Hier schuilt het zeldzame korhoen: de Sallandse Heuvelrug in Overijssel

Elke maand bezoeken we een van onze nationale parken. Deze maand: de Sallandse Heuvelrug in Overijssel.

Als een on-Nederlandse hoogte rijst de Sallandse Heuvelrug op. Al van verre zijn de met heide begroeide flanken te zien. Die heide, in combinatie met bossen en heuvels, landbouwpercelen en zandverstuivingen, geeft de Sallandse Heuvelrug een bijzondere bekoring. De hoogteverschillen (tot 75 m) en de vergezichten zijn prachtig. Maar vergeet ook de jeneverbessen niet, de bossen die vol leven zitten en de vliegenzwammen die in het najaar heksenkringen rond de witte berken vormen. En tussen al dat moois scharrelt ook nog eens het zeer zeldzame korhoen rond!

In het begin van de vorige eeuw was de Sallandse Heuvelrug vrijwel geheel met heide begroeid. Maar op veel plaatsen werd zo intensief gegraasd dat de heide verdween en stuifzanden de overhand kregen.

Met het planten van grove dennen werd het zand in bedwang gehouden. Doordat berken, eiken en beuken zich spontaan vestigden, ontstonden gemengde bossen. Dankzij de hoge en droge ligging van de heuvelrug en doordat de bodem uit grof zand bestaat, groeien er planten die goed gedijen in een voedselarm en droog milieu. De meest opvallende zijn struikheide en de jeneverbes.


Spookhazen en witte wieven

De jeneverbes is een grillig gevormde struik, die in de ochtendnevel een spookachtige indruk maakt. In oude sagen over spookhazen, witte wieven en grijze veulens vervult de jeneverbes dan ook een hoofdrol. Het is een langzame groeier, die zelden hoger dan vijf meter wordt. Het eerste jaar zijn de bessen groen, pas na twee of drie jaar worden ze blauwachtig tot zwart. De bessen hebben vanouds een rol gespeeld in de volksgeneeskunde, maar ze worden ook gebruikt in medicijnen tegen reumatische aandoeningen. Daarnaast zijn ze onmisbaar als ingrediënt van gin en jenever. Ook worden ze gebruikt bij de bereiding van zuurkool.

Overdag kan iedereen zich vrij over de heuvelachtige heide en door de bossen bewegen. Maar van zonsondergang tot zonsopgang is een deel van het gebied gesloten, zodat de dieren voldoende rust krijgen.

Het grootste zoogdier dat hier leeft is de ree. Maar er leven ook vossen, dassen, eekhoorns, steenmarters, bunzingen, hermelijnen en wezels. De meest bijzondere bewoner is het korhoen, dat nergens anders in Nederland nog voorkomt. Doordat heidevelden steeds kleiner worden, wordt deze prachtige, maar schuwe vogel ook in de rest van West-Europa steeds zeldzamer. Er wordt alles aan gedaan om de populatie hier te behouden. Korhoenders houden van open heide met enkele vrijstaande bomen. Sinds begin jaren ’90 is daarom driehonderd hectare bos gekapt, waardoor ze nu duizend hectare heide beschikbaar hebben.

Wandelroute

Bron 
  • Plus Magazine