Fietsen van knooppunt naar knooppunt

Fietsroutenetwerken aan de hand van knooppunten geven fietsers alle vrijheid om zelf de afstand en de route van de tocht te bepalen. Hoe werken ze?

De Vlaamse mijningenieur Hugo Bollen verdient een medaille. Hij bedacht het knooppunten­systeem, dat zich vanuit Belgisch-­Limburg als een olievlek heeft verspreid. In eerste instantie vonden mijnwerkers met behulp van zijn knooppunten hun weg in de onderaardse gangen.

Met de teloorgang van de mijnbouw en de opkomst van het toerisme ging het netwerk van knooppunten bovengronds. Het bleek bij fietsroutes net zo goed te werken als in de mijngangen; volgens de luisteraars van een Vlaamse radiozender verdient het netwerk zelfs de kwalificatie van ‘Achtste Wereldwonder’. Dat is wat overdreven, maar voor fietsers bieden de knooppunten talloze mogelijkheden.

[ITEMADVERTORIAL]

Hoe werken de fietsroutenetwerken?

De traditionele fietsroutes met routebordjes hebben als nadeel dat ze een vaste afstand hebben en een vast traject volgen. De vertrouwde paddenstoelen van de ANWB geven alleen richting en afstand aan.

De fietsroutenetwerken aan de hand van knooppunten geven fietsers juist alle vrijheid om zelf de afstand en de route van de tocht te bepalen. Het idee is even simpel als briljant. De mooiste fietspaden en autoluwe wegen in een regio worden in kaart gebracht en vormen samen een netwerk. Waar twee of meer paden van dit netwerk elkaar kruisen, is een knooppunt, en elk knooppunt heeft een eigen nummer.

Bij ieder knooppunt staat een kaart van het gebied waarop alle knooppunten te zien zijn. De kaart vermeldt bovendien de onderlinge afstanden tussen de knooppunten. Bordjes geven aan wat de route naar de aansluitende knooppunten is. Linksaf naar nummer 29, rechtdoor naar 15, rechtsaf naar 31.

De routebeschrijving van een fietstocht hoeft voortaan niet langer te zijn dan een briefje dat u op uw fietsstuur plakt. Zo is de code 38-34-35-30-29-33-37-41-42-69-38 goed voor vijftien kilometer fietsplezier rond Ootmarsum, om maar een voorbeeld te noemen.

Onverwacht slecht weer of toch een beetje moe?

Geen probleem, want op elk knooppunt staat een routekaart die alternatieven aanreikt. Is het een prachtige dag en lokt het mooie landschap? Eén blik op de kaart en u knoopt zo een paar prachtige kilometers aan uw fietsrondje.

Het idee van Hugo Bollen veroverde ­razendsnel Belgisch-Limburg en kreeg spoedig navolging in andere delen van België en over de grens. In Nederland waren Limburg en Noord-Brabant als eerste provincies van een knooppuntennetwerk voorzien. Inmiddels is bijna het hele land met netwerken omspannen.

De regionale netwerken sluiten bovendien aan op die van de buren. Wie bijvoorbeeld van Het Gooi oversteekt naar Flevoland, hopt soepeltjes van het ene netwerk naar het andere. Ook delen van Duitsland en natuurlijk België hebben aansluitende netwerken die grenzenloze fietstochten mogelijk maken.

Landelijke Fietsroutes

De knooppuntennetwerken zijn in de ­eerste plaats geschikt voor fietsers die een toeristisch rondje willen rijden. Voor wie van een vertrekpunt naar een aankomstpunt wil reizen, zijn er de ­Landelijke Fietsroutes (LF-routes). Deze kunt u een beetje vergelijken met de snelwegen voor auto’s: het is een web van routes dat ­Nederland omspant. De LF-routes leiden u zoveel mogelijk over vrijliggende fietspaden en autoluwe ­wegen.

Fietstips:

Lees ook:

 

Auteur