Nieuwe relatie: wat verandert er financieel?

Getty Images

Of je nu gaat latten, samenwonen of trouwen, een nieuwe relatie kan grote invloed hebben op AOW, pensioen, fiscus en erfenis. Wat zijn de gevolgen precies voor je portemonnee?

Een nieuwe relatie en... het inkomen

AOW

Als je gaat samenwonen of trouwen, dan gaat de AOW een flink stuk omlaag. Alleenstaande AOW-ontvangers krijgen bruto €1153, gehuwden en samenwonenden €794. Twee AOW-ontvangers samen hebben dus €1588. Ook al heb je allebei een eigen huis en vind je zelf dat je niet samenwoont, dan toch kan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) daar anders over denken. Een stel dat het grootste deel van de tijd op één adres doorbrengt en de kosten van het huishouden deelt of voor elkaar zorgt, wordt door de SVB gezien als samenwonend. Een uitzondering geldt voor stellen met twee woningen waarvoor ze zelf de volledige kosten dragen, waar ze staan ingeschreven en waarover ze vrij kunnen beschikken. Ze mogen de woning dus niet verhuren, er mag niemand anders wonen en er moet een gas-, water- en lichtaansluiting zijn.

(Partner)pensioen

Pensioen dat is opgebouwd bij een werkgever blijft gelijk als je gaat samenwonen of trouwen. Wie eerder getrouwd is geweest, moet dit pensioen waarschijnlijk delen met een ex. Voor de nieuwe partner is vooral het partnerpensioen van belang. Partnerpensioen, ook wel nabestaandenpensioen genoemd, wordt uitgekeerd na overlijden van degene die het heeft opgebouwd. De voorwaarden voor het partnerpensioen verschillen per pensioenregeling. Sommige pensioenregelingen laten hun deel­nemers altijd partnerpensioen opbouwen en gaan pas bij overlijden na of er inderdaad een partner is. Andere pensioenregelingen keren alleen partnerpensioen uit als de partner zich heeft laten registreren. Een samenlevingscontract is daarvoor vaak een voorwaarde. Soms volstaat de inschrijving op één adres bij de gemeente. Bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt de partner automatisch geregistreerd. Als het pensioen al is ingegaan op het moment van samenwonen of ­trouwen, heeft de nieuwe partner geen recht op partnerpensioen.

Bijzonder partnerpensioen

Is er een ex-partner in het spel, dan kan deze recht hebben op een ‘bijzonder partnerpensioen’, zoals het partnerpensioen voor de ex wordt genoemd. Dat kan alleen wanneer het partnerpensioen is verzekerd op ‘opbouwbasis’. Dat betekent dat er premie is ­betaald om een bedrag bij elkaar te sparen. De nieuwe partner moet dit ­partnerpensioen delen: het ­gedeelte dat is opgebouwd tijdens het eerste huwelijk gaat eraf. Partnerpensioen kan ook verzekerd zijn op ‘risicobasis’. In dat geval is er alleen premie betaald om het risico af te dekken dat de verzekerde tijdens het huwelijk zou overlijden. Na echtscheiding vervalt deze dekking.

Let op: een partner aanmelden bij het pensioenfonds kan ook ongewenste consequenties hebben als de relatie bekoelt. Mocht degene die het pensioen opbouwt zich later bedenken en liever een hoger ouderdomspensioen hebben, dan moet de voor partnerpensioen aangemelde partner hiervoor ­namelijk toestemming geven.

Lijfrenteverzekering

De hoogte van een lijfrente-uitkering waarvoor je zelf gespaard of premies betaald hebt, blijft hetzelfde als je een nieuwe relatie hebt. Na overlijden zijn er wel grote verschillen. Bij een lijfrenteverzekering in de uitkerende fase vervalt het ­opgebouwde bedrag na overlijden, tenzij in de polisvoorwaarden een tweede begunstigde staat genoemd, bijvoorbeeld een huwelijkspartner. Een samenwoonpartner valt daar niet onder. Soms staan de polisvoorwaarden toe dat de begunstiging wordt aangepast. Bij een lijfrenteverzekering die nog niet tot uitkering is gekomen, kun je altijd de begunstiging ­aanpassen. Bij een bankspaarproduct voor de oude dag gaat het resterende bedrag automatisch naar de wettelijke erfgenamen. Om een nieuwe vriend of vriendin hiertoe aan te wijzen is een testament aan te raden.

Alimentatie

Het recht op alimentatie vervalt bij hertrouwen en samenwonen. Een latrelatie met volledig gescheiden financiën heeft geen invloed op de alimentatie.

Uitkeringen

Een nieuwe relatie heeft geen ­gevolgen voor een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuit­kering (WW, WAO of WIA), maar wel voor een eventuele toeslag op een van deze uitkeringen.
Ontvangers van een toeslag ­volgens de Toeslagenwet moeten het aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) melden als ze gaan trouwen of samenwonen. Ontvangers van een bijstandsuitkering moeten dit bij de gemeente melden. Afhankelijk van het inkomen en het vermogen van hun partner zal de uitkeringsinstantie de toeslag of bijstandsuitkering verlagen of intrekken. Samenwonenden en gehuwden die samen meer dan €11.880 aan spaargeld bezitten, komen niet in aanmerking voor een bijstandsuitkering.

Een nieuwe relatie en... vermogen

Samenwonen en vermogen

Samenwoners hebben en houden ieder hun eigen vermogen en schulden. Daar verandert niets aan, zelfs niet met een samen­levingscontract. Bij schulden kan een deurwaarder dus geen geld of spullen van de ander in beslag nemen en vermogen hoef je niet te delen. Ontvangt een van beiden een bijstandsuitkering, dan heeft het vermogen wel consequenties voor de uitkering. Zie hiervoor het onderdeel ‘Uitkeringen’ bij ‘Een nieuwe relatie en… het inkomen’.

Trouwen en vermogen

Bij trouwen in gemeenschap van goederen wordt het volledige ­vermogen gezamenlijk. Als beiden heel verschillende vermogens hebben, heeft dat verstrekkende gevolgen. Bij een relatiebreuk kan het onrechtvaardig voelen dat degene die het minste heeft ingebracht, er rijker uit komt en ­bovendien aanspraak kan maken op alimentatie. Ook voor de ­toekomstige erfgenamen heeft een huwelijk in gemeenschap van goederen gevolgen. Kinderen uit een eerder huwelijk kunnen hierdoor minder of juist meer erven. Met huwelijkse voorwaarden kun je bepalen dat ieder zijn eigen ­vermogen houdt.

Fiscus en vermogen

Ook al blijft het vermogen ­gescheiden, voor de belasting mogen stellen het wel bij elkaar optellen en verdelen zoals het hun goeddunkt. Voorwaarde is dat ze fiscaal partners zijn, en dat ben je al wanneer je gezamenlijk op één adres staat ingeschreven. Zie voor de exacte voorwaarden het ­onderdeel hierna.

Een nieuwe relatie en... fiscus

Voor de fiscus is ware liefde geen voorwaarde. Fiscaal partners ben je al wanneer je gezamenlijk op één adres bent ingeschreven. Ook als je gezamenlijk een eigen huis hebt, met elkaar getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, is er fiscaal ­partnerschap. Echtgenoten en geregistreerde partners zijn altijd elkaars fiscaal partners.

Aftrekposten

Fiscaal partners mogen schuiven met bepaalde aftrekposten, zoals hypotheekrente, zorgkosten en giften. Dat is gunstig, omdat je de aftrek kunt toebedelen aan degene die het hoogste belastingtarief betaalt. Ook vermogen kun je naar wens verdelen. Zo kun je eventuele schulden van de een aftrekken van het spaargeld van de ander.

Nadelen

Nadelen zijn er ook, doordat de Belastingdienst de inkomens van fiscaal partners bij elkaar optelt. Een huur- of zorgtoeslag kan hierdoor lager uitpakken of zelfs vervallen. Ook de niet-aftrekbare drempels voor giften en zorg­kosten schuiven omhoog door de stapeling van inkomens.

Een nieuwe relatie en... het huis

Samenwonen in het ­koophuis van de ander

Getty Images
Een partner die intrekt in het koophuis van de ander, heeft daarmee nog geen woonrecht, ook niet als hij of zij meebetaalt aan de hypotheek. Als de huiseigenaar na een ruzie de sleutel omdraait, staat de ander dus op straat. Dit is te voorkomen met een ­samenlevingscontract, waarin je afspreekt dat je na beëindiging van de relatie nog een bepaalde tijd in het huis kunt verblijven. De kosten van de hypotheek kun je naar eigen inzicht verdelen, maar degene op wiens naam het huis en de hypotheek staan, blijft als enige hoofdelijk aansprakelijk voor de hypotheekschuld en profiteert bij verkoop ook als enige van de verkoopopbrengst. Is het de bedoeling dat de partner meeprofiteert van een waardestijging bij verkoop – of bijspringt bij een waardedaling –, dan kun je dit vastleggen in een samenlevingscontract.

Samen eigenaar

Een alternatief is samen eigenaar worden van de woning. Daarvoor moet de eerste eigenaar een deel van de woning verkopen aan de intrekkende partner door middel van een notariële overdrachtsakte en met betaling van 2 procent overdrachtsbelasting over het ­verkochte deel. Het huis komt dan op twee namen te staan. Juridisch is het dan netjes geregeld, maar wel tegen hoge kosten. De bank ziet graag dat de samenwoonpartner wordt aangemeld voor de hypotheek, zodat hij bij twee mensen terecht kan voor het innen van betalingen. Deze ­aanmelding is niet verplicht.

Trouwen en een koophuis

Een grondige manier om zowel het woonrecht als het eigendom te regelen is trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan in gemeenschap van goederen. Op die manier worden beide partners automatisch eigenaar van de woning én hoofdelijk aansprakelijk voor de hypotheekschuld. Handig en betrekkelijk goedkoop (even afgezien van eventuele kosten voor een feestelijke bruiloft), want je hoeft niet naar de notaris en er komt geen overdrachts­belasting aan te pas.

Samenwonen in het huurhuis van een van beiden

Als de ene partner bij de ander intrekt in een huurhuis, kan de hoofdhuurder aan de verhuurder vragen om de intrekkende partner medehuurder te maken. Niet alle verhuurders hanteren hiervoor dezelfde regels, dus informeer hiernaar. Als er een samenlevingscontract is of als de samenwoning twee jaar heeft geduurd, moet de ­verhuurder de ander erkennen als medehuurder. Alleen een officiële medehuurder heeft het recht om in de woning te blijven na overlijden van de hoofdhuurder. Ook bij een relatiebreuk geeft het medehuurderschap ­rechten, al zal een van beiden toch iets anders moeten zoeken.

Trouwen en een huurhuis

Trouwen of geregistreerd partnerschap maakt een partner in één klap medehuurder, met de daarbij behorende huurbescherming. Bij overlijden mag de achterblijvende partner in het huis blijven wonen en bij een scheiding hebben ­beiden er evenveel recht op.

Een nieuwe relatie en... de erfenis

Een huis nalaten

In een samenlevingscontract kun je regelen dat een gemeenschappelijk bezit (woning, inboedel, auto, caravan) na overlijden naar de partner gaat. Dit heet een verblijvingsbeding. Dit beschermt de achterblijvende partner tegen grijpgrage erfgenamen, in ieder geval als het gaat om ouders, broers en zussen of verdere ­familieleden. Kinderen van de erflater kunnen wel hun erfdeel opeisen, ook al is er een verblijvingsbeding. Dat is te voorkomen met een testament. Een testament is ook nodig om privégoederen en geld uit handen van de wettelijk erfgenamen te houden.

Huis op naam van een van beiden
Staat het huis op naam van een van beiden, dan werkt een ­verblijvingsbeding niet en is een testament noodzakelijk. Zonder testament gaat de woning naar de wettelijke erfgenamen en moet de geliefde het veld ruimen. Je kunt in een testament ook ­bepalen dat de achterblijver een bepaald aantal jaren de tijd krijgt om een andere woning te zoeken (het recht van gebruik en bewoning) of de woning levenslang mag blijven gebruiken (vruchtgebruik) terwijl de woning zelf eigendom wordt van de kinderen.

Spullen nalaten

Of je nu gaat samenwonen in een huur- of koophuis, een testament is altijd aan te raden. Anders loop je het risico dat na overlijden van een van beiden de familie van de ander op de stoep staat om geld en goederen op te eisen die hun familielid privé in bezit had. Op zo’n moment is het lastig aan te tonen wat daar wel en niet onder valt. Een testament geeft duidelijkheid.

Trouwen en erven

Bij gehuwden blijft de weduwe of weduwnaar verzorgd achter. Het wettelijk erfrecht zorgt ervoor dat zij of hij de beschikking krijgt over de volledige nalatenschap. Kinderen hebben weliswaar recht op een erfdeel, maar dat kunnen ze pas opeisen na overlijden van de langstlevende. Wil je kinderen uit een eerder huwelijk toch alvast wat toebedelen, dan is een testament noodzakelijk. De achterblijvende huwelijkspartner kan te allen tijde het vruchtgebruik claimen van de echtelijke woning.

Erfbelasting

Gehuwden hoeven niet snel erfbelasting af te rekenen over hun erfdeel. Door de hoge vrijstelling van €638.089 kan het gezamenlijke vermogen bijna €1,3 miljoen bedragen voordat er sprake is van erfbelasting. Samenwonenden met een samenlevingscontract genieten ook deze ruime vrijstelling, onder voorwaarde dat ze minimaal een half jaar samenwoonden ten tijde van het overlijden. Zonder contract is hun vrijstelling pas na vijf jaar samenwonen even hoog als van gehuwden.

Onderschat geregistreerd partnerschap niet

Veel stellen denken dat geregistreerd partnerschap het midden houdt tussen samenwonen en trouwen. Niets is minder waar. Geregistreerde partners zijn voor de wet vrijwel gelijk aan gehuwden. Alleen als het gaat om kinderen die tijdens de relatie worden geboren, zijn er verschillen. Voor wie op latere leeftijd een relatie aangaat, doen deze verschillen niet ter zake.

Gemeenschap van goederen

Partnerschapsregistratie gebeurt onder de huidige wet standaard in gemeenschap van goederen. Wie dat niet wil, zal bij de notaris partnerschapsvoorwaarden moeten opstellen, de evenknie van huwelijkse voorwaarden. Bedenk ook dat bij geregistreerd partnerschap net als bij trouwen een alimentatieplicht ontstaat én de verplichting om pensioen te delen na echtscheiding. Is de relatie daar nog niet klaar voor, dan kun je beter een samenlevingscontract afsluiten.

Nieuwe wet beperkt gezamenlijk bezit

In Den Haag ligt een wetsvoorstel klaar dat de wettelijke gemeenschap van goederen beperkt. Bezittingen die partners voor het huwelijk al hadden, blijven er voortaan
buiten. Wie na inwerking­treding van de nieuwe wet nog een volledige gemeenschap van goederen wil, zal hiervoor naar de notaris moeten. ­Wanneer de wet in werking treedt, is nog onzeker.

Levenstestament

Om zeker te stellen dat je in de laatste levensfase bij elkaar kunt zijn, is een levenstestament, opgemaakt bij een notaris, een doeltreffende methode. Hierin regel je dat de ander een volmacht krijgt en bij medische beslissingen het aanspreekpunt is. Ook kun je in een levenstestament wensen opnemen over al of niet behandelen, euthanasie en uitvaart.

Auteur 
Bron 
  • Geld & Recht