Shanghai, hypermodern en supertraditioneel

Ooit was het de Koningin van de Oriënt, nu steekt het New York naar de kroon als de modernste stad ter wereld. Shanghai kent vele gezichten. En ze zijn allemaal even spannend.

The sky is the limit
Missing media-item.

De skyline van de wijk ­Pudong steekt meer en meer New York naar de kroon. Op de voorgrond de Jin Mao ­Tower, daarachter het World  Financial ­Center, ‘de wolkenkrabber met het gat’.

‘Welkom in de toekomst! Alles is hier sneller, hoger, moderner, hipper, indrukwekkender. Dit is de stad van morgen – wen er vandaag maar vast aan!’ Wie Shanghai bezoekt, krijgt deze boodschap vanaf het allereerste ogenblik ingepeperd. We zijn aangekomen op de, uiteraard splinternieuwe, internationale luchthaven van de stad, en willen nu de snelste weg naar het centrum. Want in Shanghai houdt iedereen van opschieten. Dus stappen we in de Maglev. Deze elektronische zweeftrein voert je in acht minuten, met de verbijsterende snelheid van 461 kilometer per uur, naar metrostation Long-yang Lu. Vandaar reis je het laatste stukje ondergronds. Dan stap je uit. Je neemt de roltrap naar boven en blikt omhoog. Is dit New York? Nee, dit is de stad die New York over een paar jaar misschien wel naar de kroon gaat steken.

De skyline van Shanghai heeft die van Hongkong inmiddels al achter zich gelaten. Wie vanaf de Bund, de beroemde boulevard, naar de overkant blikt, ziet daar de hightech-wijk Pudong. Nog niet zo gek lang geleden lagen hier rijstvelden. Nu gaan de ontwikkelingen zo snel dat bezoekers Shanghai na een paar jaar nauwelijks meer herkennen. De karakteristieke Oriental Pearl TV Tower, ooit machtig uittorenend boven alles en iedereen, heeft concurrentie gekregen van de in pagodestijl gebouwde Jin Mao Tower, het gigantische World Financial Center en de nog in aanbouw zijnde Shanghai Tower. Die laatste krijgt de vorm van een bamboe en wordt natuurlijk nóg weer hoger.

Waar Chaplin studeerde

Het waren de dagen van ‘Kuifje en de Blauwe Lotus’. De dagen van opiumkits, van arrogante westerlingen in deftige Citroëns Traction Avant. Toen de stad de Hoer van China werd genoemd of de Koningin van de Oriënt. Toen avonturiers en bedelaars, zakenlui en afpersers, trendsetters en koelies de straten bevolkten. Kortom: Shanghai gedurende de eerste decennia van de twintigste eeuw, de hoogtijdagen van het westerse kolonialisme. Langs de oevers van de Huangpu, een zijrivier van de Jangtse, werd de Bund aangelegd: de boulevard die wereldberoemd zou worden en waaraan talloze statige marmeren en granieten bouwwerken werden neergezet, in een levendige mix van Anglo-oriëntaalse, renaissancistische, neo-Griekse en Moorse stijlen. Er werden banken en handelsondernemingen in gevestigd: Brits, Amerikaans, Frans… maar niet Chinees. Tegenwoordig klingelt het carillon van het Custom House er elk kwartier het revolutionaire liedje ‘Het wordt rood in het oosten’.

Missing media-item.
Een jonge vrouw roept volgens oude tradities de hulp van ­de
goden in, bij de tempel en pagode van Longhua.


Verder naar het westen lagen de westerse nederzettingen (de ‘concessies’), waar niet de Chinese maar de westerse wetgeving gold. Het kolonialisme is allang verdwenen, maar de internationale, kosmopolitische sfeer uit die tijd is nog wel degelijk te proeven. Natuurlijk op de Bund, waar in het Peace Hotel – als Cathay Hotel ooit het logeeradres van Charlie Chaplin en Douglas Fairbanks – nog altijd een hoogbejaarde jazzband vooroorlogse deuntjes blaast. Maar ook in de voormalige Franse Concessie, waar brede, met bomen omzoomde lanen en sfeervolle terrassen een oosterse variant van Parijs tot leven brengen.

Verboden voor boze geesten

‘Better city, better life’ is de slogan waarmee het stadsbestuur de razendsnelle veranderingen rechtvaardigt. En natuurlijk, naar de ellende, armoede en dakloosheid van vroeger tijden verlangt niemand terug. Maar net als in veel andere Chinese steden, dreigt met de nieuwbouwwoede een deel van de traditie van Shanghai te verdwijnen. Gelukkig niet overal. Nog geen kilometer ten zuiden van de hypermoderne winkelstraat Nanjing Lu bevindt zich de Oude Stad. Hier zijn ze nog te vinden: de smalle steegjes met hun vis-, groente- en kledingstalletjes, waar het leven goeddeels op straat wordt geleefd en waar geen mens een woord Engels spreekt.


Wat verder naar het zuiden ligt de pagode van Longhua: oeroud, dikwijls verwoest, telkens weer opgebouwd. Ook elders in de stad, tussen de wolkenkrabbers in, bevinden zich parkjes, pleintjes en straatjes waar de bevolking zich niets aantrekt van de moderne tijd en het dagelijks bestaan nog vrijwel hetzelfde oogt als decennia geleden. Waar de ouderen bijeenkomen om te kletsen, tai-chi-oefeningen te doen en een kopje thee te drinken.

Wat zeker niet zal verdwijnen, zijn de uit de zestiende eeuw stammende Yu-tuinen (ook: Yuyuan-tuinen) in het hart van de Oude Stad. Zij overleefden zelfs de Culturele Revolutie. Na een wandeling door de tuinen is het goed toeven in het fraaie Huxing Ting-theehuis. Je komt er via een zigzagbrug, want de boze geesten mogen natuurlijk niet mee.

Missing media-item.

Shanghai praktisch

‘Better city, better life’ is de slogan waarmee het stadsbestuur de razendsnelle veranderingen rechtvaardigt. En natuurlijk, naar de ellende, armoede en dakloosheid van vroeger tijden verlangt niemand terug. Maar net als in veel andere Chinese steden, dreigt met de nieuwbouwwoede een deel van de traditie van Shanghai te verdwijnen. Gelukkig niet overal. Nog geen kilometer ten zuiden van de hypermoderne winkelstraat Nanjing Lu bevindt zich de Oude Stad. Hier zijn ze nog te vinden: de smalle steegjes met hun vis-, groente- en kledingstalletjes, waar het leven goeddeels op straat wordt geleefd en waar geen mens een woord Engels spreekt.

Wat verder naar het zuiden ligt de pagode van Longhua: oeroud, dikwijls verwoest, telkens weer opgebouwd. Ook elders in de stad, tussen de wolkenkrabbers in, bevinden zich parkjes, pleintjes en straatjes waar de bevolking zich niets aantrekt van de moderne tijd en het dagelijks bestaan nog vrijwel hetzelfde oogt als decennia geleden. Waar de ouderen bijeenkomen om te kletsen, tai-chi-oefeningen te doen en een kopje thee te drinken.

Missing media-item.

Wat zeker niet zal verdwijnen, zijn de uit de zestiende eeuw stammende Yu-tuinen (ook: Yuyuan-tuinen) in het hart van de Oude Stad. Zij overleefden zelfs de Culturele Revolutie. Na een wandeling door de tuinen is het goed toeven in het fraaie Huxing Ting-theehuis. Je komt er via een zigzagbrug, want de boze geesten mogen natuurlijk niet mee.

Auteur