Handchirurg Mark Smeulders: ‘Opereren is niet altijd de beste keuze’

Ga niet blind in stressballetjes knijpen

Handchirurg
Getty Images

Van een operatie aan de hand of pols kun je littekens krijgen, waardoor je je hand niet meer goed kunt bewegen. Is dat het waard? Soms wel, soms niet. Een lastige keuze weet de gespecialiseerde hand-polschirurg.

Waarom is er een speciale chirurg voor de hand en de pols?

“De hand is een biomechanisch wonder. De hand heeft 22 pezen, 4 zenuwen en een heleboel bloedvaten die allemaal kapot kunnen. Ze zitten slechts een paar millimeter van elkaar. In de pols zitten 8 botjes, die de pols enorm beweeglijk maken, maar die ook 100 kilo kunnen tillen door je lijf op te drukken. Dat is een ­interessant samenspel. Heel anders dan in een heup, knie of rug. Je kunt meer met je hand dan met welk lichaamsdeel dan ook. En de chirurg kan dus ook veel meer verkeerd doen, de marges zijn klein. Dat maakt het vak zo leuk. Maar wat wil het geval: iedere chirurg mag zich ‘handchirurg’ noemen. De titel is helaas niet beschermd. Kies dus zeker voor een van de honderd handchirurgen die het Europees examen handchirurgie hebben afgelegd. Meestal zijn dat gespecia­liseerde plastisch chirurgen, maar er zijn ook enkele orthopeden en traumachirurgen die dit examen hebben behaald.”

Hoe ontstaat acuut hand­letsel waarmee je meestal op de eerste hulp komt?

“In maart, april, mei gaat iedereen de heg knippen en de tuinschuur opknappen. We zien in het ziekenhuis ieder jaar veel zaagverwondingen en peesletsels door het klussen; hobbyisten, maar ook professionals die al twintig jaar in het vak zitten. Goed uitkijken dus, een ongeluk zit in een klein hoekje. Zelf vind ik het ook heerlijk om te klussen; ik bouw schuurtjes en heb veel gereedschap in huis. Maar ik ben mij heel bewust van de risico’s.”

In het ziekenhuis is meestal geen handchirurg op de eerste hulp.

“De handchirurg hoeft er niet meteen te zijn, maar het zou goed zijn als hij de volgende dag komt kijken bij een handletsel. Bijvoorbeeld als een vingerkootje uit de kom raakt. Dat kootje floept vaak weer terug. Ogenschijnlijk is er dan niks aan de hand, maar schijn bedriegt. Als je er niks aan doet, wordt de vinger stijf en kun je hem niet meer goed gebruiken. Niet meteen, maar pas na drie tot vier weken. Als je dan naar een handchirurg gaat, kan hij niets meer doen. Dat komt helaas veel voor. Vraag dus zeker om een consult met een handchirurg.”

En bij een botbreuk in de hand?

“Bij een gebroken vinger moet je goed nadenken of je een operatie wilt of niet. Je kunt een bot mooi tegen elkaar zetten, met een plaat erop of een schroef erin. Op de röntgenfoto ziet het er dan weer prima uit, maar je kunt de vinger­ later veel slechter gebruiken, ­omdat hij helemaal stijf is. Dan was je misschien beter geholpen met een slim spalkje. Bij handen gaat het echt om de functie, niet om hoe het eruitziet. Heb je een gebroken vinger, vraag dan altijd goed door. Kan ik na deze operatie mijn hand weer goed gebruiken?”

Dit zijn handproblemen door ‘ongelukjes’. Je hand kan ook door ziekte pijn gaan doen of moeizamer bewegen. Wat ziet u het meest?

“Iedereen krijgt op den duur met artrose te maken; het treedt meestal op vanaf een jaar of 50. Ik neem altijd het voorbeeld van de Ikea-kast met lade. Die gaat een miljoen keer soepel open, maar daarna gaat de la slijten en opent hij moeizamer. Bij artrose is het kraakbeen aangetast en dat geeft pijnklachten. Chirurgen kunnen kraakbeen niet opnieuw aan laten groeien of vervangen. Je kunt de gewrichten wel vervangen, maar de hand wordt erg stijf door het ­littekenweefsel. Je verliest daardoor beweeglijkheid. Daarom doe ik liever geen operatie bij artrose.”

Geldt dat ook voor het carpale tunnelsyndroom: beter geen operatie?

“Hangt ervan af. De zenuw aan de onderkant van de pols loopt door een strak tunneltje en kan bekneld raken. Als het niet overgaat met zes weken rust of een spalkje, dan zit je vast aan een operatie. Alleen al in het Zuyderlandziekenhuis in Heerlen hebben we meer dan duizend operaties per jaar. De operatie werkt goed, maar het litteken zit in de handpalm en dat is een rotplek. Sommige mensen hebben nog maanden last na de operatie. De operatie zelf stelt niks voor, maar het herstel valt tegen. Daar waarschuw ik mensen altijd voor.”

De ziekte van Dupuytren kun je ook vaak beter niet opereren, toch?

“Klopt, 20 procent van de mannen ouder dan 50 jaar krijgt ermee te maken. Er ontstaan dan strengen en knobbels onder de huid in de handpalm, waardoor vingers krom gaan staan. Pas als je klachten hebt – zoals pijn of als je je sleutels niet meer uit je zak kunt halen – is een operatie te overwegen. Het helpt zeker, maar helaas komt het altijd weer terug en ontstaat er littekenweefsel. Het natraject is ook intensief. Je bent er zo zes tot twaalf weken mee bezig.”

En bij de haperende vinger (triggerfinger)?

“Hierbij heb je een pijnlijke kromme vinger, die soms recht kan floepen. Het komt door een ontstoken pees die vastzit. Dit kun je verhelpen met een prikje of een kleine operatie. Die is zeer effectief, maar opnieuw is er littekengevaar. Dit is eveneens een nare plek om een litteken te hebben.”

Een chirurg die liever niet opereert, dat is best apart.

“Bezint eer ge begint, geldt voor iedere operatie aan de hand of pols. We kunnen niet toveren. Als er iets met een hand mis is, kunnen we er geen 18-jarige hand meer van maken. Vooral littekens maken patiënten en dokters niet gelukkig. Wees dus zuinig op je handen.”

Hoe herstel je goed van een handoperatie?

“Het belangrijkste is het natraject bij een gecertificeerde handtherapeut. Dat is een ergotherapeut of fysiotherapeut met een speciale vervolgopleiding tot handtherapeut. Het is de belangrijkste compagnon van de handchirurg. De handtherapeut kan stijfheid voorkomen, een oefenstrategie ontwerpen en spalken maken. Je moet dus ondanks de zwelling in de hand goed blijven oefenen met de handtherapeut.”

Welke bewegingen zijn slecht voor je hand en pols?

“Het rekken van de Dupuytrenstreng heeft geen enkele zin. Doe het niet, want als het al iets doet, dan is dat vooral het belasten van die streng. Overmatig rekken van de hand geeft in het algemeen vaak klachten. Ook het maximaal strekken van gewrichten en er dan belasting op zetten, is vragen om problemen. Bijvoorbeeld bij het opdrukken. Probeer het te doen op de vuisten, dan staat je pols veel stabieler.”

En welke bewegingen zijn juist goed?

“Het soepel houden van gewrichten is belangrijk om de beweeglijkheid te behouden. Ga niet blind in stressballetjes knijpen, dat geeft alleen maar pijn en extra belasting voor het toch al aangedane gewricht. Blijf vooral gewone dingen doen zoals pianospelen, schilderen en aardappels schillen; daar heb je tenminste nog wat aan. Mensen vragen weleens: ‘Wat moet ik doen om artrose te stoppen?’ En dan zeg ik gekscherend: ‘Je hand nooit meer gebruiken.’ Dat kan natuurlijk niet. Je wilt zoveel mogelijk leuke dingen doen en je hand op een fijne manier gebruiken.”

Dit is een artikel verscheen eerder in Plus Magazine december 2022. Abonnee worden van het blad? Dat doet u in een handomdraai!

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine