Longembolie: wie loopt extra risico?

Adembenemend stolsel

Getty Images

Ieder jaar krijgen 10.000 tot 12.000 mensen een longembolie; dat maakt het na een hartinfarct en beroerte de meest dodelijke cardiovasculaire aandoening. Toch weten de meeste mensen er niet veel vanaf. Wie lopen er bijvoorbeeld extra risico op een longembolie?

Longembolie - in medische termen veneuze trombose - staat in de top drie van meest dodelijke cardiovasculaire aandoeningen. Alleen aan een hartinfarct of beroerte sterven meer mensen. Het komt ook vaker voor dan veel mensen denken: jaarlijks krijgen zo'n 10.000 tot 12.000 mensen ermee te maken. Sommige mensen lopen er meer risico op dan anderen.

Wat is trombose?

Ieder uur krijgen elf mensen trombose, bijvoorbeeld in een been, longen, hart of hersenen. Eén op de vier mensen overlijdt aan de directe of indirecte gevolgen ervan; dat zijn maar liefst veertig mensen per dag. Serieuze cijfers dus. Bij trombose raakt een bloedvat verstopt door een bloedstolsel. Dit is gevaarlijk, omdat het de bloeddoorstroming belemmert of blokkeert. Bij een bloedstolsel in een ader heet dat veneuze of diep-veneuze trombose (DVT), zoals bij een trombosebeen of longembolie. Bij een stolsel in een slagader wordt het een arteriële trombose genoemd. Deze laatste kan een hartinfarct of herseninfarct veroorzaken.

Wie loopt risico op een longembolie?

Wie loopt nu extra risico op een longembolie? Simpel gezegd: iedereen die risico loopt op een trombosebeen. Zo'n been ontstaat als een bloedstolsel een ader in het been afsluit en de bloeddoorstroming in het been belemmert. Het stolsel kan los schieten richting de longen en daar een longembolie veroorzaken. Dat is ook de reden waarom er bij knie- en heupoperaties vaak standaard antistollingsmiddelen worden gegeven. Bij dit soort behandelingen is er namelijk sprake van een verhoogd tromboserisico. Ook mensen met longfibrose, COPD en astma hebben meer risico op een longebolie en dat risico groeit naarmate de leeftijd vordert.

Verhoogd risico op longembolie:

  • Mensen die risico lopen op een trombosebeen
  • Mensen met longfibrose
  • Mensen met COPD
  • Astma-patienten

Andere risicofactoren voor longembolie

  • Je hebt een beschadigde bloedvatwand, bijvoorbeeld door aderverkalking
  • Je bloedsomloop is trager dan normaal, bijvoorbeeld door een lange reis of langdurig ziektebed
  • De samenstelling van je bloed is veranderd, bijvoorbeeld door medicijngebruik, ziekte of zwangerschap

Meestal wordt een longembolie veroorzaakt door een combinatie van bovenstaande factoren. Het risico erop wordt nog groter als iemand trombose in de familie heeft (erfelijke trombose), iemand eerder veneuze tromboze of longembolie heeft gehad en na een botbreuk of ledemaat in het gips. Ook ernstig overgewicht en roken vergroten de kans. Tenslotte loop je meer risico op een longembolie als je de anticonceptiepil sikt (voorals als je boven de 35 bent), tijdens een zwangerschap en in het kraambed.

Erfelijke ziekten

Naast bovengenoemde zaken, heb je ook meer kans op een longembolie bij bepaalde erfelijke aandoeningen:

Factor V Leiden

Factor V Leiden is een erfelijke bloedstollingsziekte waardoor iemand meer kans heeft op het ontstaan van bloedpropjes omdat het eiwit proteïne C minder goed werkt. Er is een milde en ernstige vorm van Factor V Leiden. Bij de milde vorm krijgen de meeste mensen nooit trombose. Maar mensen met de zeldzame vorm van Facor V Leiden hebben gemiddeld een vijftig tot honderd keer grotere kans op trombose. Daarom kan het zinvol zijn om bij trombose te achterhalen of deze ziekte een rol speelt.

Teveel stollingseiwitten

Bij andere erfelijke aandoeningen maken mensen teveel stollingseiwitten aan in hun bloed, bijvoorbeeld stollingsfactor VIII. Het bloed stolt dan sneller. Deze
mensen hebben gemiddeld een vier keer grotere kans op trombose dan mensen met normale hoeveelheden factor VIII.

Te weinig stollingseiwitten

Er zijn ook aandoeningen waarbij mensen te weinig stollingseiwitten aanmaken die de bloedstolling kunnen remmen, bijvoorbeeld antitrombine, proteïne C of proteïne S. Bij een tekort aan deze eiwitten kan het risico op trombose tien keer zo groot worden.

Een trombose kan levensgevaarlijk zijn. Neem bij vermoeden van een trombose altijd direct contact op met uw (huis)arts of bel 112.

 

Auteur 
Bron 
  • Trombosestichting