Rik Jan Viezee

Reisorganisator. Wil in 2010 van een toerist een hulpverlener maken.

Klanten een fijne reis bieden en tegelijkertijd de lokale bevolking ondersteunen, gaan al jaren hand in hand bij Baobab. Maar met 'Fair Travel & Work'-reizen gaat oprichter, directeur en eigenaar Rik Jan Viezee (63) nog een stapje verder. Wie zo'n reis boekt, kan zijn vakantietrip combineren met een aantal dagen werken bij een ontwikkelingsproject. Dat kan variëren van koken in een kinderopvanghuis in Zuid-Afrika tot het bouwen van huizen in Guatemala.

Zelf meewerken en echt het verschil maken, het lijkt aantrekkelijk voor veel reizigers. Ook al was de eerste fase van het programma nog geen daverend succes, Viezee blijft erin geloven. Pionieren is hem niet vreemd.
Toeristen die hands-on ontwikkelingswerk doen, dat is trouwens nog niet zo simpel, waarschuwt Viezee. "Het is een behoorlijk avontuurlijke onderneming om vakantiegangers een aantal dagen met de plaatselijke bevolking aan het werk te laten gaan. De cultuurverschillen zijn vaak enorm en het gaat echt niet meteen allemaal van een leien dakje. Maar: het is een unieke ervaring. Puurder en directer kan je contact met de plaatselijke bevolking niet zijn."

Steun de micro-economie

Contact met de bevolking, liefde voor de derde wereld, daar draait het bij Viezee om. Maar dan wel vanuit een nuchtere, zakelijke instelling. "Ik houd zielsveel van Afrika en ik wil niets liever dan meehelpen het leven van de mensen daar te verbeteren. Ik zie toerisme als een rechtstreekse vorm van ontwikkelingswerk. Baobab-reizen zijn zo opgezet dat een belangrijk deel van het door reizigers bestede geld terechtkomt bij de plaatselijke bevolking.

We brengen zoveel mogelijk geld in de micro-economie van een land, door samen te werken met lokale ondernemers: kleine hoteleigenaren, chauffeurs, gidsen, mensen met boten en andere vervoermiddelen. Dat zijn mensen die op hun beurt vaak een complete extended family in leven houden. Die aanpak onderscheidt ons van bijna alle andere reisorganisaties."
De meeste Baobab-reizen bezoeken kleine dorpen en ontwikkelingsprojecten, en soms blijf je logeren bij de plaatselijke bevolking. Viezee: "Natuurlijk gaan we langs de hoogtepunten van een land. Maar door onze contacten met de lokale bevolking krijg je als reiziger ook de kans een band op te bouwen met een land. Dat vinden wij belangrijk."

Volgens Viezee begonnen zowel reisleiders als klanten in de loop der jaren eigen hulpprojecten in derdewereldlanden. Omdat ze onderweg situaties tegenkwamen waaraan ze iets wilden doen. "Er is een reisleidster die water heeft laten aanleggen in Bolivia in een zilvermijn waar we altijd kwamen. Dankzij haar heeft het hele dorp nu schoon water. In Kenia bouwt een aantal klanten van ons een school. In het kielzog van Baobab-tours zijn al heel wat hulpprogramma's van de grond gekomen."

Batavia, 1946

Viezee is blij als zijn klanten de derde wereld in hun hart sluiten, zoals hij zelf deed, lang geleden. Hij werd in 1946 geboren in Batavia, in het toenmalige Nederlands-Indië, en was 8 toen het gezin verhuisde naar Kenia. Op zijn 16de ging Viezee naar Nederland, waar hij besefte hoe groot zijn liefde was voor Afrika en de rest van de derde wereld.

Na jaren van reizen, reizen en nog eens reizen begon hij in 1972 met Baobab. Viezee: "Ik kocht een bus en trok vervolgens met pakweg tien betalende reisgenoten een half jaar door Afrika." Begin jaren negentig was Baobab uitgegroeid tot marktleider op het gebied van avontuurlijke verre reizen. Viezee wordt nog regelmatig geconfronteerd met de negatieve effecten van de 'oude' ontwikkelingshulp, die vooral bestond uit het weggeven van geld.

"Ik werk momenteel met een groep Masai aan een ontwikkelingsproject in Kenia. Tijdens de eerste bijeenkomst vroegen ze meteen om geld, een zogeheten sitting allowance. Het bleek dat allerlei ontwikkelingsorganisaties in de jaren zeventig en tachtig geld gaven aan mensen van de lokale bevolking, als die bereid waren deel te nemen aan een vergadering over een goed doel voor nota bene hun eigen gemeenschap! Ik werd giftig en zei: we verleggen van nu af aan staand, dan is die sitting allowance niet meer nodig. Gelukkig hebben Afrikanen een geweldig gevoel voor humor, dus ze moesten allemaal erg lachen en daarmee was het probleem meteen van de baan."

Het schuldgevoel ten aanzien van ons koloniale verleden is minder aan het worden, waardoor we niet meer eindeloos blind geld storten, zo constateert Viezee. "Bovendien begint de lokale bevolking in Afrika in te zien dat hun problemen niet alleen zijn veroorzaakt door het kolonialisme, en dat ze er zelf iets aan moeten doen. Waar Barack Obama in Ghana toe opriep, in juli, gebeurt steeds meer: mensen beginnen hun eigen verantwoordelijkheid te nemen."

Milieubalans

Toch blijft het voor een idealistische reisorganisatie voortdurend balanceren. Neem de steeds luider klinkende milieubezwaren tegen (vlieg)reizen. Viezee probeert er het beste van te maken. "Wij lopen voorop in de mogelijkheid de CO2-uitstoot van je vliegreis te compenseren via de aanplant van nieuwe bomen. Daarnaast heb ik een zakelijk merk, FCM Travel Solutions, waarbij we voor bedrijven vliegtickets en huurauto's boeken en de CO2-compensatie regelen. Los van de gezondheid van onze aarde en de toekomst van onze kinderen, is dat ook zakelijk gezien van belang, want de milieu-eisen worden steeds strenger. Voorop lopen, loont dus. Milieu wordt steeds meer een issue: ik blijf een roepende, maar in steeds minder woestijn."

 

Auteur