5 tips voor de perfecte smoothie

Voeg altijd groente toe

smoothie maken
Getty Images

Smoothies zijn een goede manier om wat extra vitaminen te krijgen, mits je de portiegrootte beperkt houdt. Vijf tips voor de perfecte smoothie.

1. Voeg altijd groente toe aan je smoothie

Een smoothie met fruit alleen is vaak lekker zoet, maar ook rijk aan suiker. En het is juist een ideale manier om vast wat groente binnen te krijgen. Verwerkt daarom vooral restjes groente uit de groentela. Worteltjes, spinazie, avocado, boerenkool, bloemkool: allemaal perfecte groente voor in een smoothie.

2. Neem liever een minder grote smoothie

Je raakt minder snel vol van een smoothie dan van losse groente en fruit. Het is dan ook verleidelijk er een lekker grote portie van te nemen. Maar in een glas smoothie van 250 milliliter zit al gauw 30 gram suiker, doordat er vaak meerdere porties fruit en groente zitten. Neem daarom liever een wat kleinere portie: gebruik bijvoorbeeld  maar 100 gram fruit en vul de rest aan met groenten. En bedenk dat er ook in groenten suiker zit. Spinazie, broccoli of boerenkool zijn laag in suikers.

Lees ook: hoeveel suiker zit er in mijn groenten?

3. Duik in je diepvries

Diepvriesfruit en - groenten zijn perfect voor in een smoothie. Ze bevatten dezelfde gezonde voedingsstoffen, maar zijn een stuk goedkoper en langer houdbaar. Als je groente of fruit uit de vriezer in je smoothie doet, heb je geen ijsklontjes nodig: je drankje wordt er ook iets dikker en kouder van.

4. Voeg nooit vruchtensap toe aan je smoothie

Vruchtensap zit vol verborgen suikers. Gebruik om je smoothie vloeibaarder te maken liever water, melk of yoghurt of een plantaardige vervanger zoals sojamelk, havermelk of amandelmelk. Ook kokoswater of koude thee is lekker.

5. Gebruik geen honing of andere suikers

Je smoothie is zoet genoeg als je er fruit in doet. Siroop, honing of andere suikervervangers zijn net zo ongezond als 'normale' toegevoegde suikers en laten je alleen maar wennen aan een zoete smaak.

Dit artikel verscheen eerder op Gezondheidsnet.

Auteur