Welke planten kunnen wel tegen droogte?

Vraag het aan Romke

Getty Images

Elke maand een lezersvraag en handige tuintips. Ditmaal: veel planten en struiken liggen op apegapen als het heet en droog is. Welke kunnen van nature beter tegen zomerhitte?

Zo nu en dan is de zomer extreem droog. Het is de afgelopen jaren een aantal keer voorgekomen. Dat rododendrons het zwaar zouden krijgen, was wel te verwachten. Maar dat ook taxus en buxus op uitgebreide schaal zouden verdrogen kwam voor veel tuinliefhebbers toch als een nare verrassing. De meest opzienbarende ontdekking was dat veel coniferen slecht tegen droogte kunnen. Uitzonderingen waren de jeneverbessen en dennen. Die kunnen kennelijk meer hebben dan hun soortgenoten.

Droogte kun je natuurlijk te lijf gaan met tuinslangen en sproeiers, maar bij aanhoudende droogte krijgen we straks geheid te maken met een sproeiverbod. Bovendien beginnen steeds meer tuiniers zich af te vragen of het wel zo verstandig is om ons duur gezuiverde drinkwater op de tuin te sproeien. Sproeien valt straks onder sociaal ongewenst gedrag. En dat begin je nu al te merken. Tuinen worden nog altijd besproeid, maar steeds vaker ’s nachts, als de buren naar bed zijn. Wie na middernacht door een buitenwijk loopt, hoort een geruis en geklater van jewelste. En de nachtelijke watergever heeft overigens gelijk, want op een zonnige dag heeft watergeven overdag weinig zin: het meeste water verdampt voordat het in de grond zakt. 

Tijd om onze vaste planten, struiken en bomen eens goed tegen het licht te houden. Welke staan na een paar weken zonder water er nog fris bij – en welke laten het afweten? Het gazon wordt vaak snel bruin, vooral op zandgrond. Misschien is het u opgevallen dat klaver in een grasveld veel langer groen blijft dan gras. Klaver wordt als onkruid beschouwd in een gazon, maar misschien zouden we de zaak moeten omdraaien: een gazonnetje van klaver, met gras als onkruid. Nu misschien nog een radicaal idee, maar wie weet, in de toekomst heel gewoon. 

In ieder geval is het niet verkeerd op zoek te gaan naar droogtebestendige planten. Maar hoe weet je nu of een plant droogtebestendig is? Of kunnen we dat alleen door schade en schande ondervinden? Nee, die schade kan beperkt blijven, want er valt wel degelijk iets over te zeggen. Droogte­bestendige planten hebben vaak blauw, grijs of zilverkleurig blad. De blauwe of grijze kleur wordt veroorzaakt door een viltlaag of door een waslaag, allebei voorzieningen waarmee een plant uitdroging weet tegen 
te gaan. 

Keuze is er genoeg. Duindoorn is bijvoorbeeld een schitterende struik met zijn zilveren blad en oranje bessen. Voor die bessen heb je wel een mannelijk en een vrouwelijk exemplaar nodig. De judasboom heeft een grijze zweem over zijn blad. Hij kan niet kiezen tussen boom en struik, maar kan door snoeien heel makkelijk klein worden gehouden. De variëteit ‘Forest Pansy’, met rood blad, blijft van nature klein. Judas­bomen bloeien met duizenden roze bloempjes in het voorjaar. Ook brem kan goed tegen droogte; dit struikje gaat verdamping tegen door zijn blad tot draden te reduceren. Hulst doet het weer op een andere manier: door het blad van een glimmende harde laag te voorzien. Tamarisk heeft grijs blad en roze bloempluimen en kan goed worden gesnoeid. En een hibiscus staat er ook na een lange droge zomer nog fris bij.

Net zoals sommige heesters aarzelen tussen struik en boom, heb je vaste planten die niet weten of ze een klein struikje of een vaste plant moeten zijn. Neem lavendel, een plant die begint als zacht stekje maar al snel verhout tot een echte mini-struik. Hier geldt: hoe meer droogte, hoe meer vreugd. ‘Halfheesters’ worden zulke houtige planten genoemd. Santolina (heiligenbloem) is er ook zo een: grijs blad aan houtige stengels.

Echte droogteminnaars zijn de zonneroosjes, met bloemen in alle kleuren, al is dat meestal maar gedurende een deel van de dag. De bloemen gaan ’s morgens open en tegen de middag vallen de bloemblaadjes af. Prikneuzen, anjelieren, ezelsoren, pimpernel, salie, ganzerik: wie droogtebestendige planten zoekt, kan toch wel uit zo’n vijftig soorten kiezen. Ook op het terras en balkon kan de droogte nijpend worden. Je kunt daar wel iets aan doen door potplanten in aarde te zetten die vocht vasthoudt. Dat is aarde met flink wat klei, zoals potgrond die je voor rozen koopt. Ook kun je kristallen die vocht vasthouden door de potgrond mengen. En ten slotte kun je een watergeefsysteem aanleggen, zoals het ‘spaghetti­systeem’, waarbij iedere pot door een slangetje wordt bevloeid. Wel praktisch maar niet mooi, zo’n kluwen spaghetti. 

Ook op een balkon of terras kun je planten ­kiezen die minder water nodig hebben dan de meeste. Blauwbladige hosta’s bijvoorbeeld, imposante potplanten. Variëteiten als ‘Halcyon’, ‘Azure Snow’ en ‘Baby Blue Eyes’ hebben staalblauw blad en groeien elegant over de rand van de pot. Bovendien hebben hosta’s in een pot geen last van slakken, zeker niet als je een koperdraadje rond de pot draait. Hosta’s houden van schaduw, zet ze daarom liever niet in de volle zon. Gaat het om een terras of balkon in de zon, dan zou je Salvia argentea kunnen proberen: een salvia met groot, zilverachtig behaard blad en witte bloemen. De plant is winterhard, maar tweejarig. Ook zonneroosjes doen het prima in een pot. Als die na een paar jaar wat pierig worden, kun je ze in het voorjaar flink terugknippen. Siergrassen zie je niet vaak in potten, maar het zijn goede potplanten. En hun unieke groeiwijze – als een fontein omhoog spuitend en daarna weer sierlijk uitwaaierend – vind je bij geen enkele andere plant.

Bron 
  • Plus Magazine