Scheiden zonder al te veel te lijden

Ieder jaar gaan tienduizenden mensen uit elkaar. Een besluit met grote gevolgen. Weet waar u aan begint. En – als het zo ver komt – wat u moet regelen.

Scheiden doet u – hoe ironisch – altijd samen. Ook als u niet achter de beslissing staat. Vaak wil de één al scheiden maar moet de ander nog wennen aan het idee. Dat zorgt voor heftige emoties en veel strijd. Pas als beide partijen bereid zijn om écht met elkaar over de echtscheiding te praten, heeft het zin een advocaat of mediator in te schakelen om zaken te regelen. Zo niet, dan kan het verstandig zijn om eerst met een psycholoog of relatietherapeut te praten.

Een scheiding kost tijd. Bij de rechtbanken is het druk, dus een jaar wachten is niets bijzonders. Maar nog belangrijker is dat u niet zomaar even naar de rechter kunt om een scheiding aan te vragen. U zult uw huiswerk moeten doen: wat is het inkomen, hoe groot is het vermogen, hoe gaan we om met de kinderen, etcetera.

Als u overeenstemming bereikt, worden de afspraken vastgelegd in een ‘echtscheidingsconvenant’. U hoeft dan zelf niet naar de rechtbank. De rechtbank kan de zaak schriftelijk afdoen door de echtscheiding uit te spreken en te bepalen dat de gemaakte afspraken rechtsgeldig zijn.

Komt u met uw aanstaande ex ­niét tot overeenstemming, dan zal de rechter knopen moeten doorhakken. De rechter volgt de wettelijke verdeling. Dat kan onvolledig en onvoordelig uitpakken, met als gevolg dat u later nog een keer terugmoet, bijvoorbeeld om meer alimentatie te ­eisen.

De kosten van een scheiding verschillen enorm. Het kan voor duizend euro worden geregeld, maar hoe meer strijd, hoe duurder (zie het ex-echtpaar Rob de Nijs en Belinda Meuldijk). Als het vermogen ingewikkeld in elkaar steekt, bijvoorbeeld door een eigen bedrijf of een eerder huwelijk, dan heeft dat ook een prijskaartje. Beknibbelen op deskundigheid heeft geen zin: goed scheiden is maatwerk.

Niet doen
Melden dat u wil scheiden en simpelweg vertrekken: het beruchte briefje op de keukentafel.

Wel doen
Met elkaar in overleg blijven en gespecialiseerde hulp zoeken. Dat kan via de Vereniging van Familierecht Advocaten en Scheidingsmediators,

T 070-362 62 15. Of kijk op www.verderonline.nl

De alimentatie

Hoeveel alimentatie krijg ik? Kom ik op een flatje drie hoog achter? Kleedt zij mij financieel uit? Hoeveel hou ik nog over nadat ik alimentatie heb betaald? Het zijn vragen waar veel ex-geliefden mee worstelen.

Gelukkig liggen de normen voor partner- en kinderalimentatie min of meer vast. Het maakt daarbij niet uit wie de ‘schuld’ heeft van de scheiding. Wie er vandoor gaat met een ander hoeft daarvoor geen extra ‘strafalimentatie’ te betalen. Ook maakt het niet uit of u onder huwelijkse voorwaarden of in gemeenschap van goederen getrouwd was. Degene die kostwinner was (en dus het meest verdiende) dient alimentatie te betalen aan de ander. De betaler heet de onderhoudsplichtige, de ontvanger onderhoudsgerechtigde.
Om de alimentatie te bepalen, wordt gekeken naar ‘behoefte’ en ‘draagkracht’. De behoefte van de onderhoudsgerechtigde (vaak de vrouw) wordt vastgesteld aan de mate van welstand die de echtgenoten hadden kort voordat zij uit elkaar gingen. In principe moet de onderhoudsgerechtigde deze welstand behouden, maar dat is vaak niet mogelijk. Logisch, want het inkomen van de echtgenoten blijft gelijk maar na de echtscheiding moeten er wel twee huishoudens van betaald worden.

De onderhoudsplichtige heeft ook recht op een eigen inkomen voor het levensonderhoud. Daarbij wordt gekeken wat hij overhoudt van zijn inkomen na aftrek van redelijke kosten. Die bestaan sowieso uit de bijstandsnorm (€841 voor alleenstaanden), de kosten voor de zorgverzekering, woonlasten en andere noodzakelijke lasten. Als dan van dat inkomen iets overblijft, hoeft de onderhoudsplichtige daarvan in principe niet meer dan 60 procent af te dragen aan de ex.

Voor kinderalimentatie geldt eigenlijk hetzelfde als voor partner­alimentatie: de laagste van ‘behoefte’ en ‘draagkracht’ bepaalt de hoogte van de bijdrage.

Om te bepalen van wat minderjarige kinderen en studerenden tot 21 jaar nodig hebben, heeft de Werkgroep Alimentatienormen van de Nederlandse Vereniging van Rechtspraak tabellen vastgesteld. Deze vaste normen maken het voor deskundigen en rechters mogelijk om de hoogte van de alimentatie te berekenen. Op onder meer www.alimentatiewijzer.nl kunt u een indicatie krijgen.

Alimentatie kan op verschillende manieren worden betaald, bijvoorbeeld als geldbedrag of als bijdrage aan de huur of de hypotheek. Wie alimentatie betaalt, mag dat aftrekken als onderhoudsverplichting (Box 1). Op dit moment (2009) lijkt het erop dat de resterende schuld door de onderhoudsplichtige ook mag worden opgevoerd als schuld in Box 3. Waarschijnlijk komt een eind aan deze mogelijkheid, maar nu mag het nog volgens sommige deskundigen. Wie alimentatie ontvangt, moet het opgeven als inkomen uit werk en woning (Box 1).

De alimentatie duurt in principe twaalf jaar. Tussentijds veranderen kan, maar dan moet er bijvoorbeeld sprake zijn van een wijziging in inkomen. Ook opnieuw samenwonen kan een reden zijn om de maandelijkse vergoeding bij te stellen.

Niet doen
Torenhoge alimentatie eisen, want de normen daarvoor liggen min of meer vast.

Wel doen
Krijgt u huur- of zorgtoeslag? Geef wijziging in uw situatie tijdig door. Krijgt u het niet, kijk dan of u er recht op hebt op www.toeslagen.nl

Het vermogen en het huis

Als u gaat scheiden, moet het vermogen worden verdeeld. Maar hoe? Dat hangt af van de manier waarop u in het huwelijksbootje bent gestapt: in gemeenschap van goederen of onder huwelijkse voorwaarden. Hebt u niets geregeld, dan bent u in gemeenschap van goederen gehuwd. Als u bij de notaris bent geweest, dan bent u hoogstwaarschijnlijk op huwelijkse voorwaarden getrouwd. In het laatste geval hangt het van de precieze voorwaarden af wat onder de ‘huwelijksgemeenschap’ valt en hoe dus alles verdeeld wordt.

Is er sprake van een gemeenschap van goederen, dan moet u zo’n beetje alles wat u tijdens het huwelijk hebt vergaard fifty-fifty verdelen. Dus ook de wasmachine, auto, caravan, bankrekeningen, lijfrentes, schulden en natuurlijk het huis. Het gaat daarbij om verdeling van de waarde van dat vermogen. Foto’s doormidden scheuren en kleding door de helft knippen is dus niet de bedoeling.

Vaak wordt een overzicht gemaakt van alle bezittingen en schulden, en worden deze aan de een of de ander toebedeeld. Aan deze spullen koppelt u een waarde. Met de lijst kunt u vaststellen of de één meer (waarde) heeft gekregen dan de ander. Dat zal dan op een of andere manier moeten worden verrekend.

Lastig onderdeel van het vermogen is de eigen woning. Soms staat het huis op één naam en valt hij buiten het huwelijksvermogen, maar meestal staat de woning op beider naam.

Hoe verdeel je een gemeenschappelijk huis? Als eerste moet de waarde worden vastgesteld. U moet uitgaan van de werkelijke waarde (dus niet de WOZ-waarde): het bedrag waarvoor u de leegstaande woning aan een derde zou kunnen verkopen. Aan een woning is vaak ook een pot geld gekoppeld, bijvoorbeeld bij een spaar- of beleggingshypotheek. Ook die waarde moet worden verdeeld. Blijft er dan nog een hypotheekschuld over, dan gaat deze van de ‘dagwaarde’ van het huis af. De overwaarde die dan nog overblijft (of de restschuld) moet in principe verdeeld worden. Dat kan door de woning te verkopen en met elkaar af te rekenen. Eén van u kan ook in de woning blijven en de ander uitkopen. Om dat te betalen, moet meestal een nieuwe hypotheek worden afgesloten en moet u overleggen met de bank over de mogelijkheden.

Woonde u samen in een huurwoning, dan is het huis geen onderdeel van het gemeenschappelijk vermogen. Als het huurcontract op beider naam staat, zult u met elkaar en met de verhuurder in overleg moeten wie er in het huurhuis kan blijven wonen. Komt u er niet uit, dan kunt u ook hiervoor een beslissing van de rechter vragen. Staat het huurcontract op één naam, dan heeft hij of zij in principe het recht om in de woning te blijven.

Niet doen
Stoppen met de hypotheek te betalen. Dat leidt alleen maar tot hoge incassokosten en, als u niet oppast, tot gedwongen verkoop van de woning. Zo vernietigt u ook uw eigen kapitaal.

Wel doen
Een welwillende ex die blijft meebetalen aan de hypotheek, kan de hypotheekrente nog twee jaar aftrekken van de inkomstenbelasting.

De (klein)kinderen

Ouders die gaan scheiden, moeten ook regelen hoe zij na de scheiding met de kinderen omgaan. Sinds 1 januari 2009 zijn zij verplicht een zogeheten ‘ouderschapsplan’ op te stellen. Daarin staat zo precies mogelijk omschreven met welke ouder het kind op een bepaald moment contact heeft, hoe de ouders beslissingen over het kind nemen, etcetera. Een kind heeft recht op contact met beide ouders. De plicht om er – wat de kinderen betreft – samen uit te komen, ligt nu dus zeer nadrukkelijk bij de scheidende ouders. Zonder plan géén scheiding.

Deze plicht geldt niet voor meerderjarige kinderen of kleinkinderen. In dat geval worden scheidende paren geacht er onderling uit te komen. Wat doen we met verjaardagen en andere gelegenheden? Hoe vaak en waar zien de grootouders hun kleinkinderen? Maak geen ruzie waar de kinderen bij zijn, ook niet als ze al volwassen zijn. En deel beslissingen over de kinderen die gezamenlijk, als ouders, neemt ook gezamenlijk aan de kinderen mee. Het is van belang de rol als ouder goed te scheiden van de rol als ex-partner. Zoek daarbij desnoods hulp.

Niet doen
Denk niet dat u kunt afdwingen dat de andere ouder een minderjarig kind nooit meer te zien krijgt. Een rechter zal dat dreigement zelden of nooit goedkeuren.

Wel doen
Maak zoveel mogelijk afspraken over de omgang met de (klein)kinderen en leg deze eventueel vast in het echtscheidingsconvenant. Dat kan geruzie voorkomen en geeft de kinderen zekerheid in een onzekere tijd.

Het pensioen

Sinds 1995 moeten pensioenen na een scheiding in principe ‘verevend’ worden. Een ex krijgt recht op de helft van het bedrijfspensioen van de ander, voor zover dit pensioen tijdens het huwelijk werd opgebouwd. Maar van deze regel kan bij eventuele huwelijkse voorwaarden al worden afgeweken, en ook in het echtscheidingsconvenant kunt u andere afspraken maken.

Vaak is er ook een nabestaandenpensioen opgebouwd. Mogelijk krijgt de ex daar na de scheiding eveneens recht op (bij het overlijden van degene die het pensioen heeft opgebouwd) maar dat verschilt van pensioenfonds tot pensioenfonds.

De scheiding meldt u bij het fonds of de fondsen waar het pensioen is opgebouwd. Het formulier dat u hiervoor nodig hebt (‘Mededeling van scheiding in verband met de verdeling van het ouderdoms­pensioen’) kunt u opvragen bij de meeste advocaten en notarissen. Als u dit binnen twee jaar na de scheiding doet, is de pensioenmaatschappij in principe verplicht om het pensioen te zijner tijd te verdelen over beide ex-partners.

Weet u niet bij welk fonds er pensioen is opgebouwd? Neem contact op met de werkgever; deze is verplicht u de benodigde informatie te verschaffen. Als het bedrijf inmiddels niet meer bestaat, kunt u hulp vragen bij de Informatiedesk van De Nederlandsche Bank (DNB), T 0800-020 10 68. DNB heeft een register van bedrijven en de pensioenfondsen waar deze bedrijven bij waren aangesloten. Let op: in het register staan geen namen van voormalige werknemers! DNB kan dus niet uitzoeken of u wel of geen pensioen hebt opgebouwd bij een bepaald bedrijf.

Niet doen

Denken dat het met het pensioen ‘wel goed komt’. Laat u bij een scheiding voorlichten door een pensioenadviseur, want het gaat in de regel om een flinke pot geld.

Wel doen

Kijk bij een scheiding of u kunt ‘schuiven’ met het pensioen. De waarde van het opgebouwde pensioen kan bijvoorbeeld worden ingezet om (een deel van) het vermogen nu al af te kopen.

Lees ook

  • Rekenhulp partneralimentatie
  • Rekenhulp kinderalimentatie
  • Met dank aan mr. Wendy van der Stroom en mr. Paul de Gier (SmeetsGijbels Advocaten).

    Auteur