7 dingen die je liever niet doet als de straat een feestje geeft

Gezellig: een straat- of buurtfeest! Wij vroegen Pluslezers: wat doe je (en wat doe je vooral niét) om het tot een succes te maken? Journaliste Trudy Kunz buigt zich over de spel­regels.

Buurtjes buitensluiten

Een straatfeest, het woord zegt het al, is een feest voor de hele straat. Kinderen, ouderen, gekken en dwazen: iedereen hoort erbij. De bedoeling is immers het gemeenschapsgevoel te versterken. Maar op het plein van Marjan* (52) uit Leiden ging die vlieger niet op. “Toen wij hier ­kwamen wonen, was er toevallig een buurtbarbecue. Leuk, dachten we, dan kunnen we meteen met alle buren kennis­maken. Helaas bleek het feest maar voor een deel van het plein te zijn – en ons deel hoorde er niet bij. Tja. Ik besloot toen zelf maar iets te organiseren.

Ik heb het hele plein uitgenodigd voor een borrel en dat was een groot ­succes.” Ad van Berkum (64) van buurtvereniging De Armada in Oss: “Dat iedereen erbij hoort, is juist de charme van zo’n feest. In onze buurt wonen veel verschillende nationaliteiten. ­Onderling hebben ze weinig contact met elkaar, dus een buurtfeest is dé gelegenheid om tot elkaar te komen. Dat werkt bij ons heel goed. De Turken zorgen voor een dansgroep, de Marokkanen maken lekkere hapjes en de Syriërs en Irakezen leveren weer een andere bijdrage.”

Geld voorschieten

Van Ad van Berkum begrijp ik hoe een en ander meestal wordt gefinancierd: soms betaalt de buurtvereniging, soms zijn er subsidieverstrekkers, of sponsors in de vorm van een woningbouw­vereniging of lokale ondernemers. En meestal wordt ook een ­eigen bijdrage gevraagd aan de bewoners of moeten zij bijvoorbeeld bonnenboekjes kopen voor de ­drankjes.

Een tip van Nelle Vanlier (57) uit Gouda: “Organiseer je een buurtfeest met bijvoorbeeld een barbecue, reken de bonnenboekjes dan van tevoren af. Met dat geld kun je de bakker en de slager betalen. Die mensen willen niet op hun geld hoeven wachten.” Wat je vooral nooit moet doen, heeft ervaring haar geleerd, is geld voorschieten voor de bewoners. “Zij denken er niet meer aan en dan moet je erachteraan. Dat is voor iedereen vervelend.”

Vetes uitpraten

Ook geen goed idee: een feest gebruiken om sluimerende vetes uit te praten. Er is altijd wel een buurkat die in je tuin poept of een andere ergernis. Zoek daar op een rustig moment samen een oplossing voor, maar vooral niet op een buurtfeest. Het escaleert eerder dan dat je er samen uit komt. Ruziemaken tijdens het feest is trouwens helemaal uit den boze, maar hoe voorkom je dat? “Nogal simpel”, zegt Joke Mintjes (66) uit Amersfoort, “door moeilijke onderwerpen te vermijden. Praat over gemeenschappelijke, positieve zaken. Wees je ervan bewust dat het feest bedoeld is om de onderlinge band te verstevigen, dus hou het netjes, elegant.”

Flink aan de zuip gaan

Alcohol brengt de stemming erin, maar kan het feest ook danig bederven. De eerste (en tegelijk laatste) keer dat een nichtje van mij een straatfeest bijwoonde, vond ze het rond tien uur welletjes. Keurig namen zij en haar man van iedereen afscheid, maar een dronken buurman versperde hun de weg, schreeuwend dat zij een ‘stelletje zeikerds’ waren. Niet hun vroege vertrek maar het gedrag van de buurman maakte een voortijdig einde aan de feestvreugde van de aanwezige buren.

Missing media-item.

Helma (64) herinnert zich een zwaar aangeschoten buurvrouw die halverwege de straatbarbecue haar man kwijt was. Jammerend liep ze tussen de feestgangers naar hem te zoeken, tot iemand zich over haar ontfermde en haar naar huis bracht. Helma: “Later bleek dat iemand haar man had zien flirten met een vrouw die nog maar kort bij ons in de straat woonde. Weer een ander had ze allebei bij haar naar binnen zien gaan.” De huilende buurvrouw had dus alle reden om naar de fles te grijpen, maar dat doe je beter niet op een buurtfeest. Flirten met een ander trouwens ook niet.

Roddelen

En roddelen mag al helemáál niet. Helma: “Mijn man en ik woonden een tijdje in een buurtschap waar een paar families al generaties lang woonden. Wij kenden er nog vrijwel niemand toen we het eerste buurtfeestje meemaakten. Ik had me de dagen ervoor nogal gestoord aan een jongen die de omgeving onveilig maakte met zijn brommer. Op het feest was ik zo stom om daar een opmerking over te maken, in de trant van: ‘Moet zo’n slungel niet gewoon naar school of een baantje zoeken?’ Wat bleek? Alle vrouwen aan mijn tafeltje waren familie van die jongen. De een was z’n tante, de ander zijn nicht, de volgende zijn oma. Wat ik ook probeerde, ik kreeg geen voet meer bij ze aan de grond.”

Vergunning aanvragen

Als het om een bescheiden straatfeest gaat, kun je maar beter geen ­officiële vergunning aanvragen, vindt ­Marjan. Ooit had zij, als initiatiefneemster van een straat­barbecue, keurig netjes het pad van de gemeentelijke vergunningen bewandeld. Stapels dranghekken werden afgeleverd, maar uiteindelijk verschenen slechts tien mensen op het feestje. “Zaten we daar gezellig te keuvelen, kwam er om de haverklap een politieauto langs om te zien of de boel niet uit de hand liep.”

Een andere ervaringsdeskundige, Dick Laute­slager (47) uit Leusden, denkt er minder lichtvaardig over. “Je kunt de gemeente beter niet tegen je in het harnas ­jagen, ook met het oog op toekomstige feesten. Heb je eenmaal toestemming gekregen, probeer dan ook niet te sjoemelen. Ga de feestlocatie bijvoorbeeld niet oprekken door de dranghekken te verplaatsen. Trouwens: hoe overzichtelijker het terrein, hoe groter de gezelligheid.”

Maken dat je weg bent

Eigenlijk moet je gewoon wegblijven van een buurtfeest als je geen zin hebt. Toch? In de meeste gevallen heb je met je naaste buren sowieso wel goed contact, en met de rest van de straat hoef je toch niet echt vrienden te worden? Joke Mintjes ziet dat anders. “Vroeger dacht ik ook zo”, zegt ze, “maar dat is veranderd sinds wij in onze vorige woonplaats de politie aan de deur kregen met een foto van een ons onbekende man. Het bleek onze overbuurman te zijn. Hij was vermoord in het park gevonden, of wij nadere informatie hadden.”

Joke vond het bij nader inzien ­idioot dat ze haar ­buren niet kende. Ze zette zich over haar reserves heen en organiseerde een buurtfeest. “Daarna was er duidelijk iets veranderd. We kenden elkaar nu van naam en gezicht, iedereen groette elkaar. Dat gaf toch een prettiger gevoel. Je wist: in tijden van nood weten we elkaar te vinden.”
Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine