Coronavirus: ouderen zijn gelaten onder de 'dreiging'

Getty Images

Zowel de ANBO als het Nationaal Ouderenfonds en het Rode Kruis hebben hulplijnen geopend. Veel ouderen maken van de gelegenheid gebruik om te bellen, maar het valt de hulpverleners op hoe rustig men blijft. Oudere mensen zijn eerder gelaten dan boos.

Nederland telt op dit moment ruim 3,2 miljoen 65-plussers. Zo’n 4,5 procent van de gehele bevolking, meer dan 800.000 mensen, is nu ouder dan tachtig. Op hen heeft het nieuwe coronavirus grote invloed invloed. Ze lopen het hoogste risico om te overlijden aan het virus. Eenzaamheid dreigt, nu de kinderen wordt aangeraden om thuis te blijven en besmetting te voorkomen. Veel ouderen nemen nu hun toevlucht tot bijvoorbeeld Skype en WhatsApp om in contact te blijven met hun naasten.

De hulporganisatie Het Rode Kruis kwam maandag met een speciaal telefoonnummer waar ouderen en zieke mensen terechtkunnen met vragen rond het coronavirus. Bij Ready2Help, het burgernetwerk van het Rode Kruis, hebben zich in drie dagen tijd ruim zesduizend nieuwe vrijwilligers aangemeld, laat een woordvoerder weten.  Het Rode Kruis adviseert mensen (telefonisch) te informeren bij ouderen en chronisch zieken of zij hulp nodig hebben. „Bied bijvoorbeeld aan boodschappen te doen, informeer of hun voorraad medicijnen toereikend is of raad aan het openbaar vervoer te vermijden en bied een lift aan.” 

Het Nationaal Ouderenfonds biedt schrijfmaatjes en een speciale belservice voor ouderen: de Zilverlijn. Ook werkt het Ouderenfonds aan een lesprogramma waarmee ouderen leren videobellen. „Een briefje in de bus gooien met je telefoonnummer is ook een vorm van contact”, zegt directeur Corina Gielbert. „Het gevoel dat er iemand naar je omkijkt kan de eenzaamheid al doen verminderen.”

Veel telefoontjes

Bij ouderenbond ANBO komen veel verontruste telefoontjes binnen, honderden per dag. Veel mensen vragen zich af wat de uitbraak van het virus voor hen betekent. De bond ziet ook ouderen die in een isolement raken, of in de war zijn omdat ze niet over goede informatie beschikken. Zo sprak directeur Liane den Haan een vrouw die snikkend vertelde dat ze al vier dagen niet buiten was geweest. „‘Het waait’, zei ze. ‘Straks loop ik op straat en pik ik het op.’ Ze reageerde opgelucht toen ik zei dat ze gerust een blokje om kon gaan. Ook belde er een meneer van 98, hij had longaandoening COPD en durfde zijn huis niet meer uit. „Hij zei: ‘Ik eet niet veel, een Danoontje en wat Brinta, maar ik heb nu niets in huis.’ Hij had geen fijne buren, geen kinderen, geen computer. Hartverscheurend. Gelukkig woonde hij in de buurt. Een van onze vrijwilligers is na haar shift meteen boodschappen voor hem gaan halen.”

Den Haan vindt dat minister Bruno Bruins (Medische Zorg, VVD) zich donderdag tijdens de persconferentie ongelukkig heeft uitgedrukt, en daarmee onrust zaaide. „Hij zei: beperk contact met ouderen. Hij had moeten toevoegen: als u op dit moment ziek of verkouden bent. Of: kom niet met drie tegelijk en houd je aan de richtlijnen van het RIVM. Zeker nu ouderen niet meer naar hun vaste activiteiten gaan, zoals een kaartclub, is het contact met familie en bekenden ontzettend belangrijk.”

Gelatenheid en berusting

Klinisch ouderenpsycholoog Noud Engelen ziet vooral gelatenheid. Ouderen reageren vaak rustig en koel op bedreigingen, en dat is nu ook zo. Ze lijken minder bang te zijn voor ziekte, of de dood. „Uit de literatuur, maar ook uit de praktijk, weten we dat het besef van eindigheid in de regel ontstaat tussen het vijftigste en vijfenzestigste levensjaar. Dan realiseren mensen zich dat het leven uiteindelijk leidt naar Onze Lieve Heer, om het zo maar te zeggen. Hoogbejaarde mensen zijn meestal vertrouwder met dat gegeven dan de jongere generatie.”

Bron: NRC

Auteur