Ode aan de egel

Getty Images

Overmatig schattig is-ie, hoe hij daar ’s avonds door je tuin scharrelt, met dat spitse snuitje zo dicht mogelijk bij de grond. Maar de egel, want over hem hebben we het dus, is niet alleen maar schattig, hij is ook nog eens bijzonder nuttig. Maak daarom van je tuin een paradijs voor egels.

Eerst maar eens wat feitjes over onze bijzondere tuinvriend. De egel is een zoogdier en zoekt zijn voedsel ’s avonds en ’s nachts bij elkaar. Zo klein als hij is, legt hij flinke afstanden af: per nacht minstens een kilometer, en mannetjes lopen nog veel verder als ze op zoek gaan naar een vrouwtje om mee te paren - wat bij egels trouwens een behoorlijk luidruchtige gebeurtenis is. Een volwassen egel heeft 7000 tot 8000 stekels. De levensverwachting van de egel ligt tussen de vier en zeven jaar, met uitschieters naar tien jaar. Verder is onze stekelige tuinfavoriet een beschermde diersoort.

Zesde zintuig

Egels hebben een bijzonder goed gehoor en een goed ontwikkelde reukzin – twee zintuigen die ze gebruiken bij het verzamelen van eten. Het zicht van de egel is niet goed, maar hun smaak- en tastzin is prima: de egel heeft duidelijk favoriete hapjes en met hun snor- en flankharen voelen ze bodemtrillingen, verkeer en vijanden. Verder heeft de egel nog een zesde zintuig: het orgaan van Jacobson, een orgaan waarmee hij nieuwe luchtjes onderzoekt.

Nuttig in je tuin

Egels eten voornamelijk insecten: rupsen, larven, wormen, maden, pissebedden, slakken, oorwurmen, mieren, spinnen gaan er prima in. Zo af en toe wil hij ook weleens een muis, een kikker, een pad of wat bijen en wespen naar binnen werken. De egel is een lawaaiige eter: hij smakt en snuift er flink bij. Omdat de egel graag rupsen, slakken en insecten eet, is hij een onmisbare en heel belangrijke gast in je tuin. Zorg er daarom voor dat je tuin een paradijsje voor de egel is: zo’n egeltje in het donker door je tuin horen scharrelen is heel wat gezelliger én beter voor het natuurlijk evenwicht in je tuin dan bijvoorbeeld (voor egels giftige) slakkenkorrels.

De tuin als egelparadijs

De egel houdt van een tuin met voldoende laag struikgewas, wat dor bladafval en plekjes waar hij zich kan verstoppen. Als die tuin dan ook nog een holle boomstam, sprokkelhout, een leeg konijnenhol of een speciaal egelhuis heeft, kan het egeltje zijn geluk helemaal niet op. Voor zijn nest – waar hij overdag slaapt, zijn winterslaap houdt en waarin het vrouwtje de kinderen grootbrengt – gebruikt hij gras, mos, blad en ander plantmateriaal. Heb je een geheel omheinde tuin, zorg dan voor wat kleine openingen, zodat de egel in en uit kan. Vijvers zijn uit den boze: zwemmen lukt de egel nog wel, maar de kant opklimmen is een ander verhaal, waardoor een in de vijver terechtgekomen egel meestal verdrinkt.

Egel in nood

Zie je een egel overdag, dan is er meestal iets mee aan de hand. Neem hem daarom in een doek mee naar huis en leg hem thuis in een doos. Onderin die doos leg je eerst een met warm water gevulde kruik met daaromheen gewikkeld een handdoek. Zet er een bakje water bij (géén melk, daar krijgt de egel diarree van) en, mocht je dat in huis hebben, wat blikvoer voor katten of wat kattenbrokjes. Laat het egeltje verder met rust: door de warmte stabiliseert hij en kan hij in de opvang beter worden geholpen. Voor egels in nood kun je de Dierenambulance (0900 - 0245) of een egelopvangpunt bellen.

Bronnen: Egelbescherming, Wikipedia

 

Auteur