De ambachtsschool is terug als vakcollege

Het tekort aan technisch geschoolde vaklui loopt de spuigaten uit. Maar er gloort hoop! In september gingen de eerste ambachtsscholen ‘nieuwe stijl’ van start. Hoe vergaat het de 250 leerlingen uit de eerste lichting?

Bij mijn buren wordt een nieuwe houten vloer gelegd. Ze zijn in zee gegaan met een gerenommeerd bedrijf, om er absoluut zeker van te zijn dat er niet maar wat aangerotzooid wordt. Als de grote dag is aangebroken, staan er twee puisterige broekies van begin twintig op de stoep die nog geen spijker van een schroef kunnen onderscheiden en daar ook geen enkele behoefte aan hebben. Aan het einde van een afmattende dag ligt er schots en scheef een houten vloer, zijn kasten niet meer te gebruiken omdat er plinten voor gespijkerd zijn en is een deel van de vloer niet te betreden omdat-ie zo’n tien centimeter boven de ondervloer zweeft. Liefdeloos is er 'een product' afgeleverd. Zonder zorg en zonder de vreugde van het vakmanschap, van het werken met mooi, geurend eikenhout van goede kwaliteit.

Menigeen zal dit verhaal herkennen. Ambachtelijke vaklui die een mooi staaltje werk afleveren, zijn een verre herinnering aan vervlogen tijden. Uitzonderingen daargelaten. Voor particulieren is dat lastig, voor het bedrijfsleven ronduit een ramp. De oorzaak? Het huidige onderwijs – het vmbo – levert nauwelijks nog handwerkslieden af. Tot nu toe dan, want in september 2008 zijn er dertien ambachtsscholen nieuwe stijl gestart: de zogenaamde Vakcolleges. Het vmbo is voor veel jongeren te theoretisch, zij hebben er behoefte aan om direct op hun 12de of 13de al met hun handen te werken en praktisch geschoold te worden.

Het idee van het Vakcollege is afkomstig van Hans de Boer, de voorzitter van de Taskforce Jeugdwerkloosheid. Met het Vakcollege hoopt De Boer onder andere het grote aantal vroegtijdige schoolverlaters op het vmbo – jaarlijks vijftigduizend – terug te dringen.

Mazzelaars en bofkonten
Geconcentreerd beweegt de 13-jarige Alex de cursor over het beeldscherm, terwijl zijn vriend Peter de instructies langzaam voorleest. Een lijn die een kubus wordt en hup... Alex en Peter hebben de eerste driedimensionale bouwtekening van hun leven op de computer in elkaar gezet. Trots rennen ze even later met de print naar hun lerares.

Alex, Peter, Rosemarie, Henk, Martijn, Patrick, Henk, Luuk en Manuela en hun klasgenoten zijn de eerste lichting leerlingen van het Vakcollege op de vmbo van het Lingecollege in Tiel. Ze vinden zichzelf enorme mazzelaars en bofkonten. Ze krijgen wel negen uur ‘Techniek en Vakmanschap’ in de week en hebben al solderend, tekenend en bouwend in de eerste twee maanden onder andere een fiets en een sfeerlampje in elkaar gezet.

Ze hebben zelfs hun eerste uitstapje al achter de rug en het was wonderlijk om te zien hoe die aanvankelijk nogal rumoerige groep 13-jarigen in de fabriekshal geboeid luisterde naar de vaklui van Metaglas, die hen uitlegden hoe je een raam op maat construeert. Vol overgave gingen ze daarna zelf aan de slag, om binnen een kwartier uit een plaatje ijzer een pennenbak te voorschijn te toveren of later, op de computer, voor het eerst van hun leven een bouwtekening te maken.

Ik? De bouw in!
In totaal zijn er in september op dertien Vakcolleges in totaal 250 eerstejaarsleerlingen van start gegaan. Het zijn stuk voor stuk kinderen die al van jongs af aan belangstelling hebben voor techniek. Ze willen elektricien worden, of edelsmid, timmerman, of de bouw in. Ze zitten in kleine groepen en krijgen vanaf de eerste dag technische vakken aangeboden. Ze hoeven dus niet meer te wachten tot het derde jaar op de vakken die hen écht interesseren.

Er wordt in de Vakcolleges geen kans onbenut gelaten om hen nog enthousiaster te maken voor techniek dan ze al zijn. De positieve benadering is opvallend. Adjunct-directeur Hans Zeldenrust van het Lingecollege: “De kinderen krijgen geen techniekonderwijs omdat ze ergens slecht in zijn, maar juist omdat ze ergens goed in zijn.” Docent Techniek en Vakmanschap Henk Kruidenier van diezelfde school constateert dat het merendeel van zijn leerlingen uitermate gedreven is. “Ze zijn hongerig. Ze willen weten, zien en ontdekken. Onvoorwaardelijk werpen ze zich op een opdracht. Ze vervelen zich veel minder dan leerlingen in andere klassen.”

De metselaar gaat digitaal
Het Vakcollege lijkt een terugkeer naar de vroegere ambachtsschool, maar dat is niet helemaal waar. “Het is techniekonderwijs in een modern jasje”, zegt projectleider Annemarie Barkhuis van datzelfde Lingecollege. Want alleen maar leren metselen of timmeren is er tegenwoordig niet meer bij. Ook een metselaar moet in staat zijn zich staande te houden in de digitale samenleving, en moet sociale vaardigheden en inzicht in onze moderne maatschappij hebben.

Beroepen zijn diffuser geworden en complexer, en ook een technisch vakman moet een brede basis hebben. Een automonteur stelt geen contactpuntjes meer af, maar programmeert de motor op zijn computer.

Verder is de overstap tussen vmbo en mbo, die altijd veel uitval veroorzaakte, eigenlijk opgeheven. Op het Vakcollege worden de leerlingen niet halverwege losgelaten en op het mbo in het diepe gegooid. Er is één leertraject, en ook op het mbo blijven ze in dezelfde klas zitten en worden ze door dezelfde leerkracht begeleid. Minder schooluitval en meer succesvolle studenten, daar is iedereen blij mee.

Een bottleneck voor veel mbo-leerlingen was het vinden van een stageplek. Als ze daar niet in slaagden, moesten ze van school af. Op het Vakcollege helpt de school daarbij. Al vanaf het derde jaar werken leerlingen bij bedrijven in de regio. Eerst één dag per week, later meerdere dagen. De band met het bedrijfsleven is dus innig en na afloop wacht er in principe een baan op ze. Het bedrijfsleven heeft zich in de vorm van Vrienden van het Vakcollege om de school geschaard en levert gastlessen, excursies en stageplekken. In Tiel is Metaglas een voorbeeld van een bedrijf dat de Vakcolleges omarmt.

Volgens Martin van Os, directeur van de Werkmaatschappij (die landelijk de Vakcolleges initieert en ondersteunt), staan de ervaringen in Tiel model voor het hele land. Leerlingen zijn trots op hun opleiding en zijn tevreden over de nieuwe mix van theoretische en praktische vakken. Volgend jaar wil Van Os dertig Vakcolleges hebben, in 2011 moeten dat er 65 zijn. Vooralsnog lijkt ’t geen centje pijn te kosten om die aantallen te gaan halen.

Kan de recessie roet in het eten gooien? Van Os hoopt dat dat meevalt. Tot nu toe was er 0,5 procent werkloosheid onder technisch personeel. Bijna niets dus. Door de vergrijzing alleen al zijn er voorlopig ieder jaar 80.000 technisch geschoolde mannen en vrouwen nodig. En dan hebben we het nog niet over het aanvullen van de huidige tekorten. Hoe breed de Vakcolleges worden gedragen bleek nog eens in november, toen minister Van der Hoeven van Economische Zaken €1,5 miljoen beschikbaar stelde voor een versnelde invoering.

Steun van ouders en grootouders
En toch is dat niet genoeg. Minstens even belangrijk is het steuntje in de rug van ouders en grootouders die hun (klein)kind dat belangstelling voor techniek heeft, trots en volmondig aanmoedigen. Van Os: “Iedereen wil diep in zijn hart dat zijn kinderen en kleinkinderen excelleren en gelukkig worden. Maar als we dat alleen maar verbinden met het vinden van een kantoorbaan of managementfunctie doen we de talenten van onze jeugd tekort. Het is een vereiste dat er weer een brede herwaardering komt voor vakmensen. Zelfstandige vaklui, die onze maatschappij doen functioneren, we hebben ze keihard nodig”.

Dat zullen mijn buren, diep treurig vanwege hun verknalde eikenhouten vloer, van harte beamen.

www.hetvakcollege.nl

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine