'Vegetariers vaker besmet met ESBL-bacteriën dan vleeseters'

Getty Images

Mensen die meerdere malen per week vlees eten dragen niet vaker ESBL-bacteriën bij zich dan vegetariërs. Het omgekeerde lijkt waar. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.

ESBL-bacteriën zijn bacteriën die stoffen maken die sommige antibiotica onschadelijk maken. Hierdoor werken ze niet meer, waardoor ziektes aanpakken moeilijker wordt. Ongeveer 1 op de 20 mensen (5%) draagt een ESBL-bacterie bij zich in de darmen. Meestal worden mensen daar niet ziek van. Soms kan een ESBL-bacterie toch een infectie veroorzaken, zo’n infectie is dan dus moeilijker te behandelen met antibiotica.

ESBL-bacteriën komen vaak voor bij dieren en op vlees. Daarom hadden de onderzoekers verwacht dat mensen die veel vlees eten vaker ESBL-bacteriën bij zich dragen. De resultaten wijzen erop dat dit niet het geval is: proefpersonen die minimaal drie keer per week vlees eten, dragen gemiddeld zelfs minder vaak ESBL-bacteriën bij zich dan vegetariërs. Na correctie voor verschillen tussen de groepen (zoals andere risicofactoren en seizoensinvloed) is echter niet met zekerheid te zeggen of dit een toevalsbevinding is of dat er werkelijk een verschil in dragerschap is tussen de groepen.

Wie raakt wel besmet?

Voor het totale onderzoek zijn de gegevens van 1542 mensen gebruikt. Naast het insturen van de ontlasting hebben de deelnemers ook een uitgebreide vragenlijst ingevuld over mogelijke risicofactoren om een ESBL-bacterie op te lopen. Mogelijke risicofactoren zijn onder andere contact met dieren, reizen naar het buitenland, het gebruik van bepaalde medicijnen en opname in het ziekenhuis.

Mensen die reisden naar Afrika, Midden- en Zuid-Amerika, Azië en Zuid- en Oost-Europa droegen inderdaad vaker ESBL-bacteriën bij zich. Dit gold ook voor mensen die zelden of nooit de handen wassen voordat ze beginnen met het bereiden van voedsel.

Bron: www.rivm.nl

Auteur