Renovaties die een woning een zuiniger energielabel geven, leveren niet altijd de verwachte besparing. De oorzaak is dat het werkelijke verbruik van de bewoners niet wordt gemeten.
Dit meldt de Woonbond. Bij renovaties wordt vaak gerekend met een theoretische besparing. De gebruikte rekenmodellen hebben een manco: ze schatten het energieverbruik van woningen met label G, F en E stelselmatig te hoog. Het energieverbruik van een woning met label A wordt juist te laag ingeschat. Zo ontstaan er onrealistische verwachtingen over de besparing die wordt bereikt.
Meten
Dat theoretische rekenmodellen slechte voorspellers zijn van de feitelijke energiebesparing, werd vorig jaar nog eens bevestigd door de Amsterdamse Rekenkamer in een onderzoek naar de renovatie van corporatiewoningen. Radiomakers van NPO namen onlangs vijf renovatieprojecten buiten Amsterdam onder de loep en constateerden dat de verwachte energiebesparing niet werd gehaald.
De Woonbond pleit ervoor om bij renovaties ook het werkelijke verbruik te meten, zowel voor als na de renovatie.
Bron: Woonbond
