Ik was erbij: de Bijlmerramp

Grote en kleine gebeurte­nissen: Pluslezers waren erbij en blikken terug.

Op 4 oktober 1992 stortte een Israëlisch vrachtvliegtuig neer in de Bijlmer. Op de derde verdieping van flatgebouw Gooioord kregen Berend Drok en zijn gezin de schrik van hun leven.
Berend Drok2

Het rampvliegtuig

'Het was zondagavond, we hadden net gegeten en ­stonden met onze zoons van 27 en 23 af te wassen in de keuken. Enkele minuten over half zeven hoorde ik een vliegtuig naderen, voor mijn gevoel uit het oosten. Het geluid zwol aan tot abnormale sterkte en het bovenraampje in de keuken werd tegen de wind in dicht gezogen. Wij waren gewend aan laag overvliegende vliegtuigen, maar dit was anders. Het geluid veranderde boven ons van richting, nam iets af en hield plotseling op. Doodstil, onwezenlijk stil. Gevolgd door een trilling in de flat, geen explosie. ‘Die is neergekomen’, zei ik. We renden naar buiten, maar konden niet goed zien wat er gebeurd was. Wel beseften we meteen dat wij op het nippertje gered waren. Er waren rookwolken en vlammen in de richting van de flat Kikkenstein en samen met mijn zoon liep ik daar naartoe.

Het laatste deel van flat­gebouw Groeneveen was een waterval van vuur. Ook het aansluitende deel Klein-Kruitberg brandde. Op de plek waar het vliegtuig was gecrasht ­waren de flats één grote vuurzee. Op één donkere hoek na. Ik vond dat vreemd. Pas de volgende dag zag ik dat dit deel helemaal weggeslagen was. De hitte was immens, er was gegil en geschreeuw. De brandweer was er al. Er lag metershoog puin, ik zag delen van een vliegtuig, een landingstoestel met de wielen omhoog.

We zijn hooguit tien minuten blijven kijken, ik had het gevoel dat we in de weg liepen. De dagen erna waren onwezenlijk. Mijn vrouw is naar de kerk gegaan om koffie uit te delen en we waren aanwezig bij de stille tocht. Zelden waren de bewoners van de Bijlmer zo één als toen.”

Bijlmerramp

Puin, stank, rook, vuur

Peter Martens (50), Terneuzen
“Ik werkte bij de brandweer, zat thuis op de bank toen mijn pieper afging. Racen naar de kazerne, daar was iedereen in rep en roer om alles op transport te zetten. Op de onheilsplek aangekomen wist je niet wat je meemaakte: puin, stank, rook, vuur. De branden werden door andere ploegen geblust, wij gingen op zoek naar slachtoffers. Onvoorstelbare krachten waren er geweest. Platgedrukte koelkasten en wasmachines van nog maar 40 centimeter hoog. Sommige slacht­offers vonden we pas dagen later onder meters dik puin.”

Auteur 
Bron 
  • wikipedia.nl