Wanneer krijg ik AOW?

Wat is de AOW-leeftijd?

In 2025, 2026 en 2027 is de AOW-leeftijd 67 jaar. Dus iedereen die geboren is in of voor 1960, krijgt vanaf 67 jaar AOW. Ben je later geboren? Dan stijgt de AOW leeftijd naar 67 jaar en 3 maanden.  

Overzicht van de huidige AOW-leeftijden
2025    67 jaar
2026    67 jaar
2027    67 jaar
2028    67 jaar en 3 maanden
2029    67 jaar en 3 maanden
2030    67 jaar en 3 maanden
2031    67 jaar en 3 maanden

Van wie krijg ik AOW?

Enkele maanden voor de AOW-gerechtigde leeftijd krijg je bericht van de Sociale Verzekeringsbank, die is verantwoordelijk voor de uitvoering van AOW en keert de bedragen ook uit. 
Zij zorgen ervoor dat je in elk geval in 2025 en 2026 de AOW direct na 67-ste verjaardag krijgt. De SVB maakt de AOW elke maand rond de 23e over. Ook in de maand waarin je de AOW-leeftijd bereikt. Het maakt niet uit op welke datum je de AOW-leeftijd bereikt.  Voor AOW’ers die in buitenland wonen, geldt dat niet: daarvoor gelden verschillende betaaldagen. 
LINK

Kan ik de AOW eerder of later in laten gaan?

Nee, dat kan niet. Bij de laatste verkiezingen gingen er wel stemmen op om de AOW flexibeler te maken, omdat de één eerder wil stoppen, terwijl de ander langer door wil werken. Dat klinkt logisch, maar bij de SVB waarschuwen ze al dat zoiets veel vraagt van de uitvoering: de systemen kunnen dat niet aan. De duidelijkheid en eenvoud van één AOW-leeftijd draagt eraan bij dat de uitvoering nu soepel verloopt. Inmiddels krijgen 3,7 miljoen Nederlanders iedere maand de AOW op de bankrekening gestort, zonder al te veel problemen.

Als je nog geen AOW krijgt, kan je al wel eerder stoppen met werken. Je mist dan natuurlijk wel en stuk van je pensioen, maar er zijn andere regeling, zoals

• De RVU-regeling, voor specifieke gevallen, zoals zwaar werk
• Eigen spaargeld of lijfrente gebruiken
• Het aanvullende pensioen naar voren halen, informeer daarnaar bij uw pensioenfondsen LINK

Hoeveel AOW krijg ik? 

Dat hangt onder andere af van de gezinssamenstelling én de AOW-bedragen worden twee keer per jaar aangepast. De actuele AOW-bedragen vind je in dit artikel. 

Ik wel eens gehoord van een onvolledige AOW? Wat is dat?

Voor elk jaar dat je in Nederland woont of werkt, bouw je 2% AOW-recht op. Heb je perioden in het buitenland gewoond of gewerkt? Dan kan de AOW lager uitvallen en is deze 'onvolledig'.

Moet ik iets doen om AOW te krijgen?

Als alles goed gaat, neemt de SVB vanzelf contact op als de AOW-datum nadert. Toch is het verstandig om op tijd te controleren:

• Kloppen je gegevens bij de gemeente?
• Hoeveel pensioen krijg je naast de AOW? Kijk daarvoor op mijnpensioenoverzicht.nl
• Kom je misschien in aanmerking voor extra ondersteuning, zoals de AIO-aanvulling?

Voor de meeste mensen daalt het inkomen, daar kan het zijn dat je vanaf de AOW-leeftijd wel recht op toeslagen, zoals de huur- of zorgtoeslag.

Moet ik meer belasting bijbetalen als ik AOW krijg?

Het klinkt gek, want voor AOW'ers gelden lagere belastingtarieven. Maar voor veel mensen die net met pensioen gaan, valt de belastingaangifte in het eerste jaar tegen.  Dat komt meestal doordat je van één inkomen naar meerdere inkomstenbronnen gaat: AOW, aanvullend pensioen, soms een lijfrente en een bijbaan. In principe past de SVB voor de AOW deze heffingskorting toe, maar het kan ook je pensioenfonds zijn voor het aanvullende pensioen. Soms doen ze dat allebei en krijg je dus iedere maand een te hoog netto bedrag. 

Bijkomend probleem is dat heffingskorting lager wordt naarmate je totale inkomen stijgt. Zodra je meer verdient dan zo’n €28.000 per jaar, daalt de heffingskorting. Dus als je meer inkomens naast elkaar hebt, stijgt het risico dat je te veel heffingskorting ontvangt. Zonder voorlopige belastingaanslag kom je daar meestal een jaar later pas achter als je de definitieve aanslag ontvangt. Met een voorlopige aanslag weet je eerder waar je aan toe bent. 

Werk je door na je AOW? Laat die werkgever elk gevalweten dat ze geen heffingskorting moet toepassen. Want als hij dat wel doet, krijg je bijna zeker te veel korting en moet je terugbetalen. Het is belangrijk dat je daarnaar vraagt, want veel werkgevers passen standaard heffingskorting toe, omdat ze gewend zijn aan werknemers met maar één inkomen. Informeer ook wat het pensioenfonds doet en neem kijk of een voorlopige aanslag nodig is om teleurstellingen te voorkomen.