De ziel en zaligheid van Italië

Trudy Kunz verwondert zich over de cultuur van onze zuidelijkste buren: Italië, Frankrijk en Griekenland. Deze week:Italië met als extra'tje zomerse recepten om het vakantiegevoel in huis te halen!

De eerste keer dat ik in Italië was, wilde ik er zo snel mogelijk weer uit. Het doel van de reis was namelijk Griekenland en daar kon je het beste naartoe met de boot, via Brindisi, in de hak van de laars. Ik spreek nu van eind jaren ’70; mijn reisgezellen en ik waren nauwelijks dertig. Misschien voelde Italië zich beledigd omdat wij het land slechts als springplank gebruikten om ergens anders te geraken?

Hoe het ook zij: de rode eend waarmee wij ons verplaatsten, begon ter hoogte van Florence ineens verontrustend te haperen. Zo kon het gebeuren dat mijn eerste bezoek aan Florence, het mekka van de renaissancekunst, uitsluitend bedoeld was om een garage te vinden. Dat het zaterdagavond was en de volgende dag dus een zondag, viel ons pas in toen we aan de rand van de stad een simpel hotelletje hadden gevonden. De rondbuikige eigenaar stelt ons meteen gerust: naturalmente zijn de garages op zondag open, maar waarom zo’n dure oplossing gezocht als het ook anders kan? Ongevraagd draaide onze gastheer het nummer van een neef, wiens zwager bevriend was met de zoon van… En zo zaten we later die avond in de tuin van het hotel aan de wijn, terwijl om de hoek van de straat twee jonge manspersonen zich onder onze motorkap bogen en het euvel voor ons oplosten, tegen de alleszins billijke vergoeding van een nachtelijk uitje met hen naar een of andere hotspot in de stad.
Missing media-item.
De eerste indrukken zijn de beste, wordt vaak beweerd, en inderdaad: hoe vaak ik sindsdien ook in Italië ben geweest, altijd weer stuitte ik op mensen – vooral mannen – bij wie je maar hoefde te kikken of ze sloegen aan het regelen en ritselen, daarmee gehoor gevend aan de bij hen ingebakken arte di arrangiarsi: de kunst om jezelf op gewiekste wijze door het leven te slaan.

Daarnaast dook natuurlijk ook geregeld de macho op, al verdwijnt deze met het stijgen van mijn jaren steeds meer uit beeld. Dat geldt helaas niet voor het type ‘haantje de voorste’: de irritante heethoofden die bij het instappen of inschepen met veel bombarie hun zin willen krijgen (“Ik heb voorrang!”) dan wel hun gelijk, wat op hetzelfde neerkomt (“Ik stond hier eerder dan jij”). Die laatste categorie maakt dat ik me in Italië soms erg ver van huis voel.
Missing media-item.
Nooit zal ik het etentje op Sicilië vergeten waarbij een indringende lijkenlucht mijn neus binnendrong zodra het bestelde, een lokale visspecialiteit, geserveerd was. Met grote schroom waagde ik het de dienstdoende ober hierover aan te spreken. Binnen luttele seconden stond er een briesend persoon – de kok? de eigenaar? – naast mijn stoel, in één hand een grote schaal torsend met daarop een nauwelijks aangesneden vis, met de andere hand theatraal tegen zijn voorhoofd slaand alsof hij in een opera buffo figureerde.

Wat deed ik dan ook op Sicilië? Het wezen van Italië leren kennen natuurlijk! Want dat is wat je in alle handboeken leest: wie Italië wil leren kennen, moet naar Sicilië. Daar vind je immers alle hebbelijkheden en onhebbelijkheden, al het moois en al het lelijks dat Italië te bieden heeft, driemaal uitvergroot. Dat geldt zeker voor de harde geluiden die het land produceert, zoals daar zijn: menselijk geschreeuw, kindergekrijs, knetterende Vespa’s, live-voetbal op televisie, kletterend eetgerei. Daarom was één keer Sicilië genoeg en ging ik mijn hart steeds meer verpanden aan de onvergelijkbare schoonheid van Toscane en Umbrië.
Missing media-item.
Als ik terugdenk aan zo’n vijf, zes vakanties in Italië, dan zie en hoor ik overal leven in de brouwerij; gebaren, geluiden, gedoe – het is allemaal te veel en te snel voor een noorderling die niet gewend is aan ratelen, regelen, ritselen en met grote overgave schreeuwen, jammeren, leven. De Italianen doen dit alles met een zorgeloosheid zoals alleen zij dat kunnen. Hoe kan het ook anders, met een Romeinse voorvader als Horatius, de dichter die hen voorging met de beroemd geworden aansporing ‘Pluk de dag’? (‘…en zet hem zoveel mogelijk naar je eigen hand’, lijkt de moderne Italiaan daaraan te hebben toegevoegd).

Bij elkaar levert dat een levenshouding op waarvan Silvio Berlusconi de vleesgeworden, bijna karikaturale versie lijkt. Berlusconi, schurk der schurken, maar door zijn eigen volk op handen gedragen. Waarom? Omdat hij met verve doet wat hem goeddunkt, lak heeft aan regels, pakt wat hij pakken kan en daardoor heer en meester kon worden over de begeerlijkste aller werelden: die van voetbal, televisie en mooie meiden. Wat een lef, wat een viriliteit, wat een intense manier van leven. Zo zou de gemiddelde Italiaan het diep in zijn hart ook wel willen. Wat een respect zou hij afdwingen bij zijn maten.

Italiaanse Pizza
Om het gevoel van Italië te ervaren hebben we op PlusOnline ook een heerlijke recept voor een Italiaanse Pizza.

Auteur