
Bij het grootste deel van de anti-zonnebrandmiddelen staat de juiste zonbeschermingsfactor op het etiket, maar lang niet bij allemaal. Bij 14 procent was de zonbeschermingsfactor lager dan op het etiket stond.
- Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Body
Dat blijkt uit een onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) onder 58 anti-zonnebrandmiddelen. Verschillende soorten anti-zonnebrandmiddelen zoals crèmes, milks, oliën, gels en sprays werden getest. Eén keer was de zonbeschermingsfactor zelfs maar factor 23 in plaats van de geclaimde factor 50.
UV-filters
Niet alleen de zonbeschermingsfactor werd onderzocht, ook de aanwezigheid van UV-filters. Aanleiding om dit te onderzoeken was dat uit klachtenregistratie blijkt dat sommige UV-filters allergische reacties kunnen veroorzaken, vooral bij kinderen. Dat geldt vooral voor de stof octocryleen, dat vaak als UV-B-filter in anti-zonnebrandmiddelen wordt gebruikt.
Deze stof werd twee keer aangetroffen in de monsters, terwijl dat niet op het etiket stond. In 2 procent van de onderzochte producten werd de maximaal toegestane concentratie van UV-filters overtreden. Verder blijkt uit de inventarisatie dat in alle producten filters aanwezig zijn die bescherming bieden tegen UV-A- en UV-B-straling.
In geen enkel product werd het schadelijke nitrosamine aangetroffen.