Nostalgie! Spelletjes die we vroeger speelden

Getty Images

En nu nog steeds wel eens spelen. Vroeger speelden we elke dag wel spelletjes, véél spelletjes. Welke van onderstaande spellen roepen bij u herinneringen op?

1. Het vlooienspel

In veel huiskamers kwam vroeger het vlooienspel op tafel, een gezelschapsspel voor jong en oud. De opzet was simpel: je moest de felgekleurde fiches in een bak schieten. Dat deed je door met een fiche op de rand van een ander fiche te drukken. Jammer genoeg schoot je fiche dan alle kanten op en maar zelden de goede richting in. Eindeloze zoekpartijen naar de fiches in het hoogpolig tapijt.

Getty Images

2. Mens erger je niet

Misschien wel het bekendste familiespel ooit: Mens erger je niet. Vier pionnen die je zo snel mogelijk naar de eindcirkels moest loodsen. De dobbelsteen bepaalde hoeveel cirkels je naar voren mocht. Kwam je op een vakje terecht waar al een pion van de tegenpartij stond, dan mocht je die pion eraf slaan. Ergernissen gegarandeerd. In sommige spellen had je een 'drukdobbelsteen' in het midden van het bord. Dat was pas leuk!

Getty Images

3. Ganzenbord

Hét klassieke gezelschapsspel voor het hele gezin, was het ganzenbordspel. Een bord, een dobbelsteen en een pion die naar het midden geloodst moest worden. Wie op een gans terecht kwam, mocht extra snel verder. Maar wie in de put of in de gevangenis belandde, had flinke pech. Vals spelen kón, dus je moest elkaar héél goed in de gaten houden. Urenlang was je er mee zoet.

4. Pim-pam-pet

Wat was Pim-pam-pet toch leuk en leerzaam! Twee teams, een stapel kaartjes en een geel/groen draaischijfje met de letters van het alfabet. Je gaf het schijfje een flinke zwieper om het lekker lang te laten ratelen: Noem een insect met een S, een stad met een L, een kledingstuk met een R. Spin, Leeuwarden, rok. En hup, door maar weer.

 

Getty Images

5. Sjoelen

Op hoogtijdagen kwam vroeger de sjoelbak tevoorschijn. Het hele gezin schaarde zich er omheen. Je begon rustig en weloverwogen de schijven naar de vier poorten te schuiven. Tot de derde beurt, als je als een bezetene moest werken om de kluit van vastgelopen schijven nog in beweging te krijgen. Wat je nooit meer vergeet: het gevoel van een houten schijf die zacht deinend récht het goede poortje in gaat. Zonder de zijkant zelfs maar te raken. Klein geluk. Wie weet het nog?

6. Stap op

Een kaartspel met fietsen in de hoofdrol. Nederlandser kan haast niet. Doel van het spel is om 100 kilometer te fietsen door de juiste kaarten of tafel te leggen. Wil je een lange fietstocht maken, dan heb je bijvoorbeeld de kaart 'Wind mee' nodig, maar andere spelers kunnen je tegenwerken door je 'Tegenwind' te geven. En pas ook op voor de 'Lekke band'!

 

Getty Images

7. Domino

Domino mag ook zeker niet in dit rijtje ontbreken. Iedereen heeft het weleens gespeeld. Iedere beurt mag je één dominosteen aan een andere steen leggen, maar die moeten wel hetzelfde aantal ogen hebben. Kan je niet, dan moet je een nieuwe steen pakken. Wie het eerste al zijn stenen kwijt is, wint het spel. Wie nu een nieuw dominospel koopt, speelt met plastic stenen, maar vroeger speelden we vaak met stenen van echt hout, ivoor of steen.

 

Getty Images

Welk spel stond u bij vroeger steevast op tafel?

Auteur