Goedkoop op stedentrip: 5 tips

Getty Images

Een stedentrip naar het buitenland hoeft helemaal niet duurder te zijn dan een weekendje Zuid-Limburg, dankzij scherp geprijsde hotels en Airbnb-kamers bij particulieren thuis. Dat bewijzen ook deze vijf steden.

Plus-reisredacteur Thijs Joosten: "In het laagseizoen vliegen stedentrippers voor de prijs van een treinretourtje naar Maastricht naar een leuke buitenlandse stad. En als ze echt geld willen besparen, tip ik deze vijf goedkope steden."

1. Riga, Letland

De middeleeuwse binnenstad staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco, en dat is terecht. Stedentrippers kunnen er uren ronddwalen en genieten van gebouwen als het Huis van de Zwarthoofden, het Kattenhuis en de Drie Broers. In de wijken rond de binnenstad staan veel mooie jugendstil-woningen uit het begin van de twintigste eeuw. De kathedraal is de grootste middeleeuwse kerk van de Baltische staten.

Ook de historische Vesting Daugavpils is een bezoekje waard. Het destijds nog in aanbouw zijnde fort werd in 1812 door 3300 man succesvol verdedigd tegen het acht maal grotere Franse leger van Napoleon. Het prijspeil in Riga is laag. Een driegangendiner in een prima restaurant kost zo'n 20 euro en een halve liter bier in een van de gezellige barretjes 2 euro.

Getty Images

2. Berlijn, Duitsland

De Duitse hoofdstad is met afstand de goedkoopste reisbestemming in West-Europa. Hotels zijn prettig geprijsd en er vliegen diverse goedkope vliegmaatschappijen naartoe. Wie liever de trein pakt, kan meerdere malen zonder overstap vanuit Amsterdam reizen. De treinreis is wel iets voor de liefhebber: hij duurt 6,5 uur en het kaartje is meestal niet goedkoper dan een vliegticket.

Ook eten en drinken is niet duur in Berlijn. Wie na het bezichtigen van attracties als de Muur-restanten -  East Side Gallery is een stuk muur van meer dan een kilometer, beschilderd door 118 kunstenaars -, Alexanderplatz met zijn beroemde tv-toren en het voormalige Checkpoint Charlie honger heeft gekregen, kan voor een paar centen zijn buik rond eten bij 'imbiss'-tentjes als Bürgermeister (hamburgers), Konnopke's Imbiss (echte Berlijnse currywurst), of Gel Gör Inegöl Köfteci (sandwiches met gegrild Turks köfte-gehakt). De calorieën raak je na afloop kwijt met een wandeling door de leuke buurten Friedrichshain met zijn marktjes en Prenzlauer Berg met zijn vele cafés en restaurants.

Getty Images

3. Boedapest, Hongarije

Net als vele andere Oost-Europese steden is Boedapest heel betaalbaar, en het is daarnaast ook een aantrekkelijke stad. Het visitekaartje van Boedapest is het gotische parlementsgebouw, dat honderd jaar geleden aan de oever van de Donau is gebouwd. De torens, de indrukwekkende koepel en vooral de enorme omvang maken het tot een echte blikvanger.

Binnen kunnen de Hongaarse kroonjuwelen worden bezichtigd. Na afloop blaast de stedentripper uit met een kop koffie met een stuk heerlijke 'Eszterházy torta' in een van de ouderwetse koffiehuizen, zoals Gerbeaud of het weelderig ingerichte New York Café, dat door velen wordt beschouwd als het mooiste café ter wereld. Hier is de koffie natuurlijk wat duurder, maar in een gewoon café drink je al een kopje voor nog geen 1,50 euro. Boedapest heeft net als Wenen een echte koffiecultuur. De Turken brachten de drank mee nadat ze de stad in de zestiende eeuw hadden veroverd. Ook de thermaalbaden van de stad zijn beroemd. De Széchenyibaden bestaan uit zwem- en stoombaden rond twee warmwaterbronnen in het stadspark van Boedapest. De geelgekleurde badhuizen trekken veel toeristen maar ook lokale bewoners.

Een bijzondere attractie is lijn 1 van de metro, die in 1896 is aangelegd en daarmee na Londen de oudste metro van de wereld is. Stap onderweg meerdere malen uit om te genieten van de prachtig gedecoreerde ondergrondse stations. Met de Budapest Card krijg je 24, 48 of 72 uur lang en gratis toegang tot het openbaar vervoer, de Lukacz thermaalbaden en twaalf musea. De kaart kost vanaf 17 euro en dat bedrag haal je er tijdens je verblijf gemakkelijk uit.

Getty Images

4. Lissabon, Portugal

Vergane glorie is wat deze stad zo charmant maakt. Aan de gloriedagen van het Portugese wereldrijk herinneren monumenten als de zestiende-eeuwse Torre de Belem en het Mosteiro dos Jerónimos. In dit klooster in de wijk Belém liggen de graven van onder andere zeevaarder Vasco de Gama, die een handelsroute naar India ontdekte en daarmee de uiterst lucratieve specerijenhandel voor Portugal mogelijk maakte.

De prijzen in Lissabon zijn zeer schappelijk, zowel van hotels als van restaurants. Goedkoop en authentiek eet je in een van de lawaaiige en ogenschijnlijk chaotische cafeetjes, die vooral door lokale bewoners worden bezocht. Op de kaart staat stevig Portugees volksvoedsel, vaak op basis van bacalhau: gedroogde witvis. Lissabon is een uiterst heuvelachtige stad, en wie moe van het wandelen is, maakt een ritje met de beroemde tramlijn 28. Deze gezellige gele wagentjes hobbelen op hun dooie gemak over de vele heuvels. Onderweg passeren ze de wijken Baixa, Graça, Alfama en Estrela. Veel bezoekers springen erin om de steile heuvel vanuit Baixa naar de wijk Alfama en het kasteel te beklimmen.

Getty Images

5. Krakau, Polen

In tegenstelling tot de hoofdstad Warschau heeft Krakau nagenoeg ongeschonden de Tweede Wereldoorlog doorstaan, en dat zie je terug in het fraai bewaarde middeleeuwse stadscentrum. Het centrale plein in de binnenstad is het grootste nog bestaande middeleeuwse plein van Europa. In het 19e eeuwse Czartoryskimuseum zijn Turkse wapens te zien, die tijdens het Beleg van Wenen in 1683 zijn afgepakt. En er hangt een werelberoemd schilderij: ‘De Dame met de Hermelijn’ van Leonardo Da Vinci. De Kerk van de Heilige Maagd Maria staat bekend om het fraai gedecoreerde hoogaltaar van de middeleeuwse kunstenaar Veit Stoss.

Ook Krakau is verrassend betaalbaar: een redelijk hotel kost maar een paar tientjes en voor 5 euro heb je een fatsoenlijke lunch. Een halve liter van het uitstekende Poolse bier kost 2 euro. De Kraków Card geeft toegang tot het openbaar vervoer en meer dan 30 musea. Ook geeft hij korting op restaurants, winkels en excursies. Een kaart voor twee dagen kost 25 euro, wat een uitstekende investering is.

Leuke en aparte eetgelegenheden zijn de zogenaamde melkbars ('bar mleczny'), die een overblijfsel uit de communistische periode vormen. Ze hebben vaak de sfeer van een bedrijfskantine uit de jaren vijftig en je kunt er goedkoop eten. Een andere attractie zijn de kelderbars, die typisch voor Krakau zijn. In het weekend is er vaak live muziek te beluisteren. Dankzij de vele studenten is het 's avonds gezellig in de binnenstad. Een indrukwekkende dagtrip vanuit Krakau is een bezoek aan het vlakbij gelegen concentratiekamp Auschwitz-Birkenau.

Getty Images

Meer tips

Thijs gaf eerder verrassende tips voor Parijs; bezienswaardigheden en tuinen/parken. Of ga een dagje uit in eigen land.

Auteur