktijk is dat bij de grootouders thuis of bij de ouders thuis. Hebt u eenmaal een keuze gemaakt, dan kunt u daar niet meer van afwijken, ook niet als u in een ander huis op andere (klein)kinderen wilt passen. De overheid vindt een dergelijk reizend circus ongewenst, omdat ze dan niet meer kan controleren of de veiligheid wel voldoende in acht genomen wordt. Op het gebied van veiligheid moeten stopcontacten afgeschermd zijn en hekjes voorkomen dat kinderen van een trap of in een vijver vallen. Er moet zowel binnen als buiten voldoende speelgelegenheid zijn. Als gastouder mag u niet meer dan zes kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar opvangen.
De consulent doet vervolgens jaarlijks een zogenaamde risico-inventarisatie, om vast te stellen of de opvang veilig is; de GGD controleert ook nog eens de opvanglocatie.

Stap 4 Ga op cursus

Als gastouder moet u goed weten hoe u met kleine kinderen moet omgaan, vindt de overheid. Als grootouder hebt u waarschijnlijk zelf kinderen grootgebracht, maar een extra cursus kan soms toch nuttig zijn. Als u een opleiding mbo 2 Helpende Zorg & Welzijn hebt, acht de overheid u geschoold. Een pedagogische opleiding telt ook.
Grootouders met veel levenservaring kunnen een beroep doen op een EVC-certificaat, waarin verworven vaardigheden officieel erkend worden. Dat kost €500. Daarnaast moet u als gastouder een cursus Eerste Hulp aan Kinderen volgen, om slagvaardig te kunnen ingrijpen als er tijdens de opvang iets gebeurt met een kind.
Als gastouder hebt u ook een Verklaring Omtrent Goed Gedrag (VOG) nodig. Dat moet u aanvragen bij de gemeente en ondertekend inleveren bij het gastouderbureau.
Door aan al deze eisen te voldoen wordt u een erkend gastouder en opgenomen in een nationaal gastouderregister. Dat is essentieel voor het verkrijgen van de subsidie.

Stap 5 Reken af

De afrekening begint bij de ouders van de kinderen, die kinderopvangtoeslag aanvragen bij de Belastingdienst. Dit is weliswaar een inkomensafhankelijke regeling, maar tot een gezamenlijk inkomen van €130.000 is een toeslag mogelijk. De ouders maken deze toeslag over naar het gastouderbureau, dat vervolgens de gastouder betaalt. Wanneer u als gastouders meer uren maakt dan eerder werd gedacht, kunt u die extra uren via het gastouderbureau vergoed krijgen. Dat geld wordt aan het einde van het jaar uitbetaald. Met dit op zich vrij ingewikkelde systeem van rondpompen van geld, denkt de overheid fraude te beteugelen.
Aan het eind van het jaar maakt u als gastouder de balans op en kijkt u of er geen financiële complicaties zijn. Wordt uw bijstandsuitkering gekort? Blijven huur- en zorgtoeslag in stand? Wat zijn de kosten van het gastouderbureau in relatie tot de opbrengsten? Wat gebeurt er als u 65 jaar wordt? Voor iedereen kan het financiële plaatje weer anders zijn.

Rekenvoorbeeld

Gezinnen met jonge kinderen hebben, als ze gebruik maken van een vorm van kinderopvang, recht op een kinderopvangtoeslag. Een echtpaar dat samen €45.000 verdient en twintig uur per maand kinderopvang heeft, krijgt €81 toeslag. Of de ouders parttime of fulltime werken maakt niet uit. Zelfs als de vrouw maar tien uur per jaar werkt, heeft het gezin recht op de (inkomensafhankelijke) toeslag. Voor de Belastingdienst is het te ingewikkeld om rekening te houden met de werktijden van de gezinnen.
Auteur