26 tips: zo bespaar je gas en stroom

Gas en stroom besparen oudere vrouw kijkt uit het raam
Getty Images

Nu het kouder wordt en langer donker is, gaat het licht eerder aan en stoken we meer. Hoe de energieprijzen zich gaan ontwikkelen, is onzeker, maar één ding is wel zeker: besparen op gas en stroom blijft altijd lonen. 26 tips om je op weg te helpen.

Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.

1. Weet wat je verbruikt

Pas als je weet hoeveel stroom en gas je verbruikt en waarmee, kun je gerichte maatregelen nemen. Elke energieaanbieder geeft zijn klanten inzicht in hun energieverbruik met een jaarafrekening. Maar ook steeds vaker door de gegevens van een slimme meter te verwerken in een digitaal dashboard, dat tot op de dag bijhoudt hoeveel gas en stroom er doorheen gaat.

Begin met het verbruik van ­enkele jaren op een rij te zetten, bijvoorbeeld met behulp van een energie­verbruiksmanager, die alle gegevens­ over je energieverbruik via een apparaat, app of website bijhoudt. Voor wie geregeld is overgestapt van de ene naar de ­andere aanbieder (wat tot voor kort slim was), kan het best een klus zijn om die gegevens bij ­elkaar te zoeken, maar het geeft wel een goed beeld van het verbruik over een langere periode. Zo zie je ook het verschil tussen een zachte en een koude winter.

2. Vergelijk je verbruik

Heb je zicht op het totale verbruik aan gas en elektra, vergelijk dat verbruik dan met het gemiddelde, bijvoorbeeld met behulp van de adviesmodule ‘Vergelijk mijn energieverbruik’ van Milieu Centraal. Ook de meeste energiebedrijven­ hebben op hun website een ­module om het verbruik af te zetten tegen dat van andere gebrui­kers.

Is je verbruik beduidend ­hoger dan van vergelijkbare huizen en huishoudens, dan is het zaak om na te gaan waaraan dat ligt. Wordt er veel meer dan gemiddeld ­gedoucht? Is het huis slecht geïsoleerd? Is de cv-ketel aan vervanging toe? Maar ook wie gemiddeld scoort, kan met vrij eenvoudige ingrepen al veel besparen.

Zonnepanelen installeren
Getty Images

3. Neem zonnepanelen

Is je huis er geschikt voor en kun je de investering doen, overweeg dan zon­nepanelen. Eén op de vier ­Nederlandse huizen is er inmiddels mee uitgerust. Het zal overigens niet meevallen om een installateur te vinden, want de vraag is enorm, dus houd rekening met flinke wachttijden. Nu profiteren eigenaren van zonnepanelen nog van de zogeheten salderings­regeling: de stroom die ze verbruiken, mogen ze wegstrepen tegen de stroom die ze leveren, tegen dezelfde prijs. Het teveel aan zelfgeproduceerde stroom leveren ze aan het net. De regeling wordt vanaf 2025 steeds verder afgebouwd, waardoor er steeds minder kan worden gesaldeerd. Het loont dan vooral om meer stroom zelf te gebruiken. Het blijft in de meeste gevallen nog steeds rendabel om zonnepanelen te ­installeren.

4. Verwarm alleen kamers waar je verblijft

Draai radiatoren dicht op slaapkamers, zolder en andere kamers waar je weinig komt of alleen slaapt. ­Zeker in oudere huizen kan de ene plek in een kamer kouder zijn dan de andere. Houd daar rekening mee in de keuze waar je bijvoorbeeld een bureau of bank plaatst. Hiermee bespaar je zo 100 tot 300 kubieke meter gas per jaar, ofwel: honderden euro’s.

5. Zet de thermostaat lager

Dat is soms lastig, want de verwarming een graadje lager zetten­ in de woonkamer voel je wel ­degelijk. Maar de thermostaat op 19 graden Celsius in plaats van 20 of 21 scheelt ook veel gas. Een gemiddeld huishouden bespaart met een graad minder ruim 100 kuub gas.

6. Verwarm lokaal (en ouderwets)

Er zijn nog meer manieren om gerichter met verwarming om te springen. Uiteraard door je warmer te kleden, want dankzij een warme trui kan de thermostaat echt 1 of 2 graden lager. Daarnaast kun je plaatselijk bijverwarmen met behulp van zuinige, elektrische warmtekussens of dekens. Of met de tijdloze warmte van een kruik. Ook populair, maar duurder, zijn infraroodpanelen voor wat extra warmte. Deze zijn erg handig in bijvoorbeeld een werkkamer, waar ze heel gericht kunnen worden ingezet.

7. Vervang oude radiatoren

De klassieke lamellenradiatoren die je nog in huizen van vóór 1940 aantreft, werken niet heel efficiënt. Vervang ze liever door moderne ­radiatoren of convectoren met meer vermogen. Deze warmen sneller op, kunnen water met lagere temperatuur gebruiken en geven meer warmte af.

8. Haal meer uit de radiatoren

Bevestig radiatorfolie achter de radiatoren, zodat de warmte de kamer in wordt gereflecteerd in plaats van de muur ingaat. Ook zijn er apparaatjes die je onder radiatoren bevestigt en die de warmte sneller door de kamer verspreiden. Dat kan enkele ­procenten schelen in het gasverbruik. Nadeel van deze ­radiator­ventilatoren is dat ze in het stopcontact moeten, een beetje ­geluid maken en niet goedkoop zijn.

9. Vervang eventueel de cv-ketel

Heb je nog een oude, niet zo heel zuinige cv-ketel, dan is het in bijna alle gevallen financieel verstandig om deze te vervangen. De vraag is alleen door wat. Mocht je huis er geschikt voor zijn, dan is een volledig elektrische warmtepomp de beste keuze. Maar dat geldt eigenlijk alleen voor zeer goed geïsoleerde huizen. In huizen van dertig jaar of ouder, die niet goed zijn na-geïsoleerd, is het pas een optie als eerst de isolatie op orde is gebracht. Een hybride warmtepomp zou uitkomst kunnen bieden.­ Dit is een toevoeging aan de (bestaande) cv-ketel, die werkt op stroom en al een flinke portie gas kan besparen. Omdat de cv-ketel bijspringt als er meer warmte nodig is, is goede isolatie niet strikt noodzakelijk.

Of het huis voldoende is geïsoleerd voor een warmtepomp, kun je tijdens een koude dag testen door de cv-installatie zo in te stellen dat deze het water voor de verwarming tot maximaal 50 graden Celsius verwarmt in plaats van de gebruikelijke 80 graden Celsius. Als dat op koude dagen voldoende blijkt, is het huis in principe voldoende geïsoleerd om het met een warmtepomp te verwarmen. En sowieso is het vaak slim om de cv-ketel op die 50 graden te laten staan. Dat scheelt ook al veel gas.

Zonnepanelen gloeilamp
Getty Images

10. Laat de cv-installatie inregelen

Het inregelen van de cv-ketel verhoogt het comfort; hoeveel je ermee bespaart, is moeilijk vast te stellen. Dit gebeurt niet standaard bij de installatie van een nieuwe ketel. Wie handig is, kan het met behulp van YouTube-filmpjes en een infraroodthermometer zelf proberen te doen, maar het is aan te raden het door een installateur te laten uitvoeren. De kosten liggen tussen de €300 en €500, die je volgens Vereniging Eigen Huis in drie tot vier jaar terugverdient.

11. Verlaag de temperatuur van het tapwater

Ook de temperatuur van het water voor douche, bad en keukenkraan kan in veel gevallen lager dan standaard wordt ingesteld. Met behulp van de handleiding of filmpjes op YouTube kun je zelf vrij eenvoudig de temperatuur verlagen naar 60 graden Celsius (maar niet lager in verband met het risico van legionella). Dat is zuiniger dan het water eerst verwarmen tot 80 graden en dan bij het douchen weer koud water erbij mengen omdat het anders te heet is.

12. Pas het douche­ritueel aan

Douchen bepaalt voor 80 procent het warmwaterverbruik volgens Milieu Centraal. Het douche­ritueel aanpassen is een makkelijke én effectieve manier om het energieverbruik te verlagen. Maar: hoeveel comfort ben je bereid in te leveren? Vijf in plaats van negen minuten douchen bespaart voor een gemiddeld huishouden (2,2 personen) op jaarbasis al gauw 60 kubieke meter gas: meer dan €100. En: elke dag douchen is volgens experts niet nodig.

Een bad in huis? Badderen kost gemiddeld twee keer zoveel energie als een douche.

13. Installeer een waterbesparende douchekop

Een waterbesparende douchekop verbruikt 20 (bij een traditionele douchekop) tot 60 procent (bij een regendouche) minder water. Weet je niet zeker of je een waterbesparende douchekop hebt? Dit is eenvoudig zelf te testen. Zet een emmer onder de waterstraal en laat de douche 1 minuut aanstaan. Zit er meer dan 7,2 liter water in de emmer? Dan heb je geen water­besparende douchekop. Een waterbesparende douchekop kan voor een gemiddeld huishouden zo’n 44 kubieke meter gas besparen, afhankelijk van hoe vaak en hoelang je doucht.

14. Installeer thermostaat­kranen

Water komt veel sneller op de ingestelde temperatuur met een thermostaatkraan. Hierdoor stap je sneller onder de douche en in de keuken wordt het water niet onnodig heet.

Thermostaat verwarming
Getty Images

15. Overweeg een warmtescan

Je kunt zelf wel bedenken en voelen waar warmte verloren gaat, maar soms vertoont een huis verrassende warmtelekken. Het kan dan ook nuttig zijn een warmte­scan te laten uitvoeren om deze aan het licht te brengen. Zo kom je bijvoorbeeld te weten of er ergens verborgen kieren zitten of dat het dak toch minder goed is geïsoleerd dan gedacht. Doe dit alleen als je reden hebt om aan te nemen dat er warmtelekken zijn, want een warmtescan door een profes­sional kost tussen de €100 en €400.

16. Vervang de ramen door HR++ of tripleglas

Inmiddels hebben de meeste huishoudens het enkele glas wel vervangen door ‘gewoon’ dubbelglas. Toch isoleert dat nog steeds matig, vooral vergeleken met HR++ of tripleglas. HR++ glas is dubbelglas met een reflecterende coating en een isolerend gas tussen de glasplaten. Tripleglas is vergelijkbaar met HR++ glas, behalve dat het nóg een extra glasplaat heeft. Hierdoor past tripleglas vaak niet in bestaande kozijnen. Welk type isolerend glas je hebt, is meestal te zien op de aluminium strip tussen de glasplaten.

Zijn de kozijnen nog goed en vervang je alleen het dubbelglas door HR++ glas in een twee-onder-eenkapwoning? Dan kost dat volgens Milieu Centraal rond de €3000 inclusief subsidie en bespaar je rond de 220 kubieke meter gas (snel zo’n €400) per jaar.

Zijn de kozijnen aan vervanging toe, dan is het verstandig om te kiezen voor tripleglas. Daarmee kun je wel 360 kubieke meter gas besparen. De kosten van tripleglas inclusief nieuwe kozijnen en subsidie zijn rond de €10.000 voor een twee-onder-eenkapwoning.

17. Doe de gordijnen dicht

Wil je of kun je niet investeren in nieuwe ramen? De gordijnen sluiten helpt ook. Enkelglas plus gordijnen voor de ramen werkt ongeveer net zo isolerend als ­dubbelglas. Er is wel verschil in isolatiewaarde tussen verschillende gordijnen. Het meest isolerend­ is een dubbel plisségordijn met aluminium coating. Zorg er ook voor dat de gordijnen niet voor de radiatoren hangen, anders komt de meeste warmte tussen het ­gordijn en het raam terecht.

18. Plak kozijnfolie voor de ramen

Nog een alternatief als je niet het enkel- of dubbelglas wilt of kunt laten vervangen door beter isolerende ramen: kozijnfolie. Dat kun je zelf op de ­kozijnen van de ramen plakken. Zo creëer je een isolerend luchtlaagje tussen het raam en het folie. Kost rond de €2,50 per vierkante meter.

19. Isoleer vloer, muren en dak

Huizen die zijn gebouwd vóór 1992, zijn over het algemeen niet of matig geïsoleerd. Naast de ­ramen vervangen valt er veel winst te behalen door het isoleren van de vloer, de muren en het dak. Isolatie aanbrengen vergt niet een hele verbouwing. Spouwmuur­isolatie kan via de buitenkant in de muur worden gespoten en vloeren­ kunnen vaak vanuit de kruipruimte worden geïsoleerd. Ook het dak kan van binnenuit.

20. Isoleer de leidingen

Verwarmingsleidingen verliezen veel warmte als ze door koude ruimtes lopen die niet hoeven te worden verwarmd. Plaats daarom kunststofschuim om die leidingen. Denk daarbij ook aan leidingen van vloerverwarming in de kruipruimte. In verwarmde ruimtes is dit niet nodig. Let op dat je niet de drinkwaterleidingen isoleert; dit verhoogt het risico op legionella.

Stopcontact met eurobiljetten erin
Getty Images

21. Trek de stekker eruit

Sommige apparaten verbruiken simpelweg meer dan je zou denken, zoals een keukenboiler (circa 500 kWh per jaar). Andere zijn op zich niet zo verkwistend, maar staan veel langer aan dan ­nodig. Wie zelf stroom opwekt met ­behulp van zonnepanelen, betaalt daar (overdag, als de zon schijnt) nauwelijks voor, maar anders tikt het behoorlijk aan. Het is extra nuttig om in beeld te krijgen waar je kunt besparen. Daarbij kunnen­ slimme stekkers helpen. Deze plaats je tussen het stopcontact en het apparaat waarvan je het verbruik wilt testen, waarna je het verbruik op een schermpje kunt aflezen. Let op apparaten die standby blijven staan en niet écht uitgaan. Trek daarbij desnoods de stekker eruit.

22. Vervang energievreters

Om aan te duiden hoe energie­zuinig apparaten zijn, is er in de Europese Unie een label met kleurcodes ­ingevoerd. Er zijn aparte labels voor verschillende apparaten, zoals was­machi­nes, televisies en ijskasten. Het label raakte enkele jaren geleden verouderd, doordat veel apparaten zo zuinig werden dat ze eigenlijk buiten de schaal vielen. Dat werd opgelost door achter de hoogste score A nog één of meer plusjes te zetten. In de afgelopen jaren zijn de labels voor onder meer wasmachines, ijskasten en lampen aangepast aan een nieuwe schaal. Dat vertekent het beeld voor bestaande apparaten nogal: een koelvriescombinatie met het oude label A+ zou op het nieuwe label slechts een F scoren. In de winkel tref je inmiddels alleen nog het nieuwe label aan.

Het lijkt weinig duurzaam om een apparaat dat op zich goed werkt af te danken, maar moderne wasdrogers en ijskasten zijn zoveel zuiniger in hun energiegebruik dat het toch loont. Het vervangen van een tien jaar oude vriezer van 100 liter met oud energielabel A+ door een nieuwe met label B, kan per jaar bijvoorbeeld 100 kWh (zo’n €40) schelen.

23. Koel slimmer

Zet de koelkast op 4 graden Cel­sius en zorg ervoor dat hij de warmte goed kwijt kan, anders moet hij extra hard werken om op temperatuur te blijven. Leg producten die je wilt laten ontdooien in de koelkast. Dat is uit het oogpunt van voedselveiligheid sowieso de beste methode, maar zorgt er ook voor dat de koelkast een tijdje minder hard hoeft te werken.

24. Was en droog met beleid

Voor het drogen van de was kun je bij warm, droog weer een wasrek in de tuin of op het balkon zetten. Maar de meeste mensen zullen de circa €0,65 die een droogbeurt aan energie nu kost, er toch voor overhebben. Je kunt wel wat ­besparen door in elk geval zuinige apparaten aan te schaffen met ­minimaal het nieuwe energielabel B, op zo laag mogelijke temperatuur te wassen en de trommels van de machines maximaal te benutten.

25. Klus handmatig

Om te bezuinigen op stroomverbruik kun je tal van klussen eigenlijk beter met de hand doen. Veeg de kamer in plaats van deze te stofzuigen, doe een afwas met de hand en geef de vaatwasser een avond vrij, kies de bezem in plaats van de bladblazer, maai het gras met een handmaaier in plaats van een robot het werk te laten doen.

Gloeilamp jonge vrouw
Getty Images

26. Vervang de gloeilampen

De traditionele gloeilamp is al zo goed als verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor spaarlampen en bovenal led-verlichting. Die laatste is 90 procent zuiniger dan een gloeilamp en 85 procent zuiniger dan halogeenverlichting. Spaarlampen zijn ongeveer net zo zuinig, maar minder geliefd omdat ze nogal koud licht geven en traag op volle lichtsterkte komen.

Led-lampen zijn een stuk duurder in aanschaf dan de ouderwetse peertjes, maar gaan circa vijftien keer zo lang mee. Mede door het lage energieverbruik verdien je de aanschaf in een paar jaar terug.­ Kleine adder onder het gras is dat veel lampen tegenwoordig zijn aangesloten op een dimmer. Voor led-lampen heb je speciale (duurdere) ­dimmers nodig.

Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.