Aan het infuus in Tibet

Marjolijn van der Putten-Marree en haar man Harry (beiden 64) leerden Tibet van een andere kant kennen dan ze hadden verwacht... op de intensive care van een ziekenhuis.

Na een bezoek aan Peking vlogen we naar Tibet. In één ruk van 500 naar 3750 meter hoogte. Dat bleek niet verstandig. In de tweede nacht in ons hotel in Lhasa werd ik wakker van een raar rochelend geluid. Harry bleek – met een enorm opgezet hoofd en bloederig schuim op z’n mond – in coma te zijn geraakt. Ik wist meteen: dit is een long- of hersenoedeem, veroorzaakt door de hoogte. Ik rende naar de receptie om hulp te halen en kwam stomtoevallig een jonge Braziliaanse man tegen die net terugkwam van een trektocht door de Himalaya. Hij was arts. Hij gaf Harry onmiddellijk zuurstof en begeleidde hem in de ziekenwagen naar het Chinese legerhospitaal in de stad.

Onbeschrijfelijke taferelen

Waar we toen in terechtkwamen, valt niet te beschrijven. Een ziekenhuis met de meest weerzinwekkende hygiënische toestanden, met artsen die alleen Chinees spraken. Er was één verpleegstertje, een schat, die een beetje Engels sprak: “You ale (are) my filst (first) follener (foreigner) and my most feeveliet (favourite) patient.”

Harry kreeg zuurstof uit een roestige zuurstoffles en medicijnen uit een infuus dat vaker naast dan ín zijn ader zat. Het ziekenhuis kende geen douches, geen maaltijden en geen verzorging. Ik betrok het andere bed op de ‘intensive care’, niet veel meer dan een keiharde houten plank, om Harry te kunnen helpen en eten voor hem te kopen.

Missing media-item.
Marjolijn en Harry van der Putten: “In één ruk van 500 naar 3750 meter hoogte bleek niet verstandig.”

Elke dag trok ik ook een paar uur langs de markten en tempels van Lhasa en ondanks de zorgen heb ik daar enorm van genoten. Vooral in het oude Tibetaanse deel hangt een prachtige spirituele sfeer. De mensen zijn zo vriendelijk, en het is vreselijk hoe totaal respectloos ze door de Chinese bezetters behandeld worden.

Na vier dagen was Harry zo ver opgeknapt dat hij uit het ziekenhuis mocht. Verder door Tibet reizen kon absoluut niet, dus we namen een vlucht naar huis. We zijn nu net terug van een maand Peru en daar hebben we wel de tijd genomen om aan de hoogte te wennen. Met medicijnen en cocablaadjes om op te kauwen, hebben we zonder problemen boven de 5000 meter kunnen wandelen. We willen heel graag nog eens terug naar Tibet. Al hebben we er weinig van gezien, we vonden het wel een prachtig land, waar we voor altijd een bijzonder gevoel bij zullen houden.”