Hoe kan ik tuinieren tussen de tegels?

Getty Images

Een tuin met alleen tegels is saai, een tuin vol uitbundige borders is veel werk. De oplossing: maak een kruising tussen een terras en een tuin. Zo’n betegelde tuin is makkelijk en mooi.

Laten we er geen doekjes om ­winden: ook 50-plussers besteden ­minimaal een uur per dag aan social media. Als je daarbij bedenkt dat veel van die ­Whatsappers en Facebookers ook nog oppas-oma of oppas-opa zijn, is het niet verbazend dat steeds meer mensen hun tuin betegelen. Ze hebben eenvoudigweg geen tijd meer om een bewerkelijke tuin bij te houden.

Iedereen die zijn terras vrij van onkruid probeert te houden, zal het zijn opgevallen dat er ­planten zijn die het juist in de voegen van ­betegeling en bestrating bijzonder naar hun zin ­hebben. Op het eerste gezicht is dat vreemd. Waarom zou een plant nu juist in de bestrating willen groeien, op plaatsen waar geen voedsel is en waar nauwelijks regen kan wegzakken? Maar als je erover nadenkt, ligt de conclusie voor de hand: ­onder stenen en tegels is het altijd vochtig en niet iedere plant floreert bij mest. Kijk maar naar de duinen: nauwelijks voedsel, maar een overmaat aan bloemen.

Dat opent perspectieven. Want waarom niet gebruik gemaken van het feit dat veel planten liever in voegen groeien dan in ­bemeste tuingrond? Als een hovenier een tuin aanlegt, maakt hij het terras groot genoeg voor een tuintafel met stoelen en parasol, een barbecue en eventueel nog een terraskachel en buitenkeuken. Daaromheen komen dan bloemenborders.

Maar stel nu dat je geen tijd hebt om intensief te tuinieren. Of dat je daar geen zin in hebt. Of er lichamelijk niet toe in staat bent. Dan is er niets op tegen om de tuin te ­betegelen. Op één voorwaarde: smeer de voegen ­gerust dicht met cement op de plaats waar het tuinameublement met toe­behoren staat, maar leg in de rest van de tuin de ­tegels niet strak tegen elkaar; laat er een halve centimeter ruimte tussen. Het ­hemelwater kan dan wegzakken en komt niet in het ­riool terecht. En in de voegen kun je planten zaaien. Op die manier krijg je een kruising tussen een terras en een tuin: een betegelde tuin. Als je dan eventueel nog ruimte hebt om een vijvertje aan te leggen, heb je een tuin met weinig onderhoud en een redelijk hoge biodiversiteit. Eventueel kun je nog wat afwisseling in hoogte aanbrengen door in grote potten kuipplanten, perkplanten en bollen te planten.

Natuurlijk heb je ook onderhoud in een ­tegeltuin. Je kunt niet verwachten dat zich alleen maar gewenste planten ­uitzaaien in de voegen. Vooral bomen met fijne zaadjes, zoals wilgen en berken, hebben er een handje van om tussen terrastegels op te ­schieten. Maar met een uurtje onderhoud in de maand ben je wel klaar. Wacht op een flinke regenbui, daarna trek je de ­ongewenste planten er makkelijk uit. Sommige ­planten krijg je op die ­manier niet weg, ­zoals paardenbloemen. Een ­wel­gemikte dosis zout uit het zoutvaatje, midden ­in de rozet, doet wonderen. Zout is niet echt milieuvriendelijk, maar in ieder geval veel vriendelijker dan alle andere ­chemische bestrijdings­middelen. En kijk eens wat een fleurige ­vegetatie van Engels gras en bezemkruiskruid er ontstaat in de bermen van snelwegen, die soms de hele winter door gladheidsbestrijders met pekel worden ­bestrooid. Of ga eens kijken op het zoute talud van een zeedijk, waar planten als zeekool en zeeraket tussen de basaltkeien bloeien.

Je zou voegenplanten kunnen indelen in stayers en sprinters. Stayers zijn struikjes als lavendel, rozemarijn en zonneroosjes, die je als stekje in de ­voegen wurmt en die in de loop der tijd flinke ­struiken vormen. Sprinters zijn planten die zich in ­razend tempo via de voegen uitbreiden en het tegelpatroon accentueren. Denk aan kruiptijm, stekelnootje, en op vochtige plaatsen slaapkamergeluk, met de mooie Latijnse naam Soleirolia soleirolii. Een plantje dat daarop lijkt (ook met piepkleine blaadjes) is de Corsicaanse munt, die een sterke pepermuntgeur verspreidt als je ­erover loopt. Doe dat belopen wel met mate, of met blote voeten.

Als je de voegen van een terras openlaat, zul je vroeg of laat kleine zandhoopjes zien verschijnen. Die kunnen veroorzaakt zijn door mieren, maar ook door solitaire bijtjes of graafwespen. Bedwing de neiging om die dieren met branders of heet water te lijf te gaan. Ze vormen een belangrijke schakel in het ecosysteem. Mieren verspreiden zaden, solitaire bijen zorgen voor bestuiving, en graafwespen ruimen schadelijke insecten op.

Een plant die je veel beter tussen de tegels kunt zaaien dan in de reguliere tuin is de stokroos. Nergens is hij gezonder dan in ­geveltuintjes – tussen de straatstenen en stoeptegels. In de tuin hebben stokrozen altijd last van roest, een schimmelziekte die de onderste bladeren van de plant doet ­verdorren. De sporen van die schimmel ­vallen op de tuinaarde en worden daarna door opspattend water verspreid. Maar ­tussen stenen spoelen de ­schimmelsporen weg, ­zodat de stokroos niet ­geïnfecteerd wordt.

Ook de wilde margriet is een plant die zich bij uitstek thuisvoelt tussen tegels. Verzamel wat zaad van margrieten die in de wegberm zijn uitgebloeid, strooi dat uit in de voegen en de volgende zomer heb je een terras vol bloeiende margrieten. Zelfs zeldzame wilde orchideeën, zoals de rietorchis, komen soms spontaan in de tegeltuin op.

Tuintips

1. Zwoele nachten in juli en augustus? Profiteer daarvan door kamerplanten buiten te zetten en ze met de tuinslang een verfrissende douche te geven. Ze hoeven daarna niet onmiddellijk weer naar binnen. Tot eind augustus kunnen ze buiten blijven staan. Dat geeft roofinsecten en vogels de kans om ongedierte op te ruimen.

2. Planten in potten moeten bij extreme hitte vaak tweemaal per dag water ­krijgen. Doe dit ’s avonds en (als dat niet genoeg is) ook nog ’s morgens vroeg. Zorg bij heel warm weer voor extra schaduw, bijvoorbeeld door potplanten onder een parasol te zetten.

3. Rozen die éénmaal bloeien, krijgen (als je de ­uitgebloeide bloemen laat zitten) rozenbottels. Bij doorbloeiende rozen knip je de uitgebloeide bloemen juist met steel en al weg. Er vormen zich dan nieuwe scheuten, waarop de roos na een paar weken opnieuw bloeit.

4. De courgettebloem is de koningin van de eetbare bloemen. In trendy restaurants krijg je courgettebloemen gefrituurd opgediend. Ook bloemkool, artisjok en broccoli zijn ­eetbare bloemknoppen. Minder bekend zijn de bloem­knoppen van schorseneren, andijvie, bieslook
en radijs. Ze zouden een smakelijke maaltijd opleveren als we ze maar zouden oogsten.

5. Aardbeien die ‘doordragen’ geven fruit van juni tot in oktober. Ze zijn bij ­uitstek geschikt voor een aardbeipot. Daarin ­raken de vruchten de grond niet en rijpen ze beter. Zet de pot in de zon en geef geregeld water en mest.  Een bekend ras is Ostara.

6. Muggen kun je verdrijven met planten waar ze niet van houden. Om te beginnen de walnotenboom. Maar daar heeft niet iedereen ruimte voor. Kleinere muggenverdrijvers zijn lavendel, kattenkruid, rozemarijn, tomatenplanten, munt, afrikaantjes en citroenmelisse.

7. Vetmuur is een plant die je vroeger in oma’s tuin vaak tegenkwam als randje. Vetmuur lijkt op mos, totdat in de ­zomer de piepkleine, stervormige, ­witte bloempjes verschijnen. Het plantje blijft ’s winters groen en maakt aaibare kussentjes.

8. Kuipplanten zoals citrusboompjes waaien makkelijk om. Staat de pot op het tegelterras? Koop een zo lang mogelijke draadnagel en ram die met een hamer stevig tussen de tegels. Laat minstens de helft uitsteken en zet de pot (door het gat onderin) boven op de draadnagel.

Checklist juli/augustus

  • Knip de bloemen van de lathyrus ofwel siererwt elke dag, anders houdt de plant op met bloeien.
  • Begin juli kun je het lelijk geworden blad van lupine en vrouwenmantel wegknippen. Ze maken daarna een doorstart met fris nieuw blad.
  • Wortelen, bieten, pastinaken en knolvenkel kunnen nog in de groentetuin worden gezaaid.
  • Houd de dahlia’s kort. Hoe meer je knipt, hoe rijker ze bloeien.
  • Moet de tuin gesproeid worden? Doe dit dan rechtstreeks op de grond en niet op de plant. Sproei ’s avonds of ’s morgens vroeg om verdamping tegen te gaan.
  • Hagen knip je liefst vóór de langste dag (21 juni), maar dat wil niet zeggen dat het daarna niet meer kan. Vooral de ligusterhaag kan later in de zomer een knipbeurt gebruiken.
  • Klimhortensia’s kunnen nu worden teruggesnoeid.
  • Cichorei bloeit met hemelsblauwe bloemen die zich ’s middags sluiten. De plant groeit graag in de buurt van mensen en wil net als weegbree en madeliefjes betreden worden).
  • Vanaf eind juli kunnen tweejarige planten als muurbloem, vingerhoedskruid en duizendschoon worden gezaaid.
  • Kruisbessen kun je direct na de oogst snoeien.
  • Bind zonnebloemen aan stevige stokken opdat ze niet omwaaien.
  • Tuincyclamen doen het goed in potten, maar je kunt ze ook onder bladverliezende struiken en bomen planten en laten verwilderen.
  • Snoei de uitgebloeide lavendel, maar knip daarbij niet in het oude hout.
  • Plant herfstbloeiende krokussen en herfsttijloos in de border, de bloemenweide of in potten.

Dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine juli/augustus, 2020.