Trek je eigen spoor

Toerskiën door de ongerepte sneeuw in de Zuid-Franse Queyras...dat voelt als een ware triomftocht. Je skiet op plaatsen waar niemand anders komt. En 's avonds is er kaas en wijn.

"Hier doe je het allemaal voor", grijnst berggids Martijn Schell, als we lopend op ski's bovenaan een ondiepe bergpas zijn aangekomen. Voor ons ligt een ongerepte sneeuwhelling. Nergens is een skispoor te zien. We zijn de eersten sinds dagen die hier komen. De stem van Martijn Schell vormt een inbreuk op de stilte die zo intens is dat ik me echt moet concen-treren om een geluidje te kunnen waarnemen. Heel ver weg meen ik het claxonneren van een auto te horen. Iets verderop lijkt het of de wind over een bergkam ruist.
"Geweldig, wat mooi" zeggen mijn zes mede-toerskiërs in koor.

Al sinds vanochtend vroeg verkeren we in een continue staat van euforie. De stilte, de eenzaamheid, de maagdelijke sneeuw, de glooiingen in het landschap: alles is indrukwekkend. Martijn Schell geniet van ons enthousiasme. En dat al voor de derde dag van de zes dat we met elkaar op ski's onderweg zijn. Martijn kent deze gebieden, met namen als de Queyras en de Haute-Durance, op zijn duimpje. Hij woont er in zijn chalet Le Belvedere. De bergen erachter maken deel uit van het Parc Naturel Régional de Queyras, het dunst bevolkte gebied van Frankrijk.

Vijf popperige skigebiedjes

Hier, op enkele tientallen kilometers ten zuidoosten van de Alpenstad Brianson, tref je geen mondaine skioorden. Alles wat deze streek de wintersporter heeft te bieden zijn vijf popperige skigebiedjes met hoogstens een handvol sleepliften. Klein en boers is er het motto. Artisanat zo kun je boven de vele kleine winkeltjes lezen: ambachtelijk. Skiën bij de geur van koeienmest en schimmelkaas. Een ideaal gebied voor toerskiën.

Toerskiën is de oervorm van het skiën. Als toerskiër stijg je op eigen kracht naar de bergtop, zonder liften. Je gebruikt daarvoor een soort kunsthuiden, stijgvellen, die je met een afveegbare lijm onder je ski's bevestigt. Dankzij deze namaakhuiden kun je met je ski's tegen de berg op lopen. Elke keer als je je gewicht van de ene op de andere ski verplaatst, grijpen de in één richting geplante haartjes als weerhaakjes in het sneeuwdek. Je staat rotsvast op het gladde oppervlak zonder dat je bang hoeft te zijn om terug te glijden. Dat gevoel van macht over de gladde sneeuw geeft iets triomfantelijks.

Witte wijn? Alleen een nipje mag

Eenmaal boven kunnen de stijgvellen in de rugzak. Uit diezelfde rugzak pakken we een stuk kaas en met geurige ham belegd brood. Een van mijn zes mede-skiërs heeft zelfs een flesje witte wijn meegenomen.
"Okay, vooruit dan, een klein nipje", stelt Schell schalks. Als officiële berggids is hij verantwoordelijk voor onze veiligheid. Hij bepaalt het programma, zoekt de weg en let onderweg vooral op de sneeuwgesteldheid. Voor toerskiërs vormen lawines het grootste gevaar. Bijna de helft van onze uitrusting heeft op een of andere manier met die veiligheid te maken: extra kleding tegen de koude natuurlijk, maar ook een schep en een sonde om lawineslachtoffers te kunnen opgraven, alsmede een nood-deken en een EHBO-kit. Aan een snoer om onze nek dragen we bovendien een zogeheten pieps, een zender-ontvanger waarmee je bedolven skiërs snel kunt lokaliseren.

"Jiehaaa!" schreeuwen mijn tochtgenoten uitzinnig van enthousiasme als zij zich met hun skistokken afzetten en over de prachtige rulle sneeuw omlaag glijden. Ik ga door mijn knieën voor het aanzetten voor de eerste bocht en zet af. Mijn lichaam gaat omhoog en omlaag; mijn ski's naar links en naar rechts, omzichtig zoekend naar het juiste ritme.
Bij elke bocht voel ik hoe de zwaartekracht als een magneet aan me trekt, waardoor ik steeds weer versnel. Een sensatie.

Geitenkazen en kruidenworsten

's Avonds logeren we in de tot gastenverblijf verbouwde kelder van Martijns chalet. Het huis van Schell en zijn vriendin Saskia Gottenbos dient deze week als uitgangspunt voor onze skitochten door de bergen van de Queyras. Saskia, illustrator en ontwerper van beroep, fungeert tussen de bedrijven door als herbergierster. En dat doet ze met verve: we worden na onze tocht verwelkomd met culinaire specialiteiten uit de lokale keuken van de Haute-Dauphiné: salade met walnoten, gestoomde geitenkaasjes.... Saskia: "De boeren hier maken thuis zoveel lekkere dingetjes: geitenkazen, bleux, een speciale raclettekaas. Maar ook kruidenworsten en heerlijke fruitige wijnen."

De volgende ochtend is de hemel opnieuw strakblauw. "Dat heb je in de zuidelijke Alpen", vertelt Martijn trots. "We hebben hier in de Queyras relatief veel meer mooi-weer-dagen dan bijvoorbeeld in Tignes of Chamonix. Desondanks hebben we hier ruimschoots verse sneeuw."

Geen spoor te bekennen

Ons doel van vandaag is het boerengehucht Arvieux: een handjevol boerderijen, een kerk en één sleeplift. Bij de laiterie kopen we een paar hompen groengeaderde bergkaas, scherp spul dat gemeen in je gehemelte bijt. Bij de aanpalende marktkraam worden met succes saucisses aan de man gebracht. Twintig varianten, met telkens andere smaken, pepers en kruiden liggen er uitgestald.

Boven Arvieux strekken zich aan alle kanten de ongerepte sneeuwhellingen van het Parc Naturel Régional de Queyras uit. Opnieuw is nergens een spoor te bekennen. Met grote passen schuiven we onze ski's tegen de helling op. Onze speciale toerski's lijken van enige afstand op langlaufski's, maar qua breedte en taillering zijn het eerder pisteski's, zij het dat ze lichter en soepeler zijn.

Dankzij een vernuftig bindingssysteem dat op de latten is gemonteerd, kun je de veiligheidsbevestiging op loop- en op afdaalstand zetten. In de loopstand zit alleen de neus van je skischoen vast. Hierdoor kun je je hak vrij bewegen en aldus je glijpassen maken. In de afdaalstand vergrendel je de hak van je skischoen zodat deze één geheel met de ski vormt. Hierdoor kun je ze sturen en mocht je onverhoopt vallen, dan schiet de veiligheidsvergrendeling open.

Dit is mijn achtertuin

Na anderhalf uur lopen, bereiken we een dalletje dat als een wig de vallei splijt. Aan twee zijden strekken zich glooiende flanken uit. Deze zijn bedekt met een dikke laag verse sneeuw. Martijn controleert met zijn schep de gelaagdheid van de versgevallen poedersneeuw en geeft aan dat we de linkerflank moeten aanhouden.

"Dit is mijn achtertuin", stelt Martijn Schell vast. "Echt, ik hoef niet zo nodig verder naar het noorden van de Franse Alpen. Hier is het rustig en de hellingen zijn minstens zo uitdagend als in het beroemde Les Arcs of Megeve." Hij zwijgt even en voegt er met een knipoog aan toe: "Als je die hellingen althans weet te vinden."

We besluiten erop te toosten met een homp boerenbrood, een stuk Queyras-kaas en een slok meegezeulde rode wijn uit de vallei van de Durance. Hoe mooi kan wintersport in la douce France zijn?

Kijk op www.plusonline.nl/skigebieden voor de vijf best gewaardeerde skigebieden in Frankrijk.

Auteur