Tamme kastanjes herkennen en bereiden

Gezonde herfstnoten

Getty Images

Het najaar is hét seizoen waarin u kunt genieten van kastanjes. Vanaf oktober vallen de stekelige bolsters met daarin verstopt grote noten van de bomen. Raap ze op in het bos en verwerk ze in een lekker herfstig recept.

Hoewel wilde en tamme kastanjes nogal eens met elkaar verward worden, behoren ze tot verschillende plantengeslachten. De tamme kastanje (Castanea sativa) behoort tot de beukenfamilie. De wilde variant (Aesculus hippocastanum) die ook wel paardenkastanje genoemd wordt, maakt onderdeel uit van de Aesculusfamilie. Alleen tamme kastanjes kunt u eten.

Verschil tam en wild

Paardenkastanjes herkent u aan de grote bladeren in de vorm van een hand met vijf à zeven 'vingers'. Ze hebben een bolster met korte stekels, die niet zo erg prikken. In de bolster zit maar één kastanje, die helemaal rond is. Wilde kastanjes zijn erg bitter en niet eetbaar.

De bomen die eetbare kastanjes dragen, hebben langwerpige, getande bladeren. Tamme kastanjes hebben een bolster met veel, lange, fijne stekeltjes, zoals een egel. In de bolster zitten soms wel drie noten. Deze eetbare kastanjes zijn niet helemaal rond, maar hebben een platte kant en een puntje met een wit pluimpje.

Gezonde eigenschappen

Kastanjes zijn een stuk minder vet dan andere noten. Er zitten wel de nodige koolhydraten, vezels en eiwit in. Ze bevatten vitamines uit de B-groep, vitamine E, kalium, foliumzuur en zink. Een portie van 100 gram kastanjes levert zo’n 185 kilocalorieën.

Aan kastanjes worden ook allerlei geneeskrachtige eigenschappen toegedicht, maar dan gaat het om de wilde variant. Zo zou een tinctuur van paardenkastanjes de aderen schoon en soepel houden. Een kastanje in de broekzak dragen is een oud volksgebruik om reumatische klachten te verminderen. Bovendien is kastanjepuree een huismiddeltje tegen een droge huid.

Poffen of roosteren

U kunt tamme kastanjes ontdoen van hun bruine schil en daarna meteen rauw eten. Ze zijn dan nootachtig. Ze smaken nog beter als u ze eerst poft, roostert of kookt.

Zet met een scherp mes een kruis in de bovenkant van de kastanjes. Leg ze daarna ongeveer een kwartier in een oven die voorverwarmd is tot 200 graden Celsius, tot de schil openbarst. U kunt hetzelfde doen in een pan met een klontje boter op een matig vuur of in de as van de open haard. Of kook ze tien minuten in een pan met water. Pel de kastanjes als ze nog warm zijn, dan gaat het minder lastig. Vaak blijft er een vliesje achter wat moeilijk te verwijderen is. U mag dat vlies laten zitten, maar het heeft een wat bittere smaak.

Kastanjes zijn lekker bij wintergroenten zoals rode kool en spruitjes. Een puree van kastanjes doet het goed bij wildgerechten. Dankzij hun zoetige smaak kunt u ze ook verwerken in toetjes en taarten.

Kopen en bewaren

Staat er geen tamme kastanjeboom bij u in de buurt, dan kunt u van oktober tot en met december terecht bij goed gesorteerde supermarkten en natuurvoedingswinkels. U vindt ze ook wel op markten, in toko’s en Turkse winkels. Gedroogde kastanjes en kastanjepasta en -puree zijn het hele jaar door te koop.

Bewaar verse kastanjes hooguit een week op kamertemperatuur, op een droge plek. Twijfelt u of ze nog goed zijn, leg ze dan in een bak met water. Kastanjes die bovendrijven, zijn uitgedroogd of van binnen opgegeten door insecten. De kastanjes die zinken, zijn nog in orde.

Bron 
  • Voedingscentrum
  • Vitamine Informatie Bureau