'Dit jichtmedicijn biedt hoop aan artrosepatiënten'

Het goede nieuws voor 2024 over artrose

man voelt aan knie
Getty Images

Nieuwe technologische ontwikkelingen en behandeltechnieken volgen elkaar in een razend tempo op. We spraken vijf medisch specialisten die hier binnen hun vakgebied hun steentje aan bijdragen. Waar kijken zij naar uit? Bart van den Bemt is bijzonder hoogleraar persona-lized pharmaceutical care aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en senior apotheker in de Maartenskliniek.

Artrose is een veelvoorkomende aandoening bij ouderen. Vaak wordt er gezegd dat die wordt veroorzaakt door gewrichtsslijtage of afname van het kraakbeen. Maar, zo verzekert Van den Bemt ons, het is complexer dan dat. “Daarnaast is de slijtage een gat in de markt: overal zijn middeltjes en voedingssupplementen tegen die slijtage te koop, maar verreweg de meeste werken niet of nauwelijks. Bij artrose is immers meer aan de hand: er is ook sprake van een ontsteking.”

Bij een zeer uitgebreid onderzoek naar hart- en vaatziekten van de Radboud Universiteit kwam onlangs een opmerkelijk ander resultaat naar voren. Patiënten die colchicine kregen voorgeschreven, een middel dat ook voor jicht wordt gebruikt, hadden aanzienlijk minder vaak een nieuwe heup of knie nodig. Een verklaring daarvoor is dat colchicine ontstekingen remt.” Van den Bemt benadrukt dat er nader onderzoek nodig is na deze eerste positieve resultaten. “Stel dat het middel inderdaad werkt, dan is dat zeer goed nieuws voor artrosepatiënten. Colchicine is al jaren op de markt. Het patent is verlopen, dus het is goedkoop te maken. Bovendien treden bij een normale dosis weinig bijwerkingen op. Maar goed, het kan nog wel enkele jaren duren voor we meer zekerheid hebben.”

Ook goed nieuws voor mensen met spierreuma 

Ander goed nieuws is er voor patiënten met polymyalgia rheumatica, ook wel spierreuma genoemd, een van de meest voorkomende reumatische aandoeningen bij vrouwen boven de 50. Van den Bemt: “Deze patiënten hebben last van spierpijn in met name de heupen, nek en de schouders. Tot voor kort konden ze alleen prednisontabletten slikken. Maar deze tabletten gaven bij ongeveer twee derde van de patiënten aanzienlijke bijwerkingen. Wat blijkt echter? Als deze mensen naast de prednison het geneesmiddel rituximab krijgen, hebben ze veel minder prednison nodig. Sommige mensen konden zelfs stoppen met de prednison. Kortom, door rituximab te geven gaat de behandeling gepaard met veel minder bijwerkingen.

Tot slot wil Van den Bemt peresolimab noemen. “Voor reumatoïde artritis bestaan al diverse goed werkende behandelingen. Nu is daar, als laatste redmiddel, een extra middel bijgekomen, peresolimab. Vooralsnog is het medicijn vrij duur en waarschijnlijk slechts voor een kleine groep van toegevoegde waarde. Toch is dit goed nieuws.”

Dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine januari 2024. Abonnee worden van het blad? Dat doet u in een handomdraai!

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine