Luxemburg: hier fiets je als een trein

Getty Images

Alle seinen staan op veilig. Over voormalige spoorlijnen fietsen Flip en Mirjam van Doorn comfortabel door Luxemburg. Zonder grote hoogteverschillen, dwars door de prachtige natuur en langs dorpjes en kastelen.

Het sein staat op veilig. We moeten er een beetje om lachen. Fietsend over de voormalige spoorlijnen van Luxemburg komen we meer in onbruik geraakt spoorwegmeubilair tegen, maar deze oude seinpaal lijkt zich persoonlijk tot ons te richten. In de snelle wereld van vandaag is hij niet meer dan een decorstuk, een reliek uit het verleden, in een land waar nostalgie overal op de loer ligt. Het mechaniek is vastgezet, de spoorlijn is nu een fietspad. Dit sein zal voor altijd op veilig blijven staan. Ruim baan voor fietsers.

Klein museum

Wanneer we kort daarna het bescheiden dorpje Noerdange binnen fietsen, kunnen we ons nauwelijks voorstellen dat dit ooit een belangrijk spoorwegknooppunt was. In het stationsgebouw is nu een klein museum gevestigd met modeltreintjes en een maquette van de vroegere situatie. De deur zit op slot. In heel het dorp is nauwelijks een levende ziel te bekennen en dat geldt voor veel van de plaatsjes waar we doorheen fietsen. Alleen op de comfortabele fietspaden komen we wat meer mensen tegen. De Luxemburgers maken zelf ook gretig gebruik van hun voortreffelijke fietsnetwerk.

Getty Images

Troetelnaam

Vanaf 1880 namen dagelijks tientallen metaalarbeiders in Noerdange de trein naar de ijzersmelterijen in het uiterste zuidwesten van het land. Ondertussen voerde de stoomtrein met de troetelnaam Jangheli goederen en passagiers over smalspoor vanuit het noorden aan. Op het station stapten reizigers over en ook bij de loodsen was het een drukte van belang. Gespierde mannen laadden met de hand leisteen, zakken aardappelen, steenkool en balen met eikenschors over. Stapels houten en stalen balken vulden de laadperrons; het bescheiden Noerdange bruiste van bedrijvigheid.

Spoorlijnen

Die tijd ligt ver achter ons. De neergang van de staalindustrie betekende ook het einde van de spoorlijnen. De werkloosheid die volgde, onderving de Luxemburgse overheid met grote werkverschaffingsprojecten. Uit crisis ontstond iets moois. Rails en dwarsliggers maakten plaats voor asfalt; werklozen bouwden de spoorlijnen om tot fietspaden.

Picknickplekken

Het heuvelachtige, soms ronduit ruige landschap van Luxemburg trekt wielrenners en mountain­bikers. Het Mullerthal is een paradijs voor wandelaars die van een pittige tocht houden, en wie dagtochtjes wil maken neemt de trein, de bus of de auto. Dat ook de recreatieve fietser in het groothertogdom goed uit de voeten kan, kwam voor mij in eerste instantie als een verrassing. Mijn eerste rit over zo’n voormalig spoorlijntje was een openbaring. Frankrijk heeft ze ook, de voies vertes (groene wegen). En door België voeren de ‘trage paden’ van de RAVeL (het fiets­routenetwerk van Wallonië).

Speciale paden

In Luxemburg ligt de bakermat van dit idee. Hier lijkt het soms of deze paden echt speciaal voor fietsers zijn bedacht en aangelegd. Het zal ermee te maken hebben dat treinen geen steile hellingen kunnen nemen, een vrijliggend traject volgen en slechts af en toe een autoweg kruisen. Allemaal voordelen waar fietsers van meeprofiteren sinds het spoor is geruimd. Een ware weelde aan picknickplekken en bankjes om van het uitzicht te genieten maakt het fietsfeestje compleet.

Getty Images

Klimmetjes

Het nationale fietspadennetwerk van Luxemburg telt 23 trajecten. Bij de seinpaal van Noerdange komen nummer 12 en nummer 17 samen. Wij komen vanuit Ettelbruck, waar op de charmecamping de Nederlandse Ellen Ringelberg de scepter zwaait. Zij snapt wel waarom het centraal gelegen stadje zo populair is bij fietsers. “De laatste jaren heeft Luxemburg veel geïnvesteerd in fietsroutes. Naast het nationale fietspadennetwerk zijn er nu ook allemaal regionale rondjes uitgezet. De kaarten zijn goed, zware passages staan duidelijk aangegeven.

Fiets meenemen

En dat de fiets gratis mee mag in elke trein en bus is natuurlijk geweldig.” Volgens haar is er tot nu toe hooguit te weinig ruchtbaarheid gegeven aan de mogelijkheden. Maar daar komt ook verandering in. “Onze camping heeft een Bed+Bike-label. Daarmee zijn we een van de ruim tachtig fietsvriendelijke overnachtingsadressen in het land. Gasten kunnen hun fiets veilig stallen,we hebben fietskaarten en reparatiesets.

Citybus

En wie de steile klim naar de camping niet wil maken, kan met fiets en al de Citybus nemen.” Vanuit Ettelbruck fietsen we naar het zuiden. Wind in de rug, zon op het gezicht, dat gaat als een trein. Even maken we ons zorgen als we een forse heuvelrug voor ons zien opdoemen, maar net als de stoomtrein in vroeger dagen kunnen we gebruikmaken van de tunnel die er dwars doorheen gaat.

Klimmen

Af en toe wijkt het pad van het spoortraject af en krijgen we een klimmetje voorgeschoteld. Dan kijken we met een afgunstige blik naar degenen die ons met elektrische trapondersteuning glimlachend voorbij rijden.
Eenmaal boven wacht ons de voldoening: gehaald. En het scheelt dat de klimmetjes nooit lang duren.

Liefdevol gerestaureerd

Bij Colmar-Berg fietsen we langs het Schloss Berg, de residentie van de groothertog. Met zijn wat archaïsche staatsvorm is Luxemburg een laatste overblijfsel van het oude Europa van kleine staatjes en vorstendommen. Dat het land dat verleden koestert, blijkt uit de manier waarop het zijn kastelen en ruïnes onderhoudt. In Useldange, even verder langs de route, zijn de resten van de oude hoogteburcht liefdevol gerestaureerd.

Europese identiteit

Vanaf de muren van de herstelde donjon overzien we de omgeving. Aan onze voeten ligt het hedendaagse Luxemburg. De kinderen die beneden op straat spelen, spreken Portugees. Het had ook Pools of ­Nederlands kunnen zijn, Duits, Frans, Luxemburgs of een mengeling daarvan. In een land waar immigranten uit heel Europa wonen, lijkt een Europese identiteit te ontstaan. Tussen de spelende kinderen op straat, bij de bakker, in een zwembad of een supermarkt, overal blijkt dat het oude Luxemburg het nieuwe Europa belichaamt.

Getty Images

Reizen

Het kleine Luxemburg is een rijk land met ongekend goede voorzieningen. Toeristen eten mee uit de rijk gevulde ruif en wij dus ook. Nadat we Noerdange gepasseerd zijn, stappen we in Kleinbettingen over op een spoorlijn die nog volop functioneert en laten ons per trein comfortabel naar de hoofdstad rijden. Voor de fietsen is plaats op het ruime balkon, met onze Luxembourg Card reizen we onbeperkt met het openbaar vervoer door het hele land.

Treinen

Na een bezoek aan de stad Luxemburg is het nog een klein halfuurtje treinen naar Ettelbruck, waar we ons kunnen opmaken voor de rit van de volgende dag. Die volgt de spoorlijn die vroeger via Diekirch en Echternach langs het riviertje de Sûre voerde en aansluitend via Consdorf en Bech terug naar de hoofdstad.

Kloppend hart

Boven het oude centrum van die hoofdstad verrijst op het plateau van Kirchberg een heel nieuwe stad. Route 2 voert er dwars doorheen en het is een verplichte stop voor iedereen die denkt dat Luxemburg nog altijd een wat ingeslapen landje is. Dit is het kloppende hart van ­Europa. Een paar belangrijke instellingen van de Europese Unie hebben er hun zetel; dit is een plek waar culturen samenkomen.

Lees meer over de charme van Luxemburg op www.plusonline.nl/luxemburg

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine