Ziek (geweest)? Zo krijg je weer energie

Bewegen na kanker: hoe pak je dat aan?

vrouwen die lachen en wandelen
Getty Images

Je moet er misschien niet aan denken als je ziek bent, maar bewegen helpt echt om je energie terug te krijgen. Bewegingscoach Ulla Lust spreekt uit ervaring: "Als je actief blijft, kun je juist sneller herstellen."

Ulla Lust (52) weet zelf hoe het is: heel ziek worden en daarna je energie weer moeten opbouwen. Toen ze 34 jaar was, kreeg ze de diagnose borstkanker. “Ik had een fulltime job, was heel actief, sportte veel, gaf groepslessen BBB-training, steps en ­aerobics. Toch gebeurde er iets in mijn lichaam dat ik niet onder controle had. Toen ik borstkanker bleek te hebben, lag alles van het ene op het andere moment stil. Eerst kreeg ik een volledige borst­amputatie, daarna chemo.” In eerste instantie was Ulla vooral bezig met de behandelingen, maar zodra ze voelde dat het weer zou lukken, ging ze bewegen. “Rustig aan in het begin. Wandelen, niet springen of rennen. Later ben ik meer gaan doen, het was zoeken naar wat mijn lichaam ­aankon. Ik ben ervan overtuigd dat ik mentaal en fysiek beter door de chemobehandelingen ben ­gekomen doordat ik bezig was met bewegen.” Haar boek Bewegen na kanker biedt een uitgekiend stappenplan om je energie weer terug te krijgen, inclusief concrete tips en anekdotes uit haar praktijk als bewegingscoach oncologie.

“Toen ik borstkanker bleek te hebben, lag alles van het ene op het andere moment stil”

Je beschrijft uitgebreid de voordelen van bewegen. Waarom is het belangrijk dat (ex-)patiënten weten hoe dat zit?

“Bewegen zet allerlei processen in je lichaam in gang. Je spieren worden sterker en groeien en je bloedsuikerspiegel blijft stabieler. Ook ga je je mentaal beter voelen, alleen al door de hormonen die je aanmaakt tijdens het bewegen. Als bewegings­coach zie ik dat mensen vaak te voorzichtig zijn, zich afvragen: kan mijn lichaam het wel aan? Als je weet waar het allemaal goed voor is, durf je eerder de stap te zetten om weer in beweging te komen. Natuurlijk is het daarbij belangrijk dat je niet over je grenzen gaat. Maar als je actief blijft, kun je juist sneller herstellen. Door de lat voorzichtig steeds iets hoger te leggen, zal je longcapaciteit toenemen. Je hebt minder stress, gaat beter slapen, krijgt meer kracht, snelheid en mobiliteit. Dat alles zorgt voor meer energie en een positief gevoel.”

Hoe krijg je jezelf in beweging als je heel moe bent en net een zware behandeling achter de rug hebt?

“Het begint met een doel stellen. Een klein doel in het begin, niet meteen zeggen: ik wil weer vijf kilometer kunnen hardlopen. Na een tijdje kun je de lat wat hoger leggen. Op dit moment begeleid ik een 35-jarige vrouw die altijd heeft geturnd. Haar doel is: weer een salto kunnen maken. Een superdoel. Ze kan beginnen met de aanloop oefenen en voorzichtig haar kracht gaan trainen. De doelen die patiënten stellen zijn vaak mooi en uniek, zoals de vrouw die weer in haar moestuin wilde kunnen werken. Dat voornemen bleek te hoog gegrepen, want na de winter moest die tuin helemaal aangepakt worden, omspitten, zaaien… Ze heeft toen een feestje gegeven voor vrienden, die dan wel eerst in de moestuin moesten werken. Aan het eind van de dag was haar tuin weer in orde en nu kan ze er zelf elke dag even aan de slag. Al krijgt ze nog chemobehandelingen en is ze heel moe, ze krijgt veel energie van elke dag een kwartier, soms een half uur, in haar moestuin werken. Ze geniet van de buitenlucht en van de groenten die ze oogst.”

“Het begint met een klein doel, zoals de vrouw die weer in haar moestuin wilde kunnen werken”

Waarom is het belangrijk om kleine doelen te stellen?

“Die zijn haalbaar. Als je zo’n doel hebt bereikt, zorgt dat voor een gevoel van overwinning, wat ook energie geeft. Daarna ga je een stapje verder. Zo kon de vrouw van de moestuin na een tijdje weer een eindje wandelen. Ik moedig de mensen in mijn praktijk altijd aan om het halen van doelen te vieren. Beloon jezelf, koop een bos bloemen als je dat sprintje voor de salto hebt geoefend. Ga met een vriendin een kop koffie drinken. Als je jezelf beloont, besef je nog meer dat het je is gelukt.”

Je hebt veel reacties gekregen op je boek, ook van mensen die niet ziek zijn geweest. Wat halen zij eruit?

“Ik denk dat zij ook iets kunnen hebben aan het motiverende stappenplan. In het boek staan tips hoe je een realistisch plan van aanpak maakt, hoe je tijd voor beweging kunt inplannen, hoe je kunt genieten, hoe je omgaat met een terugval. ­Eigenlijk is het een gedragsverandering waarbij je jezelf langzaam nieuwe, gezonde gewoontes aanwent. Een tip waar iedereen, ziek of niet, iets aan heeft, is: koppel je nieuwe, gezonde gewoonte aan iets wat je nu al doet. Dat kan helpen om het vol te houden.”

Hoe werkt dat?

“Je kunt een gewoonte die je al had gebruiken als houvast om je beweegplan op te bouwen. Het werkt extra goed als het een gewoonte is waar je van geniet. Stel: je brengt eens per week een ­bezoekje aan je moeder. Daar kun je dan een ­wekelijkse wandeling met je moeder van maken. Drink je graag een kop koffie met een vriendin? Koop een goede koffiebeker en drink de koffie ­samen al wandelend op. Begin je de dag liefst met rustig de krant lezen? Doe dit dan voortaan staand. Blijf je graag nog even liggen nadat de ­wekker is afgegaan? Doe dan tijdens het snoozen vanaf nu een ademhalingsoefening. De mogelijkheden zijn eindeloos, en het krachtige is: als je een bestaande gewoonte koppelt aan een nieuwe, gezonde gewoonte, veranker je die en wordt het een echte gedragsverandering.”

Zie je in je praktijk ook dat mensen te hard van stapel lopen?

“Vooral mensen die voordat ze ziek werden al sportief waren, moet ik weleens afremmen. Zij denken al snel: ik kan straks gewoon weer wat ik eerst ook kon. Dan lopen ze op een gegeven ­moment tegen hun grenzen aan. Dat is niet erg als je ervan leert. Een van mijn cliënten had ­longkanker, een deel van zijn long was verwijderd. Voor zijn ziekte wandelde hij lange afstanden en dat wilde hij weer een keer doen. Hij ging over zijn grens heen en daarna was hij volledig uitgeput. Dat was een ontgoocheling, hij dacht: ik kan het niet meer. We zijn toen samen gaan kijken vanaf welk moment het te veel werd. Daarna hebben we opnieuw zijn doelen besproken, gezocht naar de kleine stappen die hij wel kon zetten. Als je het bewegen rustig opbouwt, bijvoorbeeld elke dag een half uurtje wandelen en na twee weken een beetje langer, wat gebeurt er dan? Op die manier kun je je grenzen aftasten.”

Die grenzen tast je waarschijnlijk niet alleen af tijdens het bewegen.

“Zeker niet. Na een behandeling is het altijd goed om te kijken wat je nog kunt en wat je verwacht van je lichaam. Het is zoeken naar de balans: hoe sterk is mijn lichaam vandaag, welke taken kan ik aan? Ik hoor vaak van mensen dat ze zich goed voelen en dan meteen te veel gaan doen. Een paar uur later beseffen ze dat ze misschien beter niet meteen het héle huis hadden kunnen poetsen. Het gaat over inschatten wat je aankunt. Hoe sterk ben ik, welke taken kan ik op me nemen? Dat leren over je lichaam is belangrijk om weer energie te krijgen.”

Zijn er ook mensen die meer energie ­terugkrijgen dan ze hadden gedacht?

“Ja, dat gebeurt ook. Ik had een vrouw in mijn praktijk die weer aan het werk ging na de ­behandeling van borstkanker. Ze voelde nog erg de vermoeidheid op dat moment. Voor haar werk gaf ze presentaties aan bedrijven, volledige dagen, heel intensief. Ze zei: ‘Ik red dat niet, zeker niet als ik de volgende dag óók moet werken.’ Toen zijn we samen gaan kijken hoe ze het kon opbouwen. Zij is in haar vrije tijd gaan wandelen, steeds wat langere stukken. Daarmee heeft ze haar weerstand en conditie opgebouwd. We bekeken ook hoe ze het geven van presentaties minder vermoeiend kon maken. Haar hielp het om een deel van de tijd op een kruk te zitten en de groep waar ze voor ­presenteerde actief mee te laten doen.Inmiddels kan ze alweer drie dagen per week presentaties ­geven zonder dat ze daarvan dágen moet bij­komen. Dat heeft ze zelf voor elkaar ­gekregen door stap voor stap aan haar conditie en energieniveau te werken.”

Ulla Lust is bewegingscoach oncologie in Moorsele (B). Ze helpt mensen om in hun eigen tempo en op hun ­eigen manier weer gezond te gaan bewegen na een kankerbehandeling. In maart verscheen haar boek ­Bewegen na kanker - In 8 stappen naar meer energie en zelfvertrouwen.

Een andere versie van dit artikel verscheen eerder in +Gezond december 2023. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai.

Lees ook: Moe en angstig na borstkanker? Je bent niet de enige