Zaai kleur in de tuin

Getty Images

Korenbloemen, klaprozen, goudsbloemen: deze en andere klassiekers zorgen in een mum van tijd voor een uitbundige bloemenzee. Zelfs op moeilijke grond doen de een- en tweejarigen het goed.

Elk sterrenrestaurant serveert tegenwoordig pastinaken, ­schorseneren en snijbiet. Die ­‘vergeten groenten’ zijn helemaal terug van weggeweest. Dat ligt heel anders bij de een- en tweejarige sierplanten. Die zou je ‘vergeten planten’ kunnen noemen. De namen kennen we vaak nog wel: leeuwenbekken, duizendschonen, violieren… Maar de planten zelf worden weinig meer in tuin of bloembak aangetroffen. En dat is jammer, want hiermee ontzeggen we ons een hoop plezier. De uitbundige kleuren van de een- en tweejarigen vind je nauwelijks bij andere planten. En wie wordt er niet vrolijk van het felle rood van klaprozen, het hemelsblauw van korenbloemen of het ­knaloranje van afrikaantjes?

Spectaculaire groeispurt

Eigenlijk is het raar om onderscheid te maken tussen planten die één jaar, twee jaar en langer leven. Soms wordt een eenjarige plant wel tien jaar oud, terwijl een vaste plant na een half jaar kan overlijden. Neem bijvoorbeeld de wonderolieplant, een van de meest spectaculaire eenjarigen: uit een boontje (dat uiterst giftig is!) groeit in een jaar tijd een reusachtige struik van wel twee meter hoog. Vooral ‘Carmencita’ – met paarsrode bladeren – is de droom van elke ongeduldige tuinier. Na de eerste nachtvorst stort ‘Carmencita’ ter aarde, maar zouden wij geen koude winters hebben, dan zou zij uitgroeien tot een metershoge boom. In de tropen is de wonderolieboom niet eenjarig, maar vast.

Hele zomer plezier

Ze zijn er nog wel hoor, tuintjes waarin de violen en salvia’s netjes op een rij staan. Maar tegenwoordig gebruiken we deze en andere eenjarigen toch meestal anders. Als opvullers bijvoorbeeld. Wanneer je in de zomer lege plekken in de tuin ontdekt, kun je die effectief opvullen met bijvoorbeeld Oost-­Indische kers of kattensnorren. Ook in potten en bloembakken doen eenjarigen het goed. Ze stellen weinig eisen aan de grond. Zelfs op het kleinste balkonnetje kun je een pot reseda kwijt, waardoor je een zomer lang van de frisse geur kunt genieten. ­Pottenzijn ’s winters vaak een probleem, maar niet als je er eenjarigen in zet. Maak de pot na de eerste nachtvorst leeg en zet hem droog weg, desnoods buiten, want een droge pot vriest niet stuk.
Ook kun je met eenjarige planten een ouderwetse akker vol korenbloemen, bolderik en klaprozen namaken: spit een vierkante meter om en zaai die in met een mengsel wilde ­bloemen. Strooi niet al het zaad in één keer uit, maar zaai met een ­tussenpoos van tien dagen van ­februari tot mei, zodat je de bloei over de hele zomer spreidt.

Oost-Indische kers
Getty Images

Kruidig en zoet

Tweejarige planten kun je mooi combineren met bloembollen. Zaai bijvoorbeeld vingerhoedskruid en muurbloemen tegen het eind van de zomer en plant ze later in het jaar boven op tulpen of andere bloembollen. De bloembollen groeien er in het voorjaar met gemak doorheen. Klassiek is de combinatie van tulpen en muurbloemen, iets wat je ook in een grote pot zou kunnen verwezenlijken. Je creëert niet alleen een combinatie van kleuren, maar ook van geuren; het kruidige van de tulp met de ­voorjaarszoete geur van de muurbloem. Ook mooi: vingerhoedskruid mengen met sieruien. Of blauwe boshyacinten met paarse ­judas­penning.

Zaaien of kopen

Natuurlijk is het zaaien van een- en tweejarige planten wel een hoop werk. Je moet een gedreven tuinier zijn om vroeg in het jaar te zaaien, de plantjes te verspenen en ze later ook nog eens uit te planten. Wie daar geen tijd of ruimte voor heeft, kan zo omstreeks Pasen kisten­vol een- en tweejarige planten kopen bij tuincentra of op de markt. De meest exclusieve soorten zul je er niet vinden, maar violen, muurbloemen en afrikanen zijn er altijd wel bij. Niet zo gecharmeerd van het ­knal­oranje ­afrikaantje? Met een beetje geluk loop je de crèmewitte variëteit ­‘Vanilla’ tegen het lijf!

Knaloranje afrikaantje
Getty Images

Om op te eten

Een- en tweejarigen zijn niet alleen om naar te kijken. Reseda, muurbloemen en violieren plant je ook om hun geur. En met de eetbare bloemen en blaadjes van de Oost-Indische kers til je een gewone salade naar een feestelijk niveau.
Juffertje-in-het-groen (Nigella ­damascena) is met haar porseleinblauwe bloemen in een kanten kraag van groen een van de leukste eenjarigen. De zwarte zaden zijn eetbaar. Misschien is het geen toeval dat de zaadbol op een strooibus lijkt. De zwarte ‘hoekige’ zaadjes die je in Zuid-Europa, Duitsland en Oostenrijk vaak op broodjes ziet, zijn de zaden van een andere soort: Nigella sativa. Dit ‘juffertje’ bloeit wit en mist de kanten kraag. Ook hiervan is het zaad bij specialisten wel te koop.
Ook bekend van broodjes zijn de maanzaadjes. Ze komen van ­Papaver somniferum, een statige klaproos met grijs blad en rode, witte of paarse bloemen. Dit is een plant die je maar eenmaal in je leven hoeft te zaaien, net als veel andere papaversoorten. Zodra je ergens de grond verstoort, kiemen de zaden. Zelfs na eeuwen nog.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine